H.2, Les 4: Het verloop van de Franse Revolutie: van Bastille tot Terreur Flashcards
Je kunt uitleggen waarom de derde stand uit de Staten Generaal stappen en de Nationale Vergadering oprichten.
De laatste bijeenkomst van de Staten Generaal vond zich plaats in 1614. Veel later in 1789 gaf de koning toe om de Staten Generaal weer bijeen te roepen, omdat de adel om een goedkeuring vroeg voor een nieuwe belasting die de koning vastlegde. Niemand wist precies wat de regels waren, omdat het zo lang geleden was. De koning besliste dat er net als vroeger per stand moest worden gestemd. De Derde Stand waren hier mee niet eens, want ze vonden dat alle mensen van de vergadering voor zich zouden moeten stemmen. Zo hoopten ze een meerderheid te krijgen voor hun plannen. Ook wouden ze dat ze over andere dingen spreken dan de financiën. De koning weigerde, omdat het hem alleen om geld ging voor de bijna lege schatkist.
De vertegenwoordigers van de Derde Stand besloten toen in juni zelf een vergadering te organiseren. Zij benoemden zich tot Nationale Vergadering (vergadering dat het hele Franse volk vertegenwoordigde).
Je kunt uitleggen welke maatregelen de NV neemt en wat de gevolgen hiervan zijn.
Tijdens deze vergadering werd besloten dat er in Frankrijk een grondwet moest komen, waarin:
-De macht van de koning werd beperkt.
-De rechten en plichten van alle Fransen werden vastgelegd.
De meeste lage geestelijken gaven steun aan de Derde Stand en enkele edelen deden met de Derde Stand mee. Lodewijk XVI was kwaad, omdat de Derde Stand grote veranderingen in Frankrijk wilde invoeren, veel grotere dan de adel wilde.
Hij verbood ze te vergaderen en liet de vergaderzaal afsluiten. De Derde Stand weigerde echter te luisteren. De koning merkte dat er niet naar hem werd geluisterd en gaf toe, hij beval de edelen en hoge geestelijken om deel te nemen aan de Nationale Vergadering.
De koning liet op aanraden van de edelen troepen naar de rand van Parijs komen. Hierdoor veranderde de situatie in Frankrijk snel. De adel en de koning streden eerst om de macht, maar nu is het een strijd geworden tussen de Derde Stand aan de ene kant en de koning en de adel aan de andere kant.
Je kunt de oorzaken, het verloop en de gevolgen van de bestorming van de Bastille uitleggen.
De Arme Parijzenaars bestormen de Bastille op 14 juli 1789.
Oorzaak: Ze waren bang voor de soldaten aan het rand van Parijs.
Verloop: De koning besloot na de val van de Bastille de soldaten weg te sturen. Veel edelen vluchtten daarop het land uit. De Parijse bevolking had de Nationale Vergadering gered. Vanaf die tijd is de 14de juli in Frankrijk een nationale feestdag.
Gevolgen: Na de val van de Bastille werd het verhaal rondverteld dat de edelen soldaten aan het verzamelen waren om boeren te vermoorden. De boeren raakten in paniek. De haat tegen de adel was zo groot dat boeren toen de landgoederen van edelen gingen plunderen.
Om een einde te maken aan de opstand besloot de Nationale Vergadering in de nacht van 4 op 5 augustus dat de adel afstand moest doen van zijn voorrechten. De koning wou dit eerst niet goedkeuren, maar hij werd gedwongen om met zijn gezin van Versailles naar Parijs te verhuizen, toen keurde hij het goed uit angst voor nieuwe problemen.
Je kunt uitleggen welke veranderingen (en waarom) de NV gaat doorvoeren als ze aan de macht komen.
De Nationale Vergadering gaat verder met hervormen (1789-1791).
-De Nationale Vergadering nam op 26 augustus 1789 een Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger aan. Daarin werden ideeën van de verlichters over vrijheid en gelijkheid vastgelegd. Zij wouden namelijk de rechten en plichten van de Fransen vastleggen.
-De afschaffing van de voorrechten van adel en geestelijkheid werd in een grondwet verder uitgewerkt, die in 1791 gereedkwam. Ze vonden dat de voorrechten ongelijkheid veroorzaakte in de samenleving. Ze streefden ook naar een meer gelijke maatschappij tijdens de Franse Revolutie.
~De edelen mochten geen recht meer spreken op hun landgoederen, geen belasting meer heffen en geen speciale diensten meer vragen.
-Alle ambten in de regering, in de Kerk en in het leger werden voor iedereen opengesteld. Je afkomst deed er niet meer toe.
-Geestelijken moesten een eed van trouw aan de regering afleggen.
-Het grondbezit van de Kerk werd haar afgenomen.
-De geestelijken kregen een salaris van de regering.
(Tot hier, de redenen voor de vier bovenstaande veranderingen zijn: Ze streven naar een gelijke maatschappij tijdens de Franse Revolutie, en ze streven naar vrijheid.)
(Maar er kwam geen volledige gelijkheid):
-De bourgeoisie en de rijke boeren konden de grond kopen die van de Kerk was afgenomen, de arme boeren hadden daarvoor geen geld.
