H3 Flashcards

1
Q

Aankoop beslissingsproces bestaat uit 5 fases?

A
  1. Behoefte beseffen
  2. Informatie zoeken
  3. alternatieven onderzoeken
  4. aankoopbeslissing
  5. evaluatie na aankoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 vormen van oriëntatie en koopgedrag zijn?

A
  1. uitgebreide besluitvorming (auto kopen)
  2. beperkte besluitvorming (Tandpasta)
  3. routinekoopgedrag (Dagelijkse boodschappen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 Factoren die het consumentengedrag beïnvloeden

A
  1. Persoonlijke factoren
    - Demografische kenmerken
    - Lifestyle
    - situationele factoren
  2. Psychologische factoren
    - Behoefte en motieven
    - Percepties
    - persoonlijkheid
  3. Sociale of externe factoren
    - Cultuur
    - Sociale klasse
    - Referentiegroepen
    - gezinsinvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kopers zijn onder te verdelen in 2 categorieën

A
  1. Consumentenmarkt
  2. B2B (Zakelijke markt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 type koopsituaties

A
  1. eerste aankoop (New task)
  2. Aangepaste herhalingsaankoop (Modified rebuy)
  3. Routinematige herhalingsaankoop (Straight rebuy)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is e-commerce?

A

de uitwisseling van informatie, producten en diensten (inclusief de betaling ervan) tussen organisaties via internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat Maslows behoeftehiërarchie?

A
  1. fysieke behoefte
  2. veiligheid
  3. sociale behoefte
  4. waardering
  5. zelfontplooiing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een evoked set?

A

een lijstje van bedrijfsnamen of merken waar jouw consumenten aan denken op het moment dat ze een product of dienst willen afnemen.

Bekende merken waar je als eerst aan denkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is cognitieve dissonantie?

A

is de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn AIO-variabelen?

A

Heeft te maken met de lifestyle van iemand
(A)ctiviteiten, (i)nteresses en (O)pinies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een perceptie?

A

waarnemen van de omgeving door de 5 zintuigen. Perceptie is subjectief, cumulatief en selectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is selectieve interpretatie?

A

Mensen hebben de neiging om alleen te zien wat ze willen en te horen wat ze willen horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van wie is het stimulus-responsmodel

A

Het is van psycholoog Pavlov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke kenmerken vallen onder cultuur? WIAGS

A

Waarden, ideeën, attitudes, gewoontes en symbolen.

Niet aangeboren maar aangeleerd!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een referentiegroep?

A

Een groep mensen die veel invloed heeft op iemands houding en gedrag, dit omdat diegene zich met die groep wil mengen of vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een Decision marketing unit

A

Een tijdelijke of permanente groep deskundigen uit de organisatie die verantwoordelijk zijn voor belangrijke aankoopbeslissingen.

17
Q

Wat is een gatekeeper

A

De contactpersoon die de informatiestroom over de leveranciers beheerst

18
Q

wat houd subjectief in

A

indrukken van mensen variëren sterk.

Elk mens bekijkt de werkelijkheid door zijn eigen bril en interpreteert die op basis van zijn eigen ervaringen, vooroordelen en bijgedachten.

ieder mens heeft dus een aparte belevingswereld wat subjectief betekend

19
Q

wat houd cumulatief in

A

cumulatief: hoe vaker een prikkel of signaal wordt ontvangen – liefst via verschillende media of communicatiekanalen – hoe groter de kans dat het goed wordt gezien en geïnterpreteerd.

20
Q

wat houd selectief in

A

selectief: Via internet en de massamedia worden we geconfronteerd met meer dan 1.500 reclamesignalen per dag. Maar veel van die reclame gaat aan ons voorbij door onze selectieve aandacht. we pikken alleen het belangrijke er uit

21
Q

Hoe zien alle sociale invloeden op het individu er uit

A

jij bent het individu

daar omheen zit je gezin

daarnaast heb je de sociale klasse + andere referentiegroepen

tot slot heb je de cultuur om alles heen

22
Q

hoe ziet de zakelijke markt er uit?

A

Bestaat uit

Producenten - wederverkopers - Overheid - Non-profitorganisaties

23
Q

wat is DMU in de zakelijke markt?

A

Groep deskundigen uit verschillende afdelingen van de organisatie die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor belangrijke aankoopbeslissingen