H3,1 algemene kennis Flashcards
1
Q
Griekenland =
A
Hellas
2
Q
schiereiland
A
omringd Middellandse, Egeïsche en Ionische zee
3
Q
delen Oude Griekenland =
A
Griekse vasteland + eiland in Ionische en Egeïsche zee en Klein-Azië(Turkije)
4
Q
landschap =
A
bergachtig
5
Q
landbouw =
A
in de dalen, olijfbomen en druivelaars
6
Q
Grieken aan zee =
A
door economische situatie
7
Q
handel bij (landen en plekken)=
A
Nabije Oosten, Egypte, Zwarte zee
8
Q
Exportproducten =
A
wijn, olijfolie
9
Q
koloniseerden voor =
A
meer economische mogelijkheden
10
Q
Griekenland in 1000 v.Chr =
A
oostelijk gelegen Griekse eilanden, westkust van Klein-Azië
11
Q
Griekenland in 800 v.Chr - 500 v.Chr =
A
Zuid Italië, Sicilië, kusten Zwarte zee
12
Q
Magna Graecia =
A
Groot-Griekenland: Zuid-Italië + Sicilië