H3 Sensatie en perceptie Flashcards
Welke drie kenmerken bepalen of stimuli worden omgezet in sensatie?
- Transductie
- Sensorische adaptie
- Drempels
Wat is transductie?
Transductie is het proces waarbij stimulusinformatie wordt omgezet in zenuwimpulsen.
Wat is sensorische adaptie? Wat is het nut?
Proces waardoor receptorcellen minder gevoelig worden voor een stimulus als deze een bepaalde tijd op hetzelfde niveau wordt aangeboden.
Door sensorische adaptie worden we niet totaal overspoeld met stimuli, maar merken we vooral veranderingen op.
Wat is de absolute drempel?
De hoeveelheid stimulatie die nodig is om iemand de helft van de tijd een stimulus te laten opmerken.
Wat is de verschildrempel?
Het kleinst mogelijke verschil tussen twee stimuli dat iemand de helft van de tijd nog kan opmerken.
Wat is de Wet van Weber?
De wet van weber zegt dat verschildrempel proportioneel in verhouding staat tot de intensiteit van de stimulus. (Als de tv hard staat moet je hem een groot stuk zachter zetten om iemand het verschil te laten merken, als de tv zacht staat hoef je hem maar iets zachter te zetten om iemand het verschil te laten opmerken.
Wat is de signaaldetectietheorie?
Volgens de signaaldetectietheorie is sensatie afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, de achtergrondstimulus en de detector.
Wat is de relatie tussen sensatie en perceptie?
Perceptie geeft betekenis aan sensatie. Door perceptie ontstaat een interpretatie van de externe wereld, geen letterlijke kopie.
Wat houdt de wat-route in?
De wat-route verwerkt visuele informatie op twee manieren:
- Het haalt informatie over specifieke objecten naar boven
- Het haalt informatie op over de omgeving, context
Wat houdt de waar-route in?
De waar-route bepaalt waar een object zich bevindt t.o.v. ons eigen lichaam.
Wat is blindzicht?
Mensen met blindzicht hebben schade aan de wat-route. Ze zijn zich dus niet visueel bewust van voorwerpen om zich heen, maar kunnen door de waar-route nog wel voorwerpen aanraken of er overheen stappen.
Wat zijn kenmerkdetectoren? Hoe heet het probleem dat we niet weten hoe de hersenen informatie uit kenmerkdetectoren verbindt tot één enkel percept?
Cellen in de cortex die gespecialiseerd zijn in het opmerken van bepaalde kenmerken in stimulusinformatie.
Dit probleem heet het binding problem.
Perceptie bestaat uit twee complementaire processen. Hoe heten deze processen en wat houden ze in?
- Top-downverwerking. Hierbij spelen onze herinneringen, verwachtingen, emoties en ervaringen een rol bij perceptie. Je bent primair afhankelijk van een beeld of idee in je geest om een stimulus te interpreteren.
- Bottom-upverwerking. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de kenmerken van de stimulus en niet zozeer op een beeld of idee in onze geest.
Wat is perceptuele constantie?
Het vermogen om hetzelfde object in verschillende omstandigheden te herkennen.
Noem de twee verschijnselen waarbij we iets niet opmerken terwijl het vlak voor onze neus plaatsvindt.
- Perceptuele blindheid (selectieve aandacht)
2. Veranderingsblindheid