H6 & 7

Question 1

a (alpha = 0.05 is gelijk aan een z score van … in de volgende situaties:

1. Is de gemiddelde leeftijd X of hoger?
2. Is X de gemiddelde leeftijd?

Answer 1

1 = Dit is een 1-zijdige toets. De hele alpha aan 1 kant (0.05)
2 = Dit is een 2-zijdige toets. 0.025 boven/onder (kritieke grenzen)

Dit zijn de boven/ondergrenzen. Als je hypothese toetst dan moet het verwachte/aangenomen populatiegemiddelde waarschijnlijker zijn dan de alpha grens

Question 2

Wat doe je als de verwachte score bij een hypothesetoets buiten de alpha valt?

Answer 2

Je verwerpt de hypothese (al kan het zijn dat toevallig een onwaarschijnlijke steekproef getrokken was)

Question 3

Bij een 1-zijde toets verwerp je de hypothese (sneller/minder snel) dan bij een 2-zijdige

Answer 3

Minder snel. Je vindt sneller een effect bij een 1-zijdige toets.

Je loopt wel het risico dat het gemiddelde aan de verkeerde kant ligt.

Question 4

Type I and type II errors

Answer 4

A type I error (false-positive) occurs if an investigator rejects a null hypothesis that is actually true in the population;

a type II error (false-negative) occurs if the investigator fails to reject a null hypothesis that is actually false in the population.

Question 5

4 steps hypothesis test

Answer 5

1. State the hypotheses.
2. Formulate an analysis plan, which outlines how the data will be evaluated.
3. Carry out the plan and analyze the sample data.
4. Analyze the results and either reject the null hypothesis, or state that the null hypothesis is plausible, given the data.