H2 - Functies van kunst Flashcards
Kunst drukt mens-, maatschappij- en wereldbeelden uit: vroeger tot nu
Vroeger: religieus
Vanaf de 16eeuw: humanistischer, mens centraler
Op het einde van de 18e eeuw: verlichting, gelijkheid en vrijheid, IR en stedelijke cultuur, postmodernisme
Het religieuze mens- en wereldbeeld
Religieuze context
In opdracht van de kerk
Kunst verbeelden mythische verhalen
Uitdrukking = mythologisch of religieus
Narratieve functie van de kunst
Kunst vertelt een verhaal
Wat is iconoclasme?
= het verzet tegen de verering van symbolen
Educatieve functie van kunst
Kunst wordt gebruikt om mensen iets bij te leren
RENAISSANCE, reformatie en contrareformatie
Renaissance (vanaf 15e eeuw):
Benadrukking menselijke aspect van Christus
Bijzondere aandacht voor geboorte + dood
Nieuwe humanistische cultuur
Seculiere onderwerpen populair
Kerk nog steeds meeste opdrachtgever
Renaissance, REFORMATIE en contrareformatie
1517: 95 stellingen Maarten Luther
= beginpunt voor de reformatie
Protestanten keerden zich af van de Roomse pracht en praal –> soberheid
Religieuze beeldende kunst op achterplan –> BEELDENSTORM
Wat is de Beeldenstorm?
1566
Veel katholieke kunstwerken vernield
Renaissance, reformatie en CONTRAREFORMATIE
= reactie op de reformatie
Kunst als een belangrijk wapen
Kunst behandelden onderwerpen zoals de verering van Maria (alles wat de protestanten verwierpen)
Barokstijl razend populair
Barok tijdens de contrareformatie: kernmerken
Clair-obscur, drama, beweging, goddelijke onderwerpen, extreem realistische emoties
De idealen van de verlichting
Eerste helft van de 18e eeuw: rococo
- licht, kleurig, luchtig
- decoratief
- uitbundig
Tweede helft van de 18e eeuw: neo-classisicisme
- somber, serieus, politiek geladen
- afkeer drama
- beïnvloeding verlichting: geloof in rede, gelijkheid, vrijheid, aangeboren goedheid
Kenmerken nieuwe kunst: moderne kunst (invloeden)
- Opkomst kapitalisme
- Ontstaan stedelijke cultuur en moderne grootstad
- Technologische vooruitgang + nieuwe transportmiddelen
- Secularisme
- Optimisme
- De groei van een in kunst geïnteresseerde middenklasse
Postmodernisme
Vanaf de jaren 1960
Ironie, wantrouwen tegenover authenticiteit en originaliteit
Pluraliteit en relativiteit
Vermengt het hoge met het lage
Kunst druk macht uit
Kunstwerken kunnen politieke ideeën en machtsverhoudingen verbeelden, ondersteunen, relativeren of bestrijden
4 niveaus van politieke betekenisgeving (Joes Segal)
Artistieke intentie: wat wil de kunstenaar zeggen?
Kritische receptie: hoe wordt het werk geïnterpreteerd door kunstcritici of kunstkenners?
Kunsthistorische inbedding: hoe wordt het werk gepresenteerd als onderdeel van een groter zingevend verband?
Politieke gebruik of misbruik: hoe spannen politici, bestuurders kunstenaars voor hun karretje?