H2. Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek? Flashcards
Bystander (omstander) effect
situaties waarin getuigen geen hulp verlenen
Hindsight bias
de neiging van mensen om hun vermogen om een uitkomst te voorspellen te overdrijven nadat ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruitziet.
Spreiding van verantwoordelijkheid (Latané en Darley)
het fenomeen dat hoe meer mensen getuige zijn van een noodsituatie, hoe kleiner de kans is dat een individu zal ingrijpen
Observationele methode
techniek waarbij een onderzoeker mensen observeert en zijn of haar metingen of indrukken over hun gedrag systematisch vastlegt
Etnografie
Methode waarbij een onderzoeker probeert een groep of cultuur te begrijpen door die van binnenuit te observeren, zonder de groep zijn eigen normen en waarden op te leggen. Een voorbeeld van observationeel leren. De belangrijkste methode van de culturele antropologie.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
De mate van overeenkomst tussen de resultaten van twee of meer mensen die onafhankelijk van elkaar een dataset observeren en coderen.
Analyse van archieven
vorm van de observationele methode waarbij de onderzoeker de verzamelde documentatie, oftewel de archieven, van een cultuur onderzoekt
Correlationele methode
Techniek waarbij twee of meer variabelen systematisch worden gemeten en waarmee wordt vastgesteld wat de relatie is tussen die variabelen
Correlatiecoëfficiënt
Een maat voor correlatie waarmee je de samenhang kunt vaststellen tussen twee variabelen
Vragenlijstonderzoek (surveys)
onderzoek waarin aan een representatieve steekproef van mensen (vaak anonieme) vragen gesteld worden over hun attitudes of gedrag
Aselecte steekproef
manier om ervoor te zorgen dat een steekproef representatief is voor de populatie doordat iedereen in de populatie evenveel kans heet om geselecteerd te worden voor de steekproef
At random steeproef (randomisatie)
het willekeurig ordenen of in groepen indelen van een populatie
Experimentele methode
Methode waarbij de onderzoeker proefpersonen willekeurig aan verschillende condities toewijst en ervoor zorgt dat deze condities identiek zijn met uitzondering van de onafhankelijke variabele
Onafhankelijke variabele
de variabele die een onderzoeker verandert of varieert om te zien of dat effect heeft op een andere variabele
Afhankelijke variabele
de variabele die de onderzoeker meet om te zien of die wordt beïnvloed door de onafhankelijke variabele, de onderzoeker heeft de hypothese dat de afhankelijke variabele afhangt van de onafhankelijke variabele