Boek H1 Flashcards
Populatie definitie
Alle individuen waarin een studie geïnteresseerd is.
Sample definitie
een set van individuen uit de ware populatie.
Data definitie
Metingen/observaties
Dataset definitie
Set van metingen/observaties
Datum definitie (data)
Één meting of observatie, zoals 160cm bij lengte.
Score definitie
Score op een test, zoals 85 van de 100. Kan verwerkt zijn, b.v. T-scores.
Raw score definitie
De ruwe score zonder standardisatie etc, zoals 40/50 goed.
Parameter definitie
Numerieke waarde die een populatie beschrijft en uit metingen van die populatie komt.
Statistiek definitie
Numerieke waarde die de sample beschrijft, gemeten door mensen uit de sample.
Descriptieve statistiek definitie
Procedures waarin data georganiseerd, samengevat en vereenvoudigd wordt.
Maakt gebruik van tabellen, grafieken en samenvattende maten zoals het gemiddelde en variantie.
Inferentiële statistiek definitie
Statistiek om conclusies te trekken over de populatie op basis van data uit de steekproef.
T-test, ANOVA, chi-test etc.
Sampling error
Verschil tussen waarde berekend in steekproef en de ware waarde van de populatie. Ontstaat omdat je slechts een deel van de populatie meet.
Manipulatie definitie
Variabele waarvan niveau veranderd wordt
Participant variabelen
Leeftijd, gender, intelligentie etc.
Kan variëren van persoon tot persoon
Omgevingsvariabelen definitie
Omgevingskenmerken zoals belichting, tijdstip, weersomstandigheden etc.
“holding them constant” definitie
Variabelen controleren door alleen 1 niveau van een variabele mee te nemen.
B.v. alleen mensen van precies 10 jaar oud kunnen deelnemers zijn.
Mensen van 8 vergelijken met mensen van 10 is een vorm van een …
Experimentele/Niet-experimentele
Niet-experimentele studie, want je kunt mensen niet assignen aan een leeftijdsgroep.
Discrete variabele
Variabele die bestaat uit aparte, ongerelateerde categorieën.
Bijvoorbeeld de gekozen major, dus geen komma’s etc.
(Psychologie, Wiskunde, Rechten etc..) zijn ongerelateerde categorieën
Continue variabelen
Variabelen die opgedeeld kunnen worden in oneindig delen. Dus 1,00343, 323,5315 etc.
B.v. tijd, lengte, gewicht
Wanneer je bij een continuous variabele veel identieke scores meet, wat kun je dan concluderen?
Er is waarschijnlijk een slechte meting uitgevoerd, aangezien de kans op identieke scores zeer klein is vanwege de oneindigheid van de variatie in continue variabelen.
Bij meting van continuous variabele (zoals lengte of gewicht) zijn gerapporteerde scores … aangezien het afgerond is en niet exact
Intervallen.
Intervallen zijn reeksen van getallen die een bepaald bereik aangeven, vaak met een onderste en een bovenste grens.
Je kan b.v. meten op 180cm, maar de werkelijke lengte kan liggen tussen 179 en 181.
Real limits
Het bereik waarin de ware waarde van de meting van een interval ligt. B.v. +/- 1.5cm
Hierbij heb je upper en lower- real limits.
____________________
Real limits (echte grenzen) verwijzen naar de grenzen van een interval die een continue variabele in werkelijkheid kan aannemen. Ze worden gebruikt om de precisie van een meting weer te geven en spelen een rol bij het bepalen van de exacte waarden binnen een gerapporteerde categorie of score.
Verschil discrete/continuous variabele?
Continuous variables kunnen opgedeeld worden in oneindig delen. B.v. lengte tot cm, tot 1 punt achter komma of 2, etc.
Discrete variabelen zijn categorieën die ongerelateerd en apart zijn.
Scale of measurement
Categorieën die gebruikt worden om een variabele te meten
Nominal scale
Categorische data zonder volgorde/rangorde.
Bijvoorbeeld geslacht, haarkleur of nationaliteit.
Ordinal scale
Categorische data met een rangorde, maar zonder bekende of consistente verschillen tussen de rangen.
B.v. opleidingsniveau, medailles, klanttevredenheid
Interval scale
Data met een rangorde én gelijke intervallen tussen de waarden, maar geen absoluut nulpunt.
B.v. temperatuur
Ratio scale
Data met een rangorde, gelijke intervallen én een absoluut nulpunt.
B.v. lengte, gewicht, inkomsten