H3 paragraaf 6 Flashcards
1
Q
de woonomgeving
A
zoals, straten, kleine, parken ect.
2
Q
overlast en verloedering in sommige buurten, hierdoor
A
sociale onveiligheid:
- objectieve sociale onveiligheid, vastgestelde criminele feiten
- subjectieve sociale onveiligheid, gevoel van onveiligheid
3
Q
probleemwijken aanpakken op 2 manieren:
A
de mensen in de stad zelf= sociale maatregelen
de inrichting van de openbare ruimte= fysieke maatregelen
4
Q
de mensen zelf, maatregelen
A
- zorgen voor goede sociale cohesie
- zorgen voor ontmoetingsmogelijkheden as buurt-en wijkvoorzieningen
hierdoor ontstaat sociale netwerken.
5
Q
de openbare ruimte
A
ruimte die er voor iedereen is maar van niemand lijkt te zijn