H11.5 Flashcards

1
Q

is er bij chronische of acute EAA meer firbrosevorming?

A

bij chronische EAA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt bedoeld met een boerenlong en duivenmelkers long

A

bij een boerenlong ontstaat EAA door schimmels
bij een duivenmelkerslong ontstaat EAA door het eiwit die duiven met zich meedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

betekent het hebben van antistoffen IgE gelijk dat je de ziekte EAA hebt?

A

nee het betekent dat je veel in contact bent geweest met de agens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe ziet de behandeling van EAA eruit?

A
  1. het vermijden van contact (bijv duiven)
  2. medicamenteuze therapie als: prednison (werkt alleen als er veel ontsteking zit), mycofenolzuur, azathioprine, rituximab
  3. longtransplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar is de diagnose van EAA afhankelijk van?

A
  • past de CT scan?
  • past het verhaal van de patiënt (duivenmelker bijv)
  • past de spoeling BAL van de patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke 2 types bronchiolitis zijn er?

A

cellulair en fibrotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat valt er in het lab door BAL (spoeling van de dieper gelegen vertakkingen van de luchtwegen) te meten?

A

lab: aanweizgheid IgE bij bij blootstelling

BAL: lymfocytose>20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ziet de longfunctie eruit bij EAA?

A

restrictie en verminderde diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de symptomen bij acute en chronische EAA?
wat is er te vinden bij lichamelijk onderzoek?

A

acuut: hoesten, dyspnoe, koorts, malaise (ongemak)
–> LO: squeeks (piepgeluiden bij inspiratie) –> suggereert voor kleine ontstekingen van de luchtwegen
–> verscherpt ademgeruis door consolidaties

chronisch: dyspnoe
–> LO: crepetaties
–> clubbing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe ziet de pathofysiologie van EAA eruit?

A
  • cellulaire interstitiële pneumonie (NSIP) –> ontsteking
  • cellulaire bronchitis
  • granuloom vorming zonder necrose

–> vaak fibrose voroming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe ontstaat het?

A

zoals je ziet staat onderaan dat 50% van de gevallen niet duidelijk is wat de oorzaak is van de EAA bij de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is sarcoïdose?
wat zijn de complicaties?

A
  • systeemziekte waarbij alle organen betrokken kunnen zijn
  • granulomen in aangedane organen

–> de complicaties zijn fibrose en aspergilloom –> geeft hemoptoë (ophoesten bloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat vormt zich bij asbestose?

A
  • plaques –> witte platen in de pleura
  • asbestose –> fibrose
  • longkanker, mesothelioom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe ontstaat silicose en asbestose?
bij welke beroepen is dit te vinden?

A

silicose: door kiezelstof, steenhouwers
asbestose: door astbest, schepvaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is antracosis?

A

roest van de long, waardoor er zwarte tussenschotjes ontstaan
—> nog geen ziekte, iedereen heeft dit bijna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het verschil tussen fijnstof en ultrafijnstof?

