gotische inleiding Flashcards

1
Q

tijd?

A

ca. 1200-1500, behalve Italië: renissance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

term gotiek:

A

spotnaam, afgeleid v.d. goten (germaansestam), gebruikt in de renissance (16de eeuw): kunst is niet gebaseerd op de Klassieke Oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Frankrijk tijdens 13de eeuw:

A

bouwden Notre Dam om macht te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

15de eeuw:

A

Hertogen v. Bourgindie: stelden onafhankelijk, einde 15de eeuw terug in gelijvd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

12de eeuw(maatschappij):

A

Feodale maatschappij verdwijnt, handelsactiviteit nam toe, stedengroeien, nieuwe rijke klassen: rijke handelaars, de burgerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Godsdients beleving:

A

in steden, bedelorders(monniken), relieken -en heiligenverering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1200:

A

verspreiding gotische stijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gotische verspreiding vanuit:

A

île de france

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kathedralen & burgelijke gebouwen(soorten):

A

hallen, belforten, stadshuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly