Gotische kenmerken Flashcards
Latijns kruis:
blijft maar verdwijnt in het gebouw
Uitbreidingen
Veelhoekig koor + krans
grotere kooromgang
brede zij- en midden beuken
Dwarsbeuk wordt groter
Westbouw:
militaire functie valt weg, wordt het symbool voor de rijkdom, macht en onafhankelijkheid v.d. stad
Middenbeuk:
uitgebreidt om meer gelovige toe te laten
Overwelving:
druk wordt naar buiten afgeleid: opgevangen door luchtbogen en steunberen (geraamte bouw)
Geraamte bouw:
steunberen en luchtbogen
Kruisgewelf:
kruisribgewelf + spitsboog
plaatsen v.d spitsboog:
op de pijlers die middenbeuk v. zijbeuk scheidt, als gordelboog tussen gewelven, als deur- en vensteromlijsting
Opstand gotische kerk:
driedelig
ONDERSTE GELEDING: begane grond, arcade v. rankezuilen
MIDDELSTE GELEDING: vlak boven zijbeuk, extra triforium (tussengalerijtje)
BOVENSTE GELEDING: grote kleurrijke glasramen v.d lichtbeuk
Stijlkenmerken binnenzijde:
BOGEN: spitsbogen
OVERWELVING: kruisribgewelf(gkruisgewelf m. versterkte ribben + spitsbogen)
DRAGENDE ELEMENTEN: weinig tot geen, behalve slanle pijlers
BOUWRICHTING: verticalisme: richting het goddelijk licht
INTERIEURVERSIERING: uitbundig glazen ramen
Stijlkenmerken buitenzijde:
STEUNENDE ELEMENTEN: complex, luchtbogen en steunberen
TORENS: de hoogte in, bekeusende skyline
BOUWRICHTING: verticalisme
VERSIERING: overdadig: pinakels, waterspuwers, roosvenster, vele sculpturen, …