Theorie PT 4 Flashcards

1
Q

Wat is de relatie tussen het gemiddelde, de mediaan en de modus bij symmetrische normaaldistributies?

A

Allemaal hetzelfde (modus kan verschillen als er twee pieken zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het gemiddelde van z-score distributie?

A

Het gemiddelde van z-scores is altijd 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Range?

A

Het bereik van scores van hoogste naar laagste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is stap 1 om variability vast te stellen?

A

Range

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Variance?

A

Het gemiddelde verschil tussen alle individuele scores gekwadrateerd en het gemiddelde, uitgedrukt in 1 getal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 verschillen brengt het gebruik van een one-tailed (directional) test aan de hypothese test structuur?

A
  1. Eerste stap wordt geformuleerd als hoger of lager dan.
  2. Tweede stap kritische regio is volledig in 1 staart van de distributie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee criteria zijn nodig voor een sample zodat probability accuraat kan zijn?

A
  1. Simple random sampling: de kans voor elke optie verandert naarmate je mensen kiest.
  2. Independent random sampling: b.v. kaartenset wordt kleiner als je er een uit haalt, dan veranderen de kansen. Dus je moet steeds de geselecteerde kaarten weer toevoegen. (Sampling with replacement)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly