H3 Het begin van het leven

Question 1

Prenatale ontwikkeling

Answer 1

De ontwikkeling van de baby voor de geboorte

Question 2

Gameten

Answer 2

Mannelijke en vrouwelijke voortplantigscellen

Question 3

Zygote

Answer 3

Een nieuwe cel die gevormd is door het bevruchtingsproces

Question 4

Downsyndroom

Answer 4

47 chromosomen, 1 extra op het 21e paar

Question 5

Monozygotisch tweeling

Answer 5

eeneiige tweeling

Question 6

Dizygotische tweeling

Answer 6

twee-eiige tweeling

Question 7

Ziekte van Duchenne

Answer 7

Komt eigenlijk alleen bij jongens voor. Spierzwakte en afname spiermassa

Question 8

NIPT test

Answer 8

(11 weken) Door bloedafname bij moeder kan er een mogelijk syndroom opgespoord worden. Bij een negatieve uitslag is het nog niet zeker wat er aan de is.

Question 9

Vruchtwaterpunctie

Answer 9

(15 weken) kans op miskraam. Monster uit vruchtwatercellen onderzoeken.

Question 10

Vlokkentest

Answer 10

Monsters van het haarachtige om het embryo heen. Dit kan eerder gedaan worden dan 11 weken, kans op miskraam groter, kan op genetische afwijkingen aan t licht brengen kleiner

Question 11

Germinale stadium

Answer 11

bevruchting tot 2 weken

van bevruchting tot in nesteling in de baarmoeder

Question 12

Embryonale stadium

Answer 12

2-8 weken

De ontwikkeling van de belangrijkste organen staat centraal. Hoofd en hersenen groeien snel in dit stadium.

Question 13

Foetale stadium

Answer 13

8 weken - geboorte

Sneller veranderingen in groei en ontwikkeling. Interactie met omgeving

Question 14

Onvruchtbaarheid

Answer 14

het onvermogen om zwanger te worden na 12-18 maanden proberen: hier is sprake van bij 15% van de koppels.

Question 15

Miskraam

Answer 15

Zwangerschap eindigt voordat het kind buiten de baarmoeder kan overleven. Zo’n 10%-15% van de zwangerschappen leidt tot miskramen.

Question 16

Teratogeen effect

Answer 16

Stoffen die tijdens de zwangerschap schade aan kan brengen. Gevolg kan zijn: laag geboortegewicht, hersenbeschadiging, overlijden.