H2 Flashcards
2.1 Mills argumenten voor ontplooiing
welke 3 argumenten heeft Mill?
- Waarom is het gekoppeld aan het consequentialisme
1 Ontplooiingsliberalisme alleen mogelijk in democratie
Vrijheid je intelligentie te gebruiken = hoogste genot!
2 In representatieve democratie doet iedereen mee
Iedereen doet mee -> Beste idee voor de samenleving
3 Evenredige representatie, geen districtenstelsel
- democratie geeft grootste geluk voor grootste aantal
Rousseau: leg aan de hand van de onderstaande begrippen uit waarom we tot bloei komen in een democratie
1 Zelfliefde vs. Eigenliefde
2 Als Citoyen je vrijheid terugwinnen
3 Als Citoyen de wet volgen en vrij zijn
1 Zelfliefde vs. Eigenliefde
In de natuur zelfliefde & vrijheid, in de samenleving eigenliefde en verlies vrijheid
2 Als Citoyen je vrijheid terugwinnen
Door actief deel te nemen aan opstellen wet volgens Algemene Wil
3 Als Citoyen de wet volgen en vrij zijn
Verslaafde is onvrij, wet volgen en verslaving overwinnen vergroot vrijheid! Als citoyen ben je zelf schrijver van de wet; je legt jezelf de wet op = autonomie
Nietzsche: leg adhv de onderstaande begrippen uit waarom Nietzsche tegen de democratie is:
1 Mens is ziek dier
2 Slavenmoraal gericht op medelijden
3 Democratie bevordert slavenmoraal
1 Mens is ziek dier, constant angst verdriet twijfel ongeluk
Geen dier (instinct) en geen Übermensch (eigen moraal, autonoom)
2 Slavenmoraal gericht op medelijden, het omarmen van het zwakke
Maakt van de mens een (ziek) kuddedier
3 Democratie bevordert slavenmoraal: gelijkheid ipv overheersing
Zwakken zijn gelijk aan sterken?!
Plato: leg uit wat de volgende staatsvormen betekenen=
wie is de machthebber
wat zijn de kenmerken van deze staatsvorm
- waarom vervallen alle staatsvormen?
Staatsvorm – Machthebber – Kenmerken
Aristocratie – Koning-Filosofen – Wijze mensen
Beste staatsvorm, besten regeren. Algemeen Belang
De Idee v/h Goede -> Rechtvaardigheid: ieder doet waar hij geschikt voor is
Timocratie – Wachters – Ambitieuze eerzuchtige mensen
(Militaire)Adel geleid door wilskracht regeert.
Ontaarde aristocratie met privé-eigendom. Veel oorlogen, want eer moet verdedigd.
Oligarchie – Rijken – Hebzuchtige gierige mensen
Ambitie gaat van eer -> Geld & Eigendom
Kapitalisme ten top,
Twee groepen: Rijk & Arm
Democratie – Volk – Begeerte, kent geen goed&kwaad
Armen worden talrijker, opstand, revolutie!
Relativisme, iedereen gelijk, niemand vraagt zich af of die een goed leven leidt
Tirannie – Tiran – Eerzucht, hebzucht
Tiran belooft volk vrijheid. Onderdrukking volgt.
Alles staat vormen vervallen door een neiging naar eigenbelang ipv algemeen belang
de Tocqueville: leg uit wat de gevaren van de democratie betekenen
Mensbeeld: in een democratie heerst gelijkheid.
Tirannie van de meerderheid (TvM)
Wetgevende en uitvoerende instabiliteit
Onvrijheid van denken
Individualisme
Mild of zachtmoedig despotisme
Tirannie van de meerderheid (TvM)
Meerderheid bepaalt, minderheid wordt niet beschermd?!
Wetgevende en uitvoerende instabiliteit
Als de regering snel wisselt, worden wetten snel weer ingetrokken, nog vóórdat ze uitgevoerd worden!
Onvrijheid van denken
Door de TvM heerst conformisme: aanpassen aan de leider!
Individualisme
Als iedereen gelijk is, is niemand afhankelijk van elkaar
Mild of zachtmoedig despotisme
Absoluut leider geeft de meerderheid wat het hebben wil
Maakt van het volk kudde, onderworpen aan het systeem
de Tocqueville: leg uit op welke manier de democratie zichzelf kan versterken:
Tegen individualisme:
Tegen despotisme:
Algemeen:
Tegen individualisme: afhankelijkheid en groter belang
Passief kiesrecht: stemmen en betrokken zijn Actief kiesrecht: jezelf verkiesbaar stellen
Bestuur: helpen bij (administratie) gemeente of school
ERVAREN DAT JE VAN ELKAAR AFHANKELIJK BENT
Tegen despotisme: vrije pers, rechtspraak, jury
Jurydienst: betrekken bij rechtspraak, recht in het algemeen
Algemeen:
Democratie dichter bij de burgers
Activeren, inspraak geven (burgerraden?)
Afhankelijkheid ervaren
