Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Filosofie > H3 wetenschapsfilosofie 2 > Flashcards

H3 wetenschapsfilosofie 2 Flashcards

1
Q

Wat is wetenschapsfilosofie?

A

Een discipline van de filosofie die zich bezighoudt met het kritische onderzoek naar de vooronderstellingen, methoden en resultaten van de wetenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de twee hoofdcategorieën van wetenschappen die onder wetenschapsfilosofie vallen.

A
  • Natuurwetenschappen
  • Sociale wetenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de normatieve taak van de wetenschapsfilosofie?

A

Filosofische of epistemologische adequaatheid: wetenschappelijke theorieën moeten aansluiten bij filosofische ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de descriptieve taak van de wetenschapsfilosofie in?

A

Historische adequaatheid: beschrijvingen moeten overeenkomen met hoe wetenschap daadwerkelijk wordt bedreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de vier onderwerpen binnen de wetenschapsfilosofie.

A
  • Karakter van wetenschappelijke uitspraken en concepten
  • Hoe de natuur wordt verklaard, voorspeld en beïnvloed
  • Methoden om de juistheid van informatie te bepalen
  • Beschrijving/toepassing van deze methoden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn ontologische kenmerken in de wetenschapsfilosofie?

A

Wat is iets en hoe bestaat het?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe definieert men empirisme binnen de wetenschapsfilosofie?

A

Kennis komt voort uit ervaring en waarneming. Wetenschappelijke uitspraken moeten herhaalbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt reductionisme in?

A

Complexe systemen kunnen worden teruggebracht tot eenvoudigere verklaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het principe van Ockhams scheermes?

A

De eenvoudigste verklaring heeft de voorkeur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is confirmation bias?

A

Mensen zoeken eerder bewijs voor hun overtuiging dan tegenbewijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat stelt het coherentisme over kennis?

A

Kennis is gerechtvaardigd binnen een samenhangend systeem van overtuigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie bekritiseerde het idee van een vaste wetenschappelijke methode?

A

Paul Feyerabend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem de fases van Thomas Kuhn’s paradigma’s en wetenschappelijke revoluties.

A
  • Voorwetenschappelijke fase
  • Normale wetenschap
  • Wetenschappelijke revolutie
  • Preparadigmatisch stadium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Actor-Netwerktheorie (ANT)?

A

Onderzoekt hoe wetenschap wordt beoefend en hoe waarheid tot stand komt, waarbij menselijke en niet-menselijke actoren de realiteit construeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de principes van een gedragscode voor wetenschappelijk onderzoek?

A
  • Eerlijkheid
  • Zorgvuldigheid
  • Transparantie
  • Onafhankelijkheid
  • Verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een misvatting over ADHD?

A

ADHD is gebaseerd op subjectieve criteria, geen objectieve medische test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de lange-termijnvoordelen van medicatie voor ADHD?

A

Na 8 jaar geen significante voordelen ten opzichte van kinderen zonder medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat moet er gestimuleerd worden volgens de beoordeling van wetenschappelijk onderzoek?

A

Open science moet worden gestimuleerd: onderzoeksresultaten breed toegankelijk maken en samenwerking met de samenleving bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn mogelijke oplossingen voor de huidige problemen in de wetenschap?

A
  • Flexibele loopbanen
  • Balans tussen individu en team
  • Kwaliteit boven kwantiteit
  • Open wetenschap
  • Sterk academisch leiderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het doel van het Standaard Evaluatie Protocol (SEP)?

A

De focus ligt op de inhoud en kwaliteit, niet op publicatieaantallen of impactfactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is epistemologische kenmerken

A

Hoe is iets te kennen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is methodologische kenmerken

A

Hoe is iets te onderzoeken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is sociaal-filosofische kenmerken

