H3. Sociale cognitie: hoe we denken over de sociale wereld Flashcards
Sociale cognitie
Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; specifieker: hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te nemen,
Automatisch denken
Denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning geschiedt
Schema’s
Mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de socile wereld te organiseren rond thema’s of objecten. Deze structuren hebben invloed op de informatie die mensen opmerken, waarover ze nadenken en die ze zich herinneren
Scripts
Schema’s over specifieke gebeurtenissen,
oftewel de beschrijving van hoe zo’n
gebeurtenis gewoonlijk verloopt
Toegankelijkheid
Mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden waardoor het
waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze oordelen over de sociale wereld.
Priming
Het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept verhogen.
Perseveratie-effect
Bevinding dat opvattingen van mensen over zichzelf en de sociale wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel
Bestraffingseffect
Bevinding dat positieve opvattingen
over de sociale wereld waarvan bewezen wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen
Zeigarnikeffect
Het fenomeen dat niet voltooide doelen het automatisch denken blijven beheersen
Beoordelingsheuristiek
Mentale aanname die mensen gebruiken om snel en efficiënt te kunnen oordelen
Beschikbaarheidsheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren op het gemak waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen
Representativiteitsheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen iets classificeren
op grond van de mate waarin het lijkt op een karakteristiek geval.
Informatie over de basisfrequentie
informatie over de regelmaat waarmee leden van verschillende categorieën in de populatie voorkomen.
Anker- en correctieheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde als beginpunt gebruiken en vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren
Analytische denkstijl
Manier van denken waarbij mensen zich richten op de kenmerken van objecten zonder aandacht te schenken aan de context; deze manier van denken is gebruikelijk in de westerse wereld
Holistische denkstijl
Manier van denken waarbij mensen zich richten op het geheel,
met name de wijze waarop objecten zich tot elkaar verhouden; deze manier van denken is gebruikelijk in Oost-Aziatische culturen.
Gecontroleerd denken
Denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en dat inspanning vereist
Tegenfeitelijk denken
Een aspect van het verleden op mentaal niveau veranderen zodat je je kunt voorstellen hoe het had kunnen zijn
Gedachteonderdrukking
Poging om alle gedachten over iets wat we zo snel mogelijk willen vergeten, te vermijden
Barrière van overdreven zelfvertrouwen
Gegeven dal mensen gewoonlijk te veel vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen