H6 De cognitieve ontwikkeling in de babytijd Flashcards

1
Q

Welke 4 stadia zijn er uit Piaget zijn theorie

A

Sensomotorisch stadium 0-2 jaar
Preoperationele stadium 2-7 jaar
Concreet operationele stadium7-12 jaar
Formeel operationele stadium 12-volwassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Circulaire reactie

A

Herhaling van een willekeurige handeling helpt de baby zijn cognitieve schema’s te ontwikkelen.

Tot 4 maanden op eigen gericht, primair
Na 4 maanden op buitenwereld gericht, secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mentale representatie

A

Een innerlijke voorstelling van een gebeurtenis of een object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Infantiele amnesie

A

de afwezigheid van herinneringen over ervaringen voor het 3e levensjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Expliciet geheugen

A

geheugen met beuste herinnering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Impliciet geheugen

A

Geheugen met onbewuste herinneringen (trauma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontwikkeling quotiënt

A

Ontwikkelingsscore die betrekking heeft op de prestaties op 4 vlakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cross modale perceptie

A

Vermogen om een stimulus die op een eerder tijdstop door 1 zintuig is ervaren, later door een ander zintuig te herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pre linguïstische communicatie

A

non verbale communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Holofrase

A

Eenwoordzin (10-14maanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Telegramstijl

A

Woorden worden weggelaten die niet belangrijk zijn voor de boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderextensie

A

Woorden beperkt gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overextensie

A

Woord te algemeen gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Referentiële stijl

A

Praten over objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nativistische benadering

Van wie is het en wat houdt het in?

A

Van Chomsky

Visie dat er een genetisch bepaald, aangeboren mechanisme bestaat dat de ontwikkeling van taal aanstuurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Universele grammatica

A

Hoort bij Chromsky

Alle talen hebben dezelfde onderliggende taalstructuur