A

Hoe beïnvloeden onderzoek en omgeving elkaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
realisme
Wetenschappelijke modellen weerspiegelen de werkelijkheid zoals die is.
26
instrumentalisme
Wetenschappelijke theorieën zijn bruikbare instrumenten om verschijnselen te verklaren, niet per se een exacte weergave van de werkelijkheid.
27
sociaal constructivisme
Wetenschappelijke kennis wordt gevormd door sociale en politieke contexten.
28
hebberig reductionisme
Alles zou uiteindelijk gereduceerd kunnen worden tot natuurwetenschappen, maar sommige systemen zijn te complex.
29
inductie
Op basis van waarnemingen wordt een algemene theorie gevormd.
30
deductie
Vanuit algemene premissen wordt een specifieke conclusie getrokken.
31
falsifieerbaarheid
Theorieën moeten testbaar en potentieel te weerleggen zijn.
32
Een discipline van de filosofie die zich bezighoudt met het kritische onderzoek naar de vooronderstellingen, methoden en resultaten van de wetenschappen.
Wat is wetenschapsfilosofie?
33
* Natuurwetenschappen * Sociale wetenschappen
Noem de twee hoofdcategorieën van wetenschappen die onder wetenschapsfilosofie vallen.
34
Filosofische of epistemologische adequaatheid: wetenschappelijke theorieën moeten aansluiten bij filosofische ideeën.
Wat is de normatieve taak van de wetenschapsfilosofie?
35
Historische adequaatheid: beschrijvingen moeten overeenkomen met hoe wetenschap daadwerkelijk wordt bedreven.
Wat houdt de descriptieve taak van de wetenschapsfilosofie in?
36
* Karakter van wetenschappelijke uitspraken en concepten * Hoe de natuur wordt verklaard, voorspeld en beïnvloed * Methoden om de juistheid van informatie te bepalen * Beschrijving/toepassing van deze methoden
Noem de vier onderwerpen binnen de wetenschapsfilosofie.
37
Wat is iets en hoe bestaat het?
Wat zijn ontologische kenmerken in de wetenschapsfilosofie?
38
Kennis komt voort uit ervaring en waarneming. Wetenschappelijke uitspraken moeten herhaalbaar zijn.
Hoe definieert men empirisme binnen de wetenschapsfilosofie?
39
Complexe systemen kunnen worden teruggebracht tot eenvoudigere verklaringen.
Wat houdt reductionisme in?
40
De eenvoudigste verklaring heeft de voorkeur.
Wat is het principe van Ockhams scheermes?
41
Mensen zoeken eerder bewijs voor hun overtuiging dan tegenbewijs.
Wat is confirmation bias?
42
Kennis is gerechtvaardigd binnen een samenhangend systeem van overtuigingen.
Wat stelt het coherentisme over kennis?
43
Paul Feyerabend
Wie bekritiseerde het idee van een vaste wetenschappelijke methode?
44
* Voorwetenschappelijke fase * Normale wetenschap * Wetenschappelijke revolutie * Preparadigmatisch stadium
Noem de fases van Thomas Kuhn's paradigma's en wetenschappelijke revoluties.
45
Onderzoekt hoe wetenschap wordt beoefend en hoe waarheid tot stand komt, waarbij menselijke en niet-menselijke actoren de realiteit construeren.
Wat is de Actor-Netwerktheorie (ANT)?
46
* Eerlijkheid * Zorgvuldigheid * Transparantie * Onafhankelijkheid * Verantwoordelijkheid
Wat zijn de principes van een gedragscode voor wetenschappelijk onderzoek?
47
ADHD is gebaseerd op subjectieve criteria, geen objectieve medische test.
Wat is een misvatting over ADHD?
48
Na 8 jaar geen significante voordelen ten opzichte van kinderen zonder medicatie.
Wat zijn de lange-termijnvoordelen van medicatie voor ADHD?
49
Open science moet worden gestimuleerd: onderzoeksresultaten breed toegankelijk maken en samenwerking met de samenleving bevorderen.
Wat moet er gestimuleerd worden volgens de beoordeling van wetenschappelijk onderzoek?
50
* Flexibele loopbanen * Balans tussen individu en team * Kwaliteit boven kwantiteit * Open wetenschap * Sterk academisch leiderschap
Wat zijn mogelijke oplossingen voor de huidige problemen in de wetenschap?
51
De focus ligt op de inhoud en kwaliteit, niet op publicatieaantallen of impactfactoren.
Wat is het doel van het Standaard Evaluatie Protocol (SEP)?
52
Hoe is iets te kennen?
Wat is epistemologische kenmerken
53
Hoe is iets te onderzoeken?
wat is methodologische kenmerken
54
55
Hoe beïnvloeden onderzoek en omgeving elkaar?
wat is sociaal-filosofische kenmerken
56
Wetenschappelijke modellen weerspiegelen de werkelijkheid zoals die is.
realisme
57
Wetenschappelijke theorieën zijn bruikbare instrumenten om verschijnselen te verklaren, niet per se een exacte weergave van de werkelijkheid.
instrumentalisme
58
Wetenschappelijke kennis wordt gevormd door sociale en politieke contexten.
sociaal constructivisme
59
Alles zou uiteindelijk gereduceerd kunnen worden tot natuurwetenschappen, maar sommige systemen zijn te complex.
hebberig reductionisme
60
Op basis van waarnemingen wordt een algemene theorie gevormd.
inductie
61
Vanuit algemene premissen wordt een specifieke conclusie getrokken.
deductie
62
Theorieën moeten testbaar en potentieel te weerleggen zijn.
falsifieerbaarheid

Filosofie (7 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions