H4: Het skelet Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Uit welke 3 soorten bindweefsel bestaat bot

A
  1. Botten: harde elementen waarmee we het meest vertrouwd zijn
  2. Ligamenten: bestaan uit dicht vezelig bindweefsel- binden de botten aan elkaar
  3. Kraakbeen: gespecialiseerd bindweefsel dat bestaat uit collagene en elastische vezels in een gelachtige grondsubstantie –> verschillende functies zoals verminderen van wrijving van gewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functies van het skelet

A
  • Stelt ons samen met onze spieren in staat om rechtop te staan en te bewegen
  • Omsluit onze interne organen en biedt ene structuur voor onze externe organen
  • omringt en beschermt onze hersenen (controlesysteem van ons lichaam)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 5 belangrijke functies van botten

A
  1. Ondersteuning
  2. Bescherming
  3. Beweging –> alle 3 zelfde als functies van skelet in het algemeen
  4. Vorming van bloedcellen
  5. Opslag van mineralen (calcium en fosfaat) –> Indien nodig voor botgroei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Compact bot

A

een bijna vaste structuur met centrale kanalen die zenuwen en bloedvaten bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sponsachtig bot

A

Een rooster van harde, relatief sterke trabeculae (kleine balken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ligamenten ( opbouw + functie)

A

Functies:
- Hechten bot aan bot
- Geven kracht aan bepaalde gewrichten terwijl ze nog steeds beweging van botten ten opzichte van elkaar mogelijk maken

Opbouw:
-Bestaat uit dicht vezelig bindweefsel –> regelmatige reeks dicht op elkaar geplakte collageenvezels die allemaal in dezelfde richting zijn georiënteerd met slechts een paar fibroblasten ertussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kraakbeen

A

Bevat vezels van collageen en/of elastine in een grondsubstantie van water en andere stoffen
- Gladder en flexibeler dan bot
- Bevindt zich daar waar ondersteuning onder druk nodig is en beweging noodzakelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem de 3 soorten kraakbeen in het menselijk skelet

A
  1. Fibrocartilage
  2. Hyalien kraakbeen
  3. Elastisch kraakbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fibrocartilage

A

-Bestaat voornamelijk uit collageenvezels die in dikke bundels zijn gerangschikt
–> goed bestand tegen zowel druk als spanning
–> De tussenwervelschijven tussen de wervels, en ook bepaalde schijfachtige ondersteunende structuren in het kniegewricht die menisci worden worden genoemd, zijn gemaakt van vezelig kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hyalien kraakbeen

A
  • Een glad, bijna glasachtig kraakbeen van dunnen collageenvezels
    –> Vormt de embryonale structuren die later de botten worden
    –> Bedekt de uiteinden van volwassen botten in gewrichten, waardoor een glad, wrijvingsarm oppervlak ontstaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Elastisch kraakbeen

A

-Bestaat voornamelijk uit elastinevezels (zeer flexibel)
–> Geeft structuur aan uitwendig oor en aan de epiglottis (een weefselflap die het strottenhoofd bedekt tijdens het slikken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chrondoblasten

A

Kraakbeenvormende cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: de levensloop van onze botten

A
  1. Ontwikkeling foetus: rudimentaire modellen van toekomstige botten gemaakt van hyalien kraakbeen door chrondroblasten
    (= kraakbeenvormende cellen)
    * Chrondroblasten sterven binnen 2-3 maanden en kraakbeen lost dan op en maakt zo plaats voor bloedvaten
    * Periosteum vormt zich dan ook aan het buitenoppervlak van het zich ontwikkelende bot
  2. Bloedvaten dragen osteoblasten naar het gebied van ontwikkelde periosteum
  3. Osteoblasten scheiden osteoïde (mengsel van eiwitten) uit – vormt matrix voor inwendige structuur en sterkte van het bot
    * Scheiden ook enzymen af die kristallisatie van harde minerale zouten van calciumfosfaat rond en tussen de osteoïde
    matrix vergemakkelijken
    * Hoe meer calciumfosfaat, hoe meer osteoblasten ingebed geraken in het verhardende botweefsel
  4. Snelheid waarmee osteoblasten de osteoïde matrix produceren en de minerale afzettingen stimuleren af: neemt af
  5. Osteoblasten worden volwassen osteocyten ingebed in hun individuele lacunes
    * Rijpe osteocyten botmatrix behouden – zonder hen zou matrix langzaam uit elkaar vallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lange botten blijven groeien tijdens de kindertijd en adolescentie (leg uit)

A

Chrondroblasten en osteoblasten blijven actief in een smalle strook kraakbeen (= groeischijf of epifysaire plaat)
–> Buitenkant van de plaat: de activiteit van de chrondroblasten (afzetting van nieuw kraakbeen)
–> Binnenkant van de plaat: de omzetting van het kraakbeenmodel naar bot door osteoblasten
Bot wordt langer naarmate de twee groeischijven uit elkaar bewegen
+ Botten groeien ook in de breedte omdat osteoblasten meer bot op het buitenoppervlak net onder het periosteum leggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door wat wordt botontwikkeling gecontroleerd (+ tot wanneer)

A

Wordt gecontroleerd door hormonen
–> belangrijkste = groeihormoon (stimuleert de botverlengde activiteit van de groeischijven)
–> Tijdens de puberteit: geslachtshormonen testosteron en oestrogeen stimuleren ook de groeischijf (in het begin)
Rond 18j (V) en 21j (M) –> geslachtshormonen signaleren de groeischijven om te stoppen met groeien en het kraakbeen wordt vervangen door botweefsel
(groeit niet meer in de lengte maar kan wel nog in de breedte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurd er wanneer je snijdt door volgroeid botweefsel

A
  • De harde calciumfosfaatkristallen lossen op en verteren de osteoïde die ze terwijl tegenkomn
    -Vrijgekomen calcium- en fosfaationen komen in bloed terecht
  • Nieuwe osteoblasten komen in gebied waar bot weg is en scheiden nieuwe osteoïde matrix uit en stimuleren de afzetting van nieuw calciumfosfaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Benoem de 4 cellen die betrokken zijn bij botvorming + hun functie

A
  1. Chrondroblasten= kraakbeenvormende cellen die een model bouwen van het toekomstige bot
  2. Osteoblasten= jong botvormende cellen die de harde extracellulaire matrix uitscheiden om bot te ontwikkelen
  3. Osteocyten= rijpe botcellen die de structuur in stand houden
  4. Osteoclasten= botoplossende cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leg uit: na verloop van tijd kan constante hermodellering van botten de daadwerkelijke vorm veranderen

A

–> Compressiespanning op een bot veroorzaakt kleine elektrische stroompjes in het bot en deze stimuleren de botvormende activiteit van osteoblasten
-Drukkracht en de elektrische stromen zijn het grootst bij de binnenkromming van het pijpbeen dat onder spanning staat
-Nieuw bot neergelegd in gebieden met hoge drukbelasting en bot geresorbeerd in gebieden met lage drukbelasting
–> Uiteindelijke vorm van een bot komt meestal overeen met de drukkrachten waaraan het wordt blootgesteld

–> Gewichtdragende oefeningen verhogen de algehele botmassa en kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Leg uit: homeostase van botstructuur

A

Activiteit snelheden van osteoblasten en osteoclasten op volwassen leeftijd gereguleerd door hormonen die functioneren om de calciumhomeostase te handhaven:

  • Als calciumspiegels in het bloed onder een bepaald punt dalen
    1. Stimuleert het bijschildklierhormoon de osteoclasten m meer botoplossende enzymen af te scheiden
    2. Verhoogde activiteit van osteoclasten zorgt ervoor dat er meer bot wordt opgelost, waardoor calcium en fosfaat vrijkomen in de bloedbaan
  • Als calciumspiegels stijgen
    1. Stimuleert het hormoon calcitonine de osteoblastactiviteit
    2. Calcium en fosfaat uit het bloed verwijderd en in het bot afgezet door de verhoogde activiteiten van osteoblasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Herstelproces van een gebroken bot

A
  1. Onmiddellijk na de breuk bloeden de bloedvaten die het bot voeden in het gebied, waardoor een massa gestold bloed ontstaat (=hematoom)
  2. Het herstelproces begint wanneer fibroblasten na enkele dagen naar het gebied migreren
    –> Sommige worden chondroblasten en produceren een taaie vezelige kraakbeenverbinding (callus) tussen de twee gebroken uiteinde van het bot (voelt als harde, verheven ring op het punt van de breuk)
  3. Osteoclasten arriveren en beginnen dode fragmenten van oorspronkelijke bot en bloedcellen van hematoom te verwijderen
  4. Osteoblasten arriveren om de osteoïdematrix af te zetten en de kristallisatie ervan te stimuleren
    –> Tijdelijke verbintenis wordt terug hard (dikker dan ervoor waardoor bot minder snel terug zal breken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Benoem de 4 soorten botten van het skelet

A
  1. Lange botten
  2. Korte botten: botten die ongeveer even breed als lang zijn
  3. Platte botten: dun, afgeplat en soms gebogen met een kleine hoeveelheid sponsachtige bot ingeklemd tussen twee lagen compact bot
  4. Onregelmatige botten: verscheidenheid aan vormen die niet in een categorie passen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

In welke twee categorieën is het skelet georganiseerd

A
  1. Het axiale skelet
  2. Het appendiculaire skelet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de drie belangrijke functies van het skelet

A
  1. Dient als een structureel raamwerk voor ondersteuning van de zachte organen
  2. Beschermt bepaalde organen tegen lichamelijk letsel
  3. Vanwege de manier waarop de benige elementen van het skelet bij gewrichten met elkaar verbonden zijn, maakt de aanwezigheid van het skelet flexibele beweging van de meeste delen van het lichaam mogelijk
24
Q

Welke delen behoren tot het axiale skelet?

A
  1. De schedel
  2. Het tongbeen
  3. De wervelkolom
  4. Ribben en borstbeen
25
Q

Welke delen behoren tot het appendiculaire skelet

A
  1. De borstgordel
  2. De bekkengordel
26
Q

Sinussen

A

Luchtruimten in de schedel-en gezichtsbeenderen
–> Maakt de schedel lichter en geven de menselijke stem zijn karakteristieke toon en resonantie
–> Elke sinus is bekleed met weefsel dat slijm afscheidt die helpt vreemde deeltjes in de binnenkomende lucht op te sluiten
–> Verbonden met de neusholte via kleine doorgangen waardoor slijm wordt afgevoerd
–> Bij een verkoudheid of luchtwegeninfectie: weefsel langs sinussen ontstoken roken en doorgang blokkeren (bv: sinitus)

27
Q

Tongbeen of hyoid bone

A

Maakt geen direct contact met andere botten van het axiale skelet
–> Verbonden aan slaapbeen d.m.v. ligamenten
–> Bevestigingspunt voor spieren van tong, strottenhoofd en keelholte
–> Zelden gebroken door onopzettelijk letsel (moord aantonen)

28
Q

Functie van wervelkolom

A

= hoofdas van het lichaam
- Ondersteunt het hoofd
- Beschermt het ruggenmerg
- Dient als bevestigingsplaats voor de vier ledenmaten en verschillende spieren

29
Q

Opbouw en functie van tussenwervelschijven

A

Opbouw:
- Een zacht gelatineachtig centrum en een taaie buitenlaag van vezelig kraakbeen

Functie:
- Schokdempers en beschermen de delicate wervels tegen de impact van lopen springen en andere bewegingen
- Laten in combinatie met de wervelgewrichten een beperkte mate van beweging toe –> geeft flexibiliteit waardoor we naar voren kunnen buigen, naar achteren kunnen leunen en het bovenlichaam kunnen draaien

30
Q

Hernia

A

Het zachtere centrum wordt naar buiten geduwd en gaat hierdoor tegen spinale zenuwen drukken

31
Q

Functies van de ribben en het borstbeen

A
  • De ribben, het borstbeen en de wervelkolom vormen een beschermende ribbenkast (omringt en beschermt hart, longen en andere organen van de buikholte
    -Ribbenkast helpt ons ademen
    –> De spieren tussen de ribben tillen wervels iets op tijdens het ademen
    –> Borstholte wordt zo groter en longen kunnen opgeblazen worden
    –> Basis van het borstbeen is verbonden met het middenrif (spier die belangrijk is voor de ademhaling
32
Q

Uitzonderlijk breed bereik van borstgordel en armen (leg uit)

A
  • Bovenarm kan bijna 360° draaien
  • Bovenarm kan in een cirkel draaien
  • Arm kan in één richting buigen en roteren
  • Pols en vingers kunne allemaal in verschillende maten buigen en draaien
  • Opponeerbare duimen
33
Q

Problemen met flexibiliteit van arm en borstgordel

A
  • Gewrichten kunnen ontwricht geraken
  • Sleutelbeen is het meest gebroken been
  • Te veel van één soort beweging is schadelijk —> leidt tot repetitieve stresssyndroom
34
Q

Uit welke onderdelen bestaat de bekkengordel

A
  1. Twee coxale botten
  2. Het heiligbeen
  3. Stuitbeen
35
Q

Functie van de bekkengordel

A
  • Ondersteunen van het gewicht van het bovenlichaam tegen de zwaartekracht in
  • Beschermen van de organen in de bekkenholte
  • Bevestiging voor de benen
36
Q

Waarom is bij volwassen vrouwen de bekkengordel breder en ondieper en de bekkenopening breder

A
  • Zorgt voor een veilige doorgang van het hoofd van een baby tijdens de bevalling
  • Verschillen in bekkenstructuren tussen mannen en vrouwen verklaren de verschillende mate van heupzwaai tijdens het lopen
    –> karakteristieken verschillen verschijnen tijdens de puberteit
37
Q

Vezelige gewrichten

A

Zijn onbeweeglijk: verbinden de botten in schedel en hersenen en stabiliseren schedel en hersenen

38
Q

Leg uit: fontanellen

A

Bij de geboorte: platte botten in de schedel van een baby zijn gescheiden door relatief grote ruimtes gevuld met vezelig bindweefsel. (fontanellen)
–> Zorgen ervoor dat het hoofd van de baby van vorm kan veranderen + tijdens de bevalling veilig door bekkenbodem geperst worden

kindertijd: geleidelijk verharden van de vezelachtige gewrichten

Volwassen: gewrichten zijn dunne lijnen of hechtingen tussen de schedelbotten

39
Q

Kraakbeengewrichten

A

=gewrichten waarin de botten zijn verbonden door hyalien kraakbeen
–> zijn enigszins beweegbaar dat een zekere mate van flexibiliteit mogelijk maakt

40
Q

Synoviale gewrichten

A

= de meest vrij beweegbare gewrichten waarin botten worden gescheiden door een dunne, met vloeistof gevulde holte
- De twee botten van een synoviaal gewricht zijn aan elkaar vastgemaakt en gestabiliseerd door ligamenten
- De binnenkant van de holt is bekleed met een synoviaal membraan dat synoviaal vocht afscheid om het gewricht te smeren en te dempen
-Om wrijving te verminderen: scharnierende opp. van de twee botten bedekt met een harde maar gladde laag hyalien kraakbeen
- Gewrichtkapsel gevormd door het synoviale membraan en het omringende hyaliene kraakbeen

41
Q

Benoem de verschillende soorten synoviale gewrichten

A
  1. Scharniergewricht: maakt beweging in één vlak mogelijk (bv: kniegewricht)
  2. Kogelgewricht: maakt een nog groter bewegingsbereik mogelijk
    –> afgeronde kap van het pot past in een kom, waardoor beweging in alle vlakken mogelijk is
42
Q

Pezen

A

een soort taai bindweefsel, die de botten met de spieren verbinden

43
Q

Benoem ziekte en aandoeningen van het skelet

A
  1. Osteoporose
  2. Verstuiking
  3. Bursitis en tendinitis
  4. Artritis
44
Q

osteoporose

A

een aandoening die word veroorzaakt door overmatig botverlies in de loop van de tijd –> leidt tot broze, gemakkelijk te breken botten

