3.4 Immunisatie Flashcards

1
Q

immunisatie

A

lichaam raakt beschermt tegen bepaalde ziektes en heeft daardoor minder last van symptonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

actieve immunisatie

A

lichaam gaat zelf actief antistoffen en/of geheugencellen aanmaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

passieve immunisatie

A

lichaam krijgt antistoffen toegediend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor immunisatie is ‘bootsing’?

A

natuurlijke immunisatie (actief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vaccinatie

A

mensen inspuiten met verzwakte ziekteverwekkers

- kunstmatige immumisatie (passief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er als de baby via moeder melk igA’s binnenkrijgt?

A

bacteriële bindinseiwitten worden afgeschermt: darm infecties nemen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

serumtoediening

A

ingespoten met dierlijke stoffen tegen bepaald gif

- kunstmatig en passief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moet je bij bloedtransfusies naar kijken?

A

ABO(null)-systeem en resusfactor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor is O een universele donor?

A

er treden geen fatale klonteringen op, maar na 1/2 L gat het wel voor problemen zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke resusfactoren heb je?

A

D, C, E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Resuspositieve (Rh+) mensen

A

bezitten antigen en geen antistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Resusnegatieve (Rh-) mensen

A

maken antistoffen zodra ze Rh+ bloed ingespoten krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hyperacute afstotingsreactie

A

bij bloedgroepen antistoffen in het lichaam van ontvanger cellen/eiwitten donor aanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

acute afstoting

A

als eiwitstukjes in MHC-I-moleculen zitten die voor ontvanger vreemd zijn gaan donorcellen aanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is MHC in donorwereld?

A

HLA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly