H6 Flashcards

1
Q

wat betekent biotechnologie

A

‘bio’ = leven
‘technologie’ = tussenkomst van de mens in biologische processen via technische vaardigheden.

Het is een discipline die gebruikmaakt van levende organismen en biologische processen om zo nieuwe stoffen aan te maken , ziekten op te sporen en organismen te veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke onderscheid kan men maken binne biotechnologie

A

-Klassieke biotechnologie : met traditionele technieken dieren kweken en planten. Ontwikkelt ook technieken om bacterien, gisten en schimmelds brood, bier , wijn en kaas te produceren

-Moderne biotechnologie: past de eigenschappen van de bacterïen , planten en dieren aan door rechtstreeks integrijpen in het DNA. Dit noemen we GENETISCHE MODIFICATIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een gen?

A

een stukje van een chromosoon dat de info voor 1 eigenschap bevat (vb oogkleur). Het is een opvolging van nucleotiden die de code vormt voor de bouw van een keten van aminozuren. De volgorden van de nucleotiden codeert voor een eiwit/eiwitgedeelte. elke gen is verantwoordelijk voor 1 erfelijke eigenschap van een organisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor wat zijn genen verantwoordelijk

A
  1. Gen voor de aanmaak van eiwit hemoglobine (= rode bloedkleurstof die zorgt voor het transport van zuurstofgas)
  2. Gen voor de aanmaak van eiwit insuline = een hormon dat belangrijk is voor het regelen van de bloedsuikerspiegel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel chromosomen bevinden zich in de kern van elke menselijke cel?

A

46 chromosomen, behalve rode bloedcellen en geslachtscellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een homologe chromosomen

A

2 aan 2 chromosomen die even lang zijn en die samen een paar vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel paren telt een gewone mens?

A

23 paren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zit er in elk homoloog chromosomenpaar

A

een exemplaar van de moeder en één van de vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is allel voor een blauwe oogkleur

A

Dat is wanneer een gen de informatie over de oogkleur blauw bevat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je het wanneer een gen de info over de oogkleur blauw bevat?

A

een allel voor bleuwe oogkleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noem je het wanneer een gen de info over de oogkleur bruin bevat?

A

een allel voor bruine oogkleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een allel

A

een bepaalde vorm waarin een gen kan voorkomen. Vormen van eenzelfde gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel chromosomen bevatten mannelijke geslachtscellen?

A

23 chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

door wat worden veel van de ziekten veroorzaakt?

A

een niet of slechtfunctionerende eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan men ziektes bestrijden

A

door het gen dat codeert voor dat specifieke eiwit in de cel binnen te brengen kan het nieuwe eiwit de taak overnemen en kan de ziekte bestreden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn transgene organismen

A

organismen die door genetische manipulatie voorzien werden van een vreemd gen.

VB. Diebetespatiente die insuline gebruiken die door transgene bacterien en transgene gist geproduceerd worden.

17
Q

wat zijn de gentechnologiee die ook nog andere toepassingen in de geneeskunde kennen

A
  1. opsporen Ziektesverwerkkers vb aidsvirus en erfelijke kankers.
  2. Afstotingsverschillen te voorkomen bij inplanting van dierlijke organin bij mensen via DNA-aanpassingen
18
Q

wat zijn mutaties

A

wijzigingen in een gen dat zorgen voor het slecht functioneren van een gen.

19
Q

Wat zijn de verschillende soorten mutaties (1. Genoommutatie)

A
  1. Genoommutatie
    ->sterk afwijking in het aantal chromosomen
    dit komt door een verstoorde meiose waarbij de chromosomen niet netjes uit elkaar gehaald worden. Soms migreert er een volledige paar homologe chromosomen naar de celpolen. De verdeling is dan niet evenredig met als gevolg dat er in de geslachtscellen een abnormaal aantal chromosomen zit. In de ene geslachtscel 22 en in de andere 24, zo ontstaat er een bevruchte eicel met 47 chromosomen. = MONGOLISME OF DOWNSYNDROOM
20
Q

kernmerken van mongolisme/downsyndroom

A
  1. Laag IQ
  2. Lange tong
  3. Gedrongen lichaamsbouw
  4. Huidplooi in ooghoek.
21
Q

Wat zijn de verschillende soorten mutaties (= genmutatie)

A

Genmutatie
-> wanneer kleine veranderingen plaatshebben in de opeenvolging van basen in de DNA molecule. Het resulteert in een gestoorde aminozuur volgorde bij de eiwitsynthese

22
Q

Wat zijn de oorzaken genmutaties?

A
  1. UV LICHT
    2.Ioniserende stralingen
  2. Mutagene stoffen (=chemische stoffen)
  3. Ongewone temperaturen
23
Q

Hoe kan een kankercel ontstaan uit een gezonde cel?

A

als de gezonde cel zijn normale groei begint te versnellen.

24
Q

UIt wat bestaat het genetische code aflabet?

A

Uit de letters G A U/T C.
Een zin in de genetische code bestaat altijd uit woorden van 3 letters; Die letters worden altijd per drie afgelezen en zo een CODON van drie letters wordt vertaald in 1 AMINOZUUR. De codons die in het tabel staan zijn die van de RNA. Om dus degene van het DNA te vinden moet de base URACIL (=U) vervangen worden door de base THYMINE (=T)

25
Q

wat gebeurt aan het dna door ioniserende straling, giftstoffen of door toeval?

