H6 Flashcards

1
Q

Het totale product bestaat uit

A

Fysieke product + Uitgebreide product = Totale product

fysiek: gewicht, smaak, geur
uitgebreid: thuisbezorging, garantie, kredietverlening
totaal: hoe de klant het ervaart/koopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar of niet waar? “het totale product bestaat uit tastbare en niet tastbare eigenschappen…

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 typen producten bestaan er?

A

Consumentenproducten & Zakelijke producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 categorieën van consumentenproducten

A

Convenience products
Shopping products
Speciality products
Unsought products

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zakelijke producten…

A

Zakelijke producten worden geleverd aan organisaties die ze op hun beurt doorverkopen of gebruiken in hun eigen productieproces of dienstverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn Convenience products? en waarin zijn ze verder te verdelen?

A

Producten zoals zeep, benzine en melk

  • dagelijkse gebruiksartikelen zoals brood
  • impulsproducten zoals kauwgum
  • noodproducten zoals paraplu’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn Shopping products? en waarin zijn ze verder te verdelen?

A

Producten zoals camera’s, Fietsen en Vloerbedekking

  • Hetrogene producten: voor consument lijken alle camera’s het zelfde
    (zoekt laagste prijs)
  • Homogene Producten: de consument ziet wel verschil in camera’s
    (Heeft wellicht merkvoorkeur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn Speciality products?

A

Producten zoals auto’s of diensten zoals naschoolse kinderopvang waarvoor consumenten bereid zijn de nodige moeite te doen.

Zij voelen zich er sterk bij betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn Unsought products? en waarin zijn ze verder te verdelen?

A

Het zijn niet-gewilde producten en diensten die de consument niet kent of pas koopt als hij ze echt nodig heeft om een probleem op te lossen.

onder te verdelen in;
- bekende unsought products (wel bekend maar niet nodig)
- nieuwe unsought products (nog niet bekend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

benoem alle fases van de productlevencyclus

A
  1. introductie
  2. snelle goei fase
  3. Afnemende groei fase
  4. Volwassenheid
  5. Neergang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een Me-too-product?

A

me-too-product, een imitatieproduct waarvan al andere varianten bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een productinnovatie

A

een productinnovatie is een nieuw product dat voor zowel het bedrijf als consument geheel nieuw is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een productmodificatie

A

productmodificaties zijn verbeteringen van bestaande producten, zoals de Samsung Curved TV of de nieuwe E-klasse van Mercedes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn lijnextensies

A

De meeste productmodificaties zijn lijnextensies. bijvoorbeeld coca cola zero en coca cola zero cinnamon. ze zijn nauw verwant aan huidige producten…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt het productontwikkelingsproces?

A

stap 1 Ideeontwikkeling
stap 2 schifting en evaluatie
stap 3 bedrijfseconomische analyse
stap 4 ontwikkeling van een prototype
stap 5 testmarketing
stap 6 productintroductie

(!) vanaf stap 2 kan er worden besloten om het project te beindigen of het product aan te passen en daarna al te introduceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekend onscheidbaarheid?

A

Een dienst is onscheidbaar van de dienstverlener bijvoorbeeld bij het kopen van een treinkaartje. De ns is de dienstverlener van het vervoor waar je gebruik van maakt

17
Q

Wat is immaterieel & ontastbaar?

A

producten zijn tastbaar en diensten niet tastbaar.

dat maakt diensten immaterieel.