H4 - De positie van de kunstenaar Flashcards
De strijd tussen de verschillende kunstvormen
De status van kunstenaars waren afhankelijk van welk discipline ze beoefenden –> strijd (iedereen wilt dat zijn discipline het beste is)
= paragone
–> ongeziene vooruitgang in de kunst omdat beide partijen uitgedaagd werden om beter te doen dan de andere
De status van kunstenaars: oertijd
Allervroegste periode: anoniem
De status van kunstenaars: klassieke oudeheid
Vanaf de klassieke oudheid
enkele namen bekend (eerder bij specialisten)
Vaak ambachtslieden
Grote invloed op latere kunstenaars
Wat zijn ambachtslieden?
= gespecialiseerde vakmensen die handwerk verrichten in opdracht
De status van kunstenaars: middeleeuwen
500 - 1500
Gilden of beroepsorganisaties: niet vrijblijvend + monopolie van producten
Kunst = een beroep dat aangeleerd kan worden
Bepaalde methodes –> vernieuwingen tegengehouden
De status van kunstenaars: renaissance
1500 - 1600
Belangrijkste kenmerken: wedergeboorte klassieke oudheid + nieuwe focus op het individu
Kunstenaars = genieën + uomo universale
In opdracht van de kerk of mecenassen
Wat zijn mecenassen?
De opdrachtgevers van de kunstenaars
De status van kunstenaars: ateliers en kunstacademies
17de en 18e eeuw
Vanaf 17e eeuw: overheid actieve rol op kunsten
In grote steden: kunstacademies
Focus ligt op het technische aspect
Opleiding: dwong in bepaalde stijl (verheerlijking koning en zijn beleid)
Stijl dus vrij standvastig –> langzaam verandering
Vanaf 1725: oprichting salons
Wat is een salon?
= een expositieruimte waarin je je werken als beginnend kunstenaar kon tonen
Maakt of kraakt je reputatie
Pieter-Paul Rubens
Grootmeesters van de barok
Werkte in opdracht
Leiding over een groot atelier met vele medewerkers
Grote productie door de vele medewerkers + samenwerkingen met andere kunstenaars
De status van kunstenaars: kunstgalerijen
Vanaf de 19e eeuw
Steeds meer individueler + individualistischer
Verzet tegen officiële kunst MAAR traag proces: salons enige optie
Bourgeoisie richtten kunstgalerijen
2 gevolgen op kunst:
- De grootte van de canvassen worden kleiner (kunst is decoratie)
- Onderwerpen: dagdagelijkse taferelen (teken van verzet)
Wat is de bourgeoisie?
Burgers die rijk waren geworden door de industriële revolutie
Invloed: investeren in kunst voor rijkdom te tonen
Wat zijn kunstgalerijen?
= private ruimtes waar kunstenaars hun werk kunnen tentoonstellen
De status van kunstenaars: vandaag
Van de 20ste eeuw tot vandaag
Avant-garde: sterk individualisme
Vooral eerste helft 20ste eeuw: kunstenaars tegen de stroom in –> volk wilt niet echt mee (avant-gardistisch)–> went er uiteindelijk toch aan –> andere groep zet zich weer af = voorstelling van de kunstgeschiedenis
Meer commerciële kunstvormen: gebruik van idolen
Wat is avant-gardistisch?
Een bepaalde kunstenaar zet zich af tegen de manier waarop er kunst geproduceerd wordt, maar het publiek volgt niet meteen
Oorsprong nieuwe stijlen: kubisme, futurisme, surrealisme