A

het kan gebeuren dat er basen in de keten wegvallen, veranderen , zich ongebreideld herhalen

26
Q

wat zijn de mutatievormen van genmutatie

A
  1. Substitutie
    =base vervangen in de genetische code.
    GEVOLGEN:
    - er is geen effect: nieuwe code codeert voor zelfde aminozuur
    -missense mutatie: verkeerde aminozuur ingebouwd
    -nonsense mutatie: door vervangen van base een stopcodon ingebouwd. gevolg is dat een onvolledige eiwit aangemaakt is.
  2. Inserties/deleties
    -deletie: base verdwijnt uit DNA
    -insertie: base wordt toegevoegd
  3. Amplificatie
    -volledig codon aantal keren herhaald= aminozuur komt meermaals voor in de gevormde eiwit.
27
Q

Hoe heet een ziekte die te wijten is aan een genmutatie

A

de cystische fibrose OF mucoviscidose (=taaislijmziekte). De meest voorkomende erfelijke ziekte bij kinderen waarbij er een stoornis in de slijmklieren (=luchtwegen en pancreas). Het slijm (mucus) dat door deze klieren wordt afgescheiden abnormaal dik en taai is.

28
Q

Door welke soort genmutatie die aan de basis ligt van mucoviscidose komt het meest voort? (=de oorzaak dus)

A

door deletie van 3 opeenvolgende basen in het CFTR-gen (=cystic Fibrosis Transmembrane Conductance Regulator) op chromosoom 7. Daardoor ontbreekt bij de eiwitsynthese van het CFTR-eiwit op een bepaalde plek het aminozuur FENYLALANINE (Fen). Deze deletie zorgt voor het buiten pompen van chloride-ionen uit een cel. Cellen van ademhalingsysteem moeten bedekt zijn met trilhaartjes zodat stof en vuill met slijm uit de longen gaat. Om dus goed te werken moet deze trilhaartjes vochtig zijn. Normaal gebeurt dat door zout in de cellen wordt verwijderd omdat die water aantrekt. Hoe minder zout resulteert in minder water dus TAAIERSLIJM

29
Q

Naast de cystische fibrose of mucoviscigose ziekte welke erfelijke aandoening is er nog?

A

Ziekte van Huntington (HD).
Deze is gekenmerkt door een vroegtijdig afsterven vazenuwcellen in bepaald hersengebieden. Deze uit zich in bewegingen die langzaam verergeren, vesrtandelijke achteruitgang en tal van psychische problemen. Eerste symptonen rond de 30-50

Oorzaak komt door een gen op het chromosoom 4/ Deze gen codeert voor het eiwit huntingtine. DIe gen bevat een repititie van het codon CAG (=NORMAAL 30 keer herhaald maar bij HD patienten veertig of meer herhalingen.)

1 op de 10000

30
Q

wat is GGO

A

genetisch gemodificeerd organisme

31
Q

Geef een voorbeeld van plantaardig voedsel waarvan genen gewijzigd zijn.

A
  1. Katoen en maisplanten : gen ingebouwd dat codeert voor een eiwit dat insecten doodt. Daardoor worden de gewassen resistent tegen insectenvaart
  2. Flavr Savr-tomaat: tomatensoort dat minder snel zacht wordt tijdens het rijpen. De tomanten kunnen dus later geplukt worden zonder risico op kneuzing. Dit doen ze dor in te grijpen in eiwitsynthese
  3. via Recombinant DNA technologie krijgt men sinaasappelen zonder pitten en aardappelen met meer zetmeel.
32
Q

Wat is recombinant-DNA-technologie

A

Recombinante DNA-technologie combineert DNA van verschillende bronnen door het gebruik van restrictie-enzymen om het DNA te knippen en DNA-ligase om het te plakken. Dit proces heeft geleid tot belangrijke doorbraken in de geneeskunde, landbouw en wetenschap.

33
Q

hoe noemt de enzym die stukjes weer aan elkaar plakt?

A

ligase of plakenzym

34
Q

waarom maken wetenschapper gebruik van restrictie-enzymen?

A

om zelf vreemde genen bij organismen in te bouwen. = recombinante DNA technologie
Als je hetzelfde knipenzym loslaat op vreemd DNA met dezelfde DNA-sequentie, kunnen ligasen dit vreemde DNA in de plasmiden van de bacterie plakken. Vervolgens worden de bacterien gekweekt en samen met stukjes plant op een voedingsbodem gebracht. stukjes planten geraken dan geinfecteerd met de bacterie en vreemd DNA en nestelt zich dan in de genetische code van de plant

35
Q

Geef een voorbeld van iets dat de biologen aangemaakt hebben dankzij recombinant-DNA

A

aardapelen te kweken met een verhoode zetmeelgehalte. Daarvoor werd een gen van een zetmeelproducerende bacteriestam in de aardappele gebracht. Het gevolgwas dat er minder water aanwezig was en zo bij het frituren minder vet wordt opgnomen

36
Q

Geef de voordelen van GGO

A
  • minder bestrijdingsmiddelen gebruikt
    -rendementen worden verhoogd
    -telen met minder water
37
Q

Geef de nadelen van GGO

A

-technologie marginaliseet en versterkt afhankelijkheid van arme landen nog meer
-als zaden van transgene planten in natuur terechtkomen, kunnen uitgroeien tot superplanten die andere domineren en ecosysteem bedreigd.
- insectresistente planten kunnen nuttige dieren doden
-gezondheidsrisico, nieuwe eiwitten gemaakt door ggo’s moeten gecontroleerd worden op hun giftigheid

38
Q

Hoe herken je GGO?

A

Novel Food-Verordening
-> als een product GGOS bevat moet dat op het etiket staan
= akomstig van ggo.. of op basis van ggo…