H5 Ethologie

Question 1

Natuurlijke selectie

Answer 1

dat er vanzelf geselecteerd wordt op de best aangepaste individuen

Question 2

Fitness

Answer 2

voortplantingssucces

Question 3

Externe prikkels

Answer 3

geuren, geluiden, smaken, beelden

Question 4

Interne prikkels

Answer 4

de motivatie of bereidheid

Question 5

Blackbox

Answer 5

wat er gebeurt in de hersenen tussen de input en de output

Question 6

Input

Answer 6

waargenomen prikkel uit de omgeving

Question 7

Output

Answer 7

als reactie van de prikkel wordt een bepaald gedrag uitgevoerd

Question 8

Gedragselementen

Answer 8

verschillende handelingen waaruit gedrag is opgebouwd

Question 9

Gedragsketen

Answer 9

aantal gedragingen die in een bepaalde volgorde verlopen

Question 10

Gedragssysteem

Answer 10

alle handelingen met het eenzelfde gemeenschappelijke doel

Question 11

Sleutelprikkel

Answer 11

genetisch geprogrammeerd om automatisch tot uiting te komen wanneer de juiste prikkel zich aandoet

Question 12

Supranormaleprikkel

Answer 12

versterkte prikkel die een heftigere reactie teweegbrengt dan normaal

Question 13

Aangeboren gedrag

Answer 13

aangeboren gedrag en hoeft niet geleerd te worden na de geboorte

Question 14

Aangeleerd gedrag

Answer 14

gedrag dat niet aangeboren is, en dus niet genetisch vastgelegd ligt, dient op een of andere manier geleerd te worden tijden het leven

Question 15

Gewenning / Habituatie

Answer 15

afzwakking of verdoving van de reactie/respons uit bij herhaling van de prikkel

Question 16

Inprenting

Answer 16

gebeurt in de gevoelige periode en is onomkeerbaar

Question 17

Gevoelige periode

Answer 17

net na de geboorte

Question 18

Trail and error

Answer 18

een organisme kan zich een vaardigheid aanleren door simpelweg te proberen, in de eerste instantie gaat het vaak fout, maar het dier leert proefondervindelijk hoe het doel bereikt kan worden

Question 19

Klassieke conditionering

Answer 19

het leggen van een verband tussen een bepaalde niet toedoende externe prikkel en de daaropvolgende

Question 20

Operante conditionering

Answer 20

het leggen van het verband tussen een eigen handeling en de daaropvolgende beloning

Question 21

Inzicht

Answer 21

dat wil zeggen dat een nieuw gedrag in een nieuwe situatie wordt vertoond waarbij gebruik wordt gemaakt van ervaringen uit het verleden

Question 22

Balts

Answer 22

gedrag dat leidt tot paarvorming en/of paring

Question 23

Territoria

Answer 23

afgebakend terrein waarin alleen dat ene individu, dat ene paartje of die ene groep mag komen

Question 24

Conflictgedrag

Answer 24

conflict tussen twee of meer gedragssystemen

Question 25

Ambivalent gedrag

Answer 25

dier in tweestrijd tussen benaderen en vluchten en beide hebben een even grote motivatie

Question 26

Oversprong gedrag

Answer 26

het overspringen naar een totaal ander gedragssysteem

Question 27

Omgericht gedrag

Answer 27

een dier kan in tweestrijd ervoor kiezen om zijn conflict af te reageren op en individu die er niks mee te maken heeft of op een voorwerp