H3 FPZ Flashcards

1
Q

Welke weg volgt het geneesmiddel bij orale toediening

A

Volgt dezelfde weg als voedsel

  • Mond
  • Slokdarm
  • Maag
  • Dunne darm
  • dan opgenomen in bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent oromucosaal ?

A

Slijmvliezen van de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de latijnse benaming voor onder de tong ?

A

Sublinguaal - snelle werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Latijnse benaming voor de wangzak

A

buccaal - snelle werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar vindt geen opname van het geneesmiddel plaats?

A

In de slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurd er als je een tablet of capsule met te weinig water inneemt?

A

Het geneesmiddel kan in de slokdarm blijven steken

- slokdarm kan daardoor geïrriteerd of beschadigd raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt een geneesmiddel in de maag minder of onwerkzaam?

A

Door de maagzuur in de maag

- Advies is innemen op nuchtere maag = half uur van te voren of 2 uur na maaltijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor beschermlaag wordt aan de geneesmiddelen toegevoegd waardoor ze niet in de maag, maar in de darmen uiteen vallen

A
  • EC = Enteric coated
  • MSR = Maagsapresistente
    aan de naam van geneesmiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kun je doen als een geneesmiddel sterk prikkelen in de maag?

A

Tijdens of na de maaltijd of juist samen met wat voedsel worden ingenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor geneesmiddelen passeren de maag het snelst?

A

Vloeibare geneesmiddelen, waardoor ze in de maag het minst belastend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurd er als het geneesmiddel in het bloed wordt opgenomen (absorptie)

A

Komen via de poortader in de lever terecht en van daar in de rest van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet een leverpoortader?

A

vervoert zuurstofarm en voedingsstofrijk bloed van de darmen, maag en milt naar de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoelang duurt de opname in bloed

A

15-30 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat weet je over geneesmiddel die niet in het bloed wordt opgenomen?

A

Dat heeft een lokale werking in darm of maag

  • middel tegen darmkrampen en diarree
  • middel tegen wormen
  • middel gaat via de darmen
  • gaat via de darmen en wordt uiteindelijk uitgescheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor smelt de de zetpil

A

lichaamstempratuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

5 uitscheidingswegen

A
  • nieren
  • longen
  • maag darmkanaal
  • lichaamsvocht
  • de lever
17
Q

wat is de halfwaarde tijd?

A

de tijdsduur waarin de hoeveelheid geneesmiddel in het bloed tot de helft is

18
Q

wat is cumulatie

A

opstapeling - vergiftigingverschijnselen