45
Q

Symptomen van osteoporose

A
  • Een gebogen houding
  • Moeite met lopen
  • Een verhoogde kans op botbreuk
46
Q

Risicofactoren voor osteoporose

A
  • Verschil M en V (zie samenvatting)
  • Roken
  • Sedentaire levensstijl
  • Lage calciuminname
  • Ondergewicht
47
Q

Behandelingen voor osteoporose

A
  • Voldoende calcium en vitamine D binnenkrijgen en uw hele leven een consistent trainingsprogramma aanhouden
  • Gewichtsdragende oefeningen en krachtraining omdat deze activiteiten de botmassa vergroten
  • Voor vrouwen: oesterogeenvervangingstherapie na de menopauze
  • Medicijnen
    –> Bifosfonaten: werken door de botresorberende functie van osteoclasten te remmen
    –> Teripatatide: medicijn dat een fragment is van het normale bijschildklierhormoonmolecuul, eerste osteoporosemedicijn dat de activiteit van de botvormende osteoblasten daadwerkelijk kan stimuleren
48
Q

Verstuiking

A

Het gevolg van uitgerekte of gescheurde ligamenten
symptomen: inwendige bloeding met daaropvolgende blauwe plekken, zwelling en pijn

49
Q

Behandeling verstuiking

A

-Veel tijd nodig om te genezen omdat ligamenten weinig cellen hebben en een slechte bloedtoevoer
- Lichte verstuikingen, waarbij de ligamenten alleen worden uitgerekt, genezen meestal vanzelf na verloop van tijd
- Als een groot ligament volledig is gescheurd, geneest het over het algemeen niet vanzelf en kan een operatie nodig zijn om het te verwijderen
–> Gewricht stabiliseren met een stukje pees of door andere ligamenten te verplaatsen
–> Gescheurde ligamenten in de knie zijn bijzonder lastig omdat ze het kniegewricht vaak permanent onstabiel maken en vatbaar maken voor toekomstige verwondingen

50
Q

Bursitis en tendinitis

A

Ontsteking van de pezen
= reactie op verwonding die wordt gekenmerkt door roodheid, warmte, zwelling en pijn

51
Q

Oorzaken van bursitis of tendinitis

A

-Scheurblessures aan pezen
- Fysieke schade veroorzaakt door slagen op het gewricht
- Sommige bacteriële infecties

52
Q

Behandeling voor bursitis of tendinitis

A
  • Pezen en weefsels langs de bursae zijn niet goed voorzien van bloedvaten, waardoor ze niet snel genezen
  • Aanbrengen van koude 1ste 24 uur en daarna warmte, het laten rusten van het geblesseerde gebied en het nemen van pijnstillende medicijnen
53
Q

Tenniselleboog

A

Pijnlijke aandoening die veroorzaakt word door bursitis of tendinitis
–> andere veel voorkomende locaties:
-knie
-schouder
-achilespees

54
Q

Artritis

A

Een algemene term voor gewrichtsontsteking
meest voorkomende type is artrose

55
Q

Artrose

A

Verslijten van het kraakbeen dat de uiteinden van de botten bedekt
–> na verloop van tijd wordt het bot dikker en kunnen er benige sporen ontstaan, die de gewrichtsbeweging verder beperken

Gevolg= verhoogde wrijving tussen benige oppervlakken en het gewricht wordt ontstoken en pijnlijk

56
Q

Behandeling voor artrose

A
  • medicijnen kunnen de ontsteking en pijn verminderen
  • chirurgische gewrichtsvervangingen voor ernstige artrose
  • injecties met hyaluronzuur, een bestanddeel van hyalien kraakbeen, kunnen ook jichtige kniepijn verminderen
  • advies om regelmatig te oefenen, wat helpt om het gezonde bewegingsbereik van de gewrichten te behouden
57
Q

Reumatoïde artritis

A

omvat ook gewrichtsontsteking, maar wordt veroorzaakt door eigen immuunsysteem van het lichaam dat per ongeluk de gewrichtsweefsels aanvalt ( is niet hetzelfde als artritis)