H6 FPZ Flashcards

1
Q

Wat is een contra-indicatie?

A

Persoonsgebonden reden om bepaalde geneesmiddelen niet te gebruiken > kans is groot op bijwerkingen

ook wel algemene contra-indicatie wegens aandoening/omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is er een contra-indicatie?

A
  • Bij een gestoorde lever/nierfunctie
  • zwangerschap of kinderwens
  • borstvoeding
  • sport ( risico op doping gebruik)
  • overgevoeligheid/intoleranties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de betekenis van absolute contra-indicatie?

A

Geneesmiddel mag absoluut/ onder geen enkele voorwaarde worden mogen gebruikt door patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de betekenis van relatieve contra-indicatie?

A

Arts kan onder voorwaarde kiezen voor het gebruik van het middel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem aandoeningen/ziektebeelden die te maken hebben met contra-indicaties

A
  • Astma en COPD = benauwheidsklachten
  • Diabetes mellitus = suikerziekte
  • Glaucoom = oogziekte
  • Hart- en vaatziekte –> hartfalen, angina pectoris, hoge bloeddruk
  • Jicht
  • Lever en nierstoornissen
  • Neurologische aandoeningen = Parkinson en epilepsie
  • Prostaathyperplasie - goedaardige vergroting van prostaat
  • Psoriasis
  • Ulcus Pepticum = maagzweer
  • Zwangerschap+borstvoeding
  • Aangeboren stofwisselingsziekte = Glucose-6-fosfaat-dehydrogenasedeficiëntie, Porfyrie & Coeliakie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de naslagwerken die gebruikt worden

A
  • KNMP Kennisbank
  • Farmacotherapeutisch kompas
  • Kinderformularium
  • Commentaren medicatiebewaking –> Stichting Health Base ( goed overzicht en juiste toelichting)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Astma en COPD is een aandoening van je luchtwegen. Waar zorgen de problemen van de luchtwegen voor?

A

Benauwdheidsklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke NSAID’s ontwikkelen er bij 20% van de patiënten benauwdheidsklachten ?

A

Bij ibuprofen en naproxen

bij geen klachten kan bij 2e uitgifte het middel weer gegeven worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn contra-indicaties geneesmiddelen bij diabetes mellitus?

A
  • corticosteroïden zoals prednison, prednisolon, dexamethason en betablokkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Watt doen corticosteroïden bij suikerziekte?

A

Ontregelen de glucosestofwisseling ernstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de gevolgen als betablokkers worden toegepast bij suikerziekte ?

A

Ze verbergen de gevolgen van te lage bloedsuikergehalte. Patiënt merkt dat te laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is glaucoom? en wat gebeurd er?

A

Oogziekte waarbij druk de oogbol vergroot en je problemen krijgt met:
- zien waardoor je een zenuwbeschadiging kan oplopen, daarna gaat je gezichtsvermogen langzaam achteruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke geneesmiddel moe je vermijden bij Glaucoom en waarom?

A

corticosteroïden want dat verhoogt de oogboldruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor medicatie moet je vermijden bij hartfalen en hoge bloeddruk? en waarom?

A

Medicatie die vocht vasthoud in het lichaam zoals NSAIDS - houd vocht vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurd er als je vocht vasthoud bij hartfalen?

A

acute problemen + hart moet harder werken, terwijl hij dat niet kan > patiënt wordt kortademig > dikke enkels + gewichtstoename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurd er als je bij hoge bloeddruk NSAID’s gebruikt?

A

bloeddruk wordt verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoeveel dagen is kortdurend gebruik?

A

14 dagen geeft bij bloeddrukverlagende middelen meestal geen probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn Ischemische hartklachten?

A

klachten dat bloedtoevoer naar hartspier onvoldoende is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurd er als er onvoldoende bloedtoevoer naar de hartspier is?

A

vernauwing of verstopping van kransslagader (spieren op hart)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waar zorgt de kransslagader voor?

A

zorgen voor voldoende bloed om goed te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de klachten bij Ischemische hartklachten?

A

Zwaar drukkend gevoel op borst in rust en inspanning

- Hart krijgt weinig zuurstof je kunt hartkramp krijgen en dan en hartinfarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een veelvoorkomende pijnstiller die je moet vermijden bij ischemische hartklachten?

A

Diclofenac, omdat het de kans op hart en vaatziekte/aandoening verhoogd = hartinfarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat houd Jicht in?

A

een gewrichtsstoornis door hoeveelheid urinezuur in het bloed chronisch verhoogd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar zorgt het verhoogd urinezuurgehalte in het bloed voor bij Jicht?

A

Jichtaanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waarom is Diuretica niet goed bij een aandoening als jicht?

A

Kunnen zuurgehalte verhogen = acute jichtaanvallen

  • diuretica > persoon verliest vocht maar minder urinezuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waarvoor kan leverfunctiestoornis voor zorgen?

A

Vertraging van uitscheiden en afbraak

27
Q

Wat wordt er verhoogd bij een leverfunctiestoornis bij gebruik van medicatie?
en waar zorgt dat voor?

A

Bloedspiegels > meer bijwerkingen

28
Q

Wat mist er in je lichaam waardoor je minder goed kan uitscheiden en afbreken?

A

je mist een enzym > dan heb je een enzymafwijking = aangeboren of erfelijk

29
Q

Hoe kun je nierfalen vaststellen?

A

door een berekening op basis van je serumcreatininegehalte

30
Q

Wat is serumcreatininegehalte ?

A

Is een afbraakproduct die via nieren wordt uitgescheiden in urine

31
Q

Hoe meer creatinine hoe..?

A

slechter de nierfucntie

32
Q

Wat moet er met de dosering gebeuren bij nierfalen?

A

dosisaanpassing per keer en tijdsintervallen verlengen

33
Q

Bij welk leeftijd verslechter je nierfunctie?

A

Bij ongeveer 40 jaar

34
Q

Watt zijn neurologische aandoeningen?

A

Epilepsie en Parkinson

35
Q

Wat voor geneesmiddel geeft bij een hogere dosering met clomipramine vaker epilepsieaanvallen?

A

Amoxicilline

36
Q

Wat zijn epilepsieaanvallen?

A

een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen.

37
Q

Wat heb je tekort bij de ziekte van Parkinson?

A

Tekort aan signaalstoffen = dopamine

38
Q

Wat is prostaathyperplasie?

A

goedaardige vergroting van prostaat

39
Q

Wat zijn de problemen bij prostaathyperplasie?

A

Problemen bij:

- plassen na prostaat vergroting die drukt op de urinebuis waardoor het moeilijk is om blaas te legen

40
Q

Bij welke middelen krijg je bijwerkingen bij prostaathyperplasie?

A
  • middelen tegen depressie en pijn
  • diuretica
  • tramadol/morfine
41
Q

Wat voor medicatie verergeren Psoriasis?

A

ACE-Remmers + Betablokkers

42
Q

Watt gebeurd er bij Psoriasis met enzym in weefsel?

A

enzym in weefsel + bloedplasma remmen

43
Q

Wat zijn de problemen bij ulcus pepticum ?

A

zweertjes in de maag of twaalfvingerige darm

44
Q

Maagzweer is contra-indicatie voor…?

A

bepaalde NSAID’s

45
Q

Zijn corticosteroïden gecontra-indiceert bij ulcus pepticum?

A

Ja, want meer kans op maagbloeding

46
Q

Wat zijn de 3 stofwisselingziektes?

A
  1. G6PD-Deficiëntie
  2. Porfyrie
  3. Coeliakie
47
Q

Waar staat de afkorting G6PD-Deficiëntie voor?

A

Glucose-6-fosfaat-dehydrogenasedeficiëntie

48
Q

Wat is Glucose-6-fosfaat-dehydrogenasedeficiëntie ?

A

vorm van bloedarmoede door verhoogde afbraak

49
Q

Ander woord voor verhoogde afbraak bij G6PD-Deficiëntie?

A

Hemolyse = rode bloedcellen in lichaam vallen uitelkaar

50
Q

Waar zijn G6PD-Deficiëntie beter te

egen beschermd?

A

Malaria

51
Q

Wat is porfyrie?

A

stofwisselingziekte > bepaalde enzym wordt in de lever niet voldoende gemaakt

52
Q

In welk naslagwerk kun je een tabel zien met middelen die je niet mag gebruiken bij Porfyrie?

A

Commentaren medicatiebewaking

53
Q

Wat kunnen patiënten met Coeliakie niet verdragen?

A

Gluten = darmproblemen

54
Q

Waarom zijn tabletten bij Coeliakie een probleem?

A

Gluten zitten in tarwezetmeel en dat wordt is een hulpstof in tabletten

55
Q

Waar kun je samenstellingen vinden van geneesmiddelen?

A

KNMP Kennisbank

56
Q

Wat is College ter beoordeling van geneesmiddelen?

A

Geneesmiddeleninformatiebank > samenstelling zoeken, alleen middelen die in NL verkrijgbaar zijn (of het gluten bevat)

57
Q

Wat bedoelen ze met ziektebeeld aangegeven als contra-indicatie bij geneesmiddelen?

A

Colchicine tabletten in apotheek als lijdend aan jicht > navragen of het klopt

Inhalatietherapie = lijdend aan Astma/COPD

58
Q

INFO !!

Afgeleide contra-indicatie = afgeleid door geneesmiddelen gebruik

A

INFO !!

Afgeleide contra-indicatie = afgeleid door geneesmiddelen gebruik

59
Q

Wat is er aan de hand bij een intolerantie/overgevoeligheid

A

Geneesmiddel word niet verdragen > last van bijwerkingen of overgevoeligheid

60
Q

Wat is een overgevoeligheid?

A

Abnormale reactie op een bepaalde stof

Reactie waarbij immuunsysteem bij is betrokken

61
Q

Waardoor ontstaan intoleranties? (stoffen in voeding)

A

Tekort aan bepaald enzym

62
Q

Wat gebeurd er bij een lactose intolerantie?

A

lichaam maakt weinig lactose aan (enzym) vertering van melksuiker

63
Q

Wat zijn de bijwerkingen bij lactose intolerantie?

A

Winderig, diarree en buikpijn

64
Q

Wat zijn bekende voorbeelde van intolerantie/overgevoeligheid?

A
  • Penicillineallergie
  • Overgevoeligheid NSAID’s + Salicylaten
  • Kruisovergevoeligheid
  • Amoxicilline + Flucloxacilline