H6 Nieuwe Tijd Flashcards

1
Q

Wederopbouw

A

Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog werd Nederland hersteld met hulp van de Marshallhulp en werd de economie weer opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Politionele actie

A

Politionele acties waren militaire operaties van Nederland in Indonesië om de onafhankelijkheid te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Indonesisch nationalisme

A

Indonesisch nationalisme was de beweging in Indonesië die streed voor onafhankelijkheid van Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soevereiniteitsoverdracht

A

Soevereiniteitsoverdracht was het moment in 1949 waarop Nederland de macht over Indonesië officieel overdroeg aan de Indonesische regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Emigratie

A

Emigratie is het verhuizen van mensen naar een ander land om daar te gaan wonen, bijvoorbeeld door economische of politieke redenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marshallhulp

A

Marshallhulp was financiële en economische steun van de Verenigde Staten aan West-Europa na de Tweede Wereldoorlog om de economieën te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welvaartsstijging

A

Welvaartsstijging betekent dat mensen meer geld te besteden hebben en de levensstandaard stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

consumptiemaatschappij

A

Consumptiemaatschappij is een samenleving waarin veel goederen en luxeproducten worden gekocht en gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gastarbeiders

A

Gastarbeiders zijn arbeiders uit andere landen die naar Nederland kwamen om hier tijdelijk te werken, vaak in fabrieken of de bouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pluriformiteit

A

Pluriformiteit betekent dat er in een samenleving veel verschillende culturen, meningen en levensstijlen naast elkaar bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Inspraak

A

Inspraak is het recht om mee te praten en invloed uit te oefenen op beslissingen van de overheid of andere instanties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

democratisering

A

Democratisering is het proces waarbij steeds meer mensen mee mogen beslissen in de politiek en binnen organisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontzuiling

A

Ontzuiling is het verminderen van de invloed van religieuze en politieke groepen op het dagelijks leven van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tweede Feministische Golf

A

Tweede Feministische Golf was de strijd in de jaren 60 en 70 voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen, zoals gelijke lonen en meer kansen op de arbeidsmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

jongerencultuur

A

Jongerencultuur is de manier waarop jongeren hun eigen muziek, kledingstijl en ideeën ontwikkelen, bijvoorbeeld in de jaren 60 met hippies en protestbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Amerikanisering

A

Amerikanisering is de invloed van de Amerikaanse cultuur op Nederland, zoals fastfood, muziek en televisieprogramma’s

17
Q

Pim Fortuyn

A

Pim Fortuyn was een Nederlandse politicus die bekend werd door zijn kritische uitspraken over de islam en immigratie en in 2002 werd vermoord

18
Q

referendum

A

Referendum is een volksstemming waarin burgers direct mogen stemmen over een belangrijk politiek besluit

19
Q

populisme

A

Populisme is een manier van politiek bedrijven waarbij een politicus zich direct richt tot ‘het volk’ en zich afzet tegen de elite

20
Q

Nationale cultuur

A

Nationale cultuur zijn de gewoonten, tradities en normen en waarden die typerend zijn voor een land

21
Q

identiteit

A

Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft en hoe iemand zich onderscheidt van anderen

22
Q

multiculturele samenleving

A

Multiculturele samenleving is een samenleving waarin mensen met verschillende culturele achtergronden samenleven

23
Q

secularisatie

A

Secularisatie is de afname van de invloed van religie op het dagelijks leven en de politiek

24
Q

individualisering

A

Individualisering is een ontwikkeling waarbij mensen steeds meer als individu handelen en minder afhankelijk zijn van familie of groepen

25
overlegeconomie
Overlegeconomie is een economie waarin werkgevers, vakbonden en de overheid samen afspraken maken over bijvoorbeeld lonen en arbeidsvoorwaarden
26
poldermodel
Poldermodel is de manier waarop in Nederland besluiten worden genomen door overleg en compromissen tussen overheid, werkgevers en werknemers
27
globalisering
Globalisering is het proces waarbij landen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken op economisch, politiek en cultureel gebied
28
nieuwe media
Nieuwe media zijn digitale communicatiemiddelen zoals internet, sociale media en online platforms
29
EGKS
EGKS was de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, een samenwerking tussen Europese landen na de Tweede Wereldoorlog om oorlog te voorkomen
30
EEG
EEG was de Europese Economische Gemeenschap, een samenwerking tussen Europese landen voor een gezamenlijke markt zonder handelsbelemmeringen
31
EG
EG was de Europese Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie die zich bezighield met economische en politieke samenwerking
32
Europese Commissie
Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de Europese Unie dat wetten en regels maakt en controleert of landen zich eraan houden
33
Europees parlement
Europees Parlement is de volksvertegenwoordiging van de Europese Unie die wetten bespreekt en controleert
34
Raad van Ministers
Raad van Ministers is een overlegorgaan van de Europese Unie waarin ministers van lidstaten beslissingen nemen over Europese wetten en beleid
35
autonomie
Autonomie is het recht van een gebied of groep mensen om zelfstandig beslissingen te nemen zonder inmenging van anderen
36
democratisch tekort
Democratisch tekort betekent dat burgers van de Europese Unie weinig directe invloed hebben op de besluitvorming binnen de EU