-De zakenlieden kregen meer vrijheid om te handelen.
-Aan de arbeiders werd het verboden te staken en vakverenigingen op te richten.
-De grondwet beperkte de macht van de koning sterk. De meeste macht kwam in handen van rijke burgers.
-Alleen mannen met enig bezit kregen kiesrecht.
Je kunt uitleggen waarom de spanning in Frankrijk rond 1791 opnieuw toeneemt.
In 1791 probeerde de koning naar het buitenland te vluchten, waar een leger van Franse edelen op hem wachtte. Maar de vlucht mislukte. Daardoor groeide de angst voor een buitenlandse aanval om de koning te helpen. De Franse Revolutionaire regering besloot zelf een oorlog te beginnen. De regering hoopte door die oorlog een einde te maken aan de verdeeldheid onder de Fransen. Samen zouden de Fransen buitenlandse regeringen ten val brengen die de Franse Revolutie niet goed gezind waren. Samen zouden ze zorgen dat andere volken dezelfde rechten kregen als de Fransen.
Je kunt uitleggen waarom de koning werd onthoofd.
In april 1792 verklaarde Frankrijk de oorlog aan Oostenrijk. Pruisen kwam Oostenrijk helpen, hun troepen vielen Frankrijk binnen. Uit woede daarover werd in Parijs het paleis van Lodewijk door revolutionairen bestormd. De koning en zijn gezin werden gevangen genomen. Kort daarop, in september 1792, werd de koning afgezet en werd Frankrijk een republiek.
In januari 1793 verscheen Lodewijk voor het parlement om zich te verdedigen. Hij werd beschuldigd van landverraad. Een zeer kleine meerderheid in het parlement veroordeelde hem ter dood. Nu schrokken ook andere landen. Oostenrijk en Pruisen kregen hulp van andere landen (Oo, Pr, Eng, Rep, Sp, Po, Zw). Frankrijk werd in datzelfde jaar 1973 van alle kanten aangevallen.
Je kunt uitleggen waarom de gematigden en de radicalen tegenover elkaar komen te staan en tot welke gebeurtenissen dit leidt.
De strijd tussen gematigde revolutionairen en radicalen werd in 1793 beslist. De radicalen waren een kleine groep die nog meer hervormingen wilden, zoals kiesrecht voor iedereen, verhoging van de lonen en verlaging van de prijzen. De radicalen en gematigden hadden over het algemeen wel dezelfde idealen. Het verschil was dat de gematigden geleidelijke en langzame veranderingen wouden, terwijl de radicalen meer snelle en drastische verandering wilden. Hierdoor ontstonden er spanningen tussen de twee partijen. De radicalen onder leiding van Robespierre kregen de steun van de arme Parijse bevolking. In juni 1793 omsingelden ongeveer 80.000 gewapende Parijzenaars het parlementsgebouw. Zij wilden 29 gematigden gevangennemen. Acht van hen wisten te vluchten, de rest werden gearresteerd en later terechtgesteld. Vanaf dat moment hadden de radicalen in de Nationale Vergadering de meerderheid.
De Radicalen begonnen de Terreur, een periode van massale executies, omdat ze vonden dat de vijanden van de revolutie moesten worden terechtgesteld. De Radicalen organiseerden ook het bestuur en de leger in Frankrijk beter. De buitenlandse vijanden werden verslagen en er kwam een einde aan de Terreur.
Je kunt uitleggen waarom je de Franse Revolutie ook een burgeroorlog kunt noemen.
De Franse Revolutie kan worden beschouwd als een burgeroorlog, omdat het niet alleen een strijd was tegen een externe vijand, maar ook een interne strijd tussen verschillende facties binnen Frankrijk, die vochten om de controle over de toekomst van het land.
Je kunt uitleggen waarmee de periode van de Terreur begint en tot een eind komt.
De Radicalen begonnen de Terreur, een periode van massale executies, omdat ze vonden dat de vijanden van de revolutie moesten worden terechtgesteld. Wie het niet met hen eens was, was volgens hen een vijand van de revolutie. Wie beschuldigd werd, kreeg bijna altijd de doodstraf. Kans om zich te verdedigen, kreeg men nauwelijks. Tot de eerste slachtoffers behoorde Marie Antoinette. 13216 mensen uit alle bevolkingslagen werden tot de guillotine veroordeeld. Nog ongeveer 22000 mensen werden zonder enige vorm van rechtspraak gedood.
De Radicalen vonden dat de Terreur nodig was om Frankrijk en de ideeën van de revolutie te redden. Maar tijdens de Terreur werden veel mensen zomaar van iets beschuldigd. Ook enkele radicalen kwamen onder de guillotine. Toen vonden niet alleen de gematigden, maar ook de radicalen dat er een einde moest komen aan de Terreur: In een spannende vergadering in het parlement wist de meerderheid Robespierre en zijn aanhangers buiten de wet te stellen. Zij allen werden de volgende dag geëxecuteerd.
Je kunt uitleggen op welke manier Frankrijk wordt bestuurd na de periode van de Terreur.
Na de Terreur wist de bourgeoisie de macht weer in handen te krijgen. De leiding kreeg vijf personen, directeuren genoemd. Jaarlijks werd 1 van hen vervangen. De periode waarin zij aan de macht waren (1795-1799), wordt het Directoire genoemd.
[Napoleon Bonaparte was een jonge officier. Na enkele jaren werd hij benoemd tot generaal In 1799 besloot hij, gesteund door zijn troepen, zelf de macht in handen te nemen: er kwam nu een bestuur van één man.]
Wie waren de reactionairen? Hoe stonden zij in Frankrijk en in het buitenland?
Niet alle Fransen gingen de regering steunen. Een groep edelen en hoge geestelijken vonden dat de hervormingen te ver waren gegaan, zij werden de reactionairen genoemd. (In Frankrijk; weinig, Buitenland: steun van veel vorsten die bang waren voor een revolutie in hun eigen land.)
Wat waren de oorzaken van de Franse Revolutie?
- Economische omstandigheden (honger, armoede, werkloosheid, lage lonen)
- Ongelijkheid (standenmaatschappij)
- Wanbestuur van de koning
- Verlichtingsidealen
Hoe verloopt een politieke revolutie?
Fase 1 (de gematigde fase): De bestaande regering wordt verdreven en gematigde hervormers nemen de macht in handen.
Fase 2 (de radicale fase): De gematigde hervormers worden verdreven door radicale hervormers. Deze willen veel en snelle veranderingen. Hierbij wordt veel geweld gebruikt.
Fase 3: Fase van chaos. Een sterke man, geholpen door een leger, grijpt de macht.
Wat wil wie? In de Franse Revolutie strijden drie partijen om de macht.
De gematigden. Dit zijn de leden van de bourgeoisie. Zij willen de ideeën van de Verlichting doorvoeren: gelijkheid en vrijheid! Zij zijn na de invoering van de grondwet tevreden.
De radicalen. Dit is het arme deel van de derde stand. Zij willen hervormingen die ook voor hen goed uitpakken: einde aan de armoede, meer welvaart en ook stemrecht voor de armen. Zij gebruiken geweld om hun doelen te bereiken.
De reactionairen: de aanhangers van de koning en een (groot) deel van de adel en geestelijkheid. Zij willen terug naar de situatie zoals die was voor de revolutie.
Wat gebeurt er? Noem de tijdbalk van de Franse Revolutie (2.4).
De koning roept in mei 1789 de Staten-Generaal bijeen. Doel: goedkeuring voor nieuwe belastingen. Binnen de S-G ontstaat er ruzie over de wijze van stemmen.
De Derde Stand roept zichzelf uit tot Nationale Vergadering. (9 juli 1789)
De bestorming van de Bastille (14 juli 1789)
De boeren komen in opstand (1789)
De Nationale Vergadering gaat hervormingen doorvoeren 1789-1791 (afschaffen voorrechten voor adel en geestelijkheid, afschaffen standenmaatschappij, grondwet, Verklaring van de Rechten van de mens en de Burger) De N.V. wordt geleid door de gematigden.
Lodewijk XVI probeert met zijn gezin naar het buitenland te vluchten. (20 juni 1791). Gevolgen: Fransen keren zich tegen de koning (radicalen krijgen meer aanhang) en er ontstaat angst voor een buitenlandse inval.
April 1792: Frankrijk verklaart de oorlog aan Oostenrijk (geboorteland M-A). Pruisen steunt Oostenrijk en samen vallen ze Frankrijk binnen.
September 1792: De koning wordt afgezet; Frankrijk wordt een republiek.
Het lied ‘Marseillaise” ontstond. (1792)
Januari 1793: Lodewijk XVI verscheen voor het parlement om zich te verdedigen. Hij wordt beschuldigd van hoogverraad en wordt ter dood veroordeeld.
Als gevolg van 8 vallen veel Europese landen Frankrijk aan (Oo, Pr, Eng, Rep, Sp, Po, Zw) (1793).
Radicalen krijgen een meerderheid in de N.V. (1793-1794). In juni 1793, 80.000 aanhangers omsingelen de N.V. en schakelen 29 gematigden uit. (Begin Fase 2)
Begin van de Terreur. Vijanden van de revolutie worden uitgeschakeld. 13.216 worden onthoofd. 22.000 mensen worden zonder enige vorm van rechtspraak gedood.
Radicalen hervormen en verbeteren bestuur en leger. Invoering van dienstplicht (augustus 1793).
Het Franse leger behaalt successen. De buitenlandse legers en hun bondgenoten (de reactionairen) worden verslagen.
Einde van de Terreur; Robespierre wordt onthoofd (28 juli 1794)
Marseillaise wordt volkslied (1795)
Periode van chaos; 1795-1799 (Fase 3). Een nieuwe, corrupte regering had onvoldoende steun. De onrust in Frankrijk wordt zo groot dat er een roep om een sterke man ontstaat.
Napoleon pleegt een staatsgreep (1799).
Napoleon draait veel verworvenheden van de revolutie weer terug: inspraak, democratie, etc…
Napoleon kroont zichzelf tot keizer. (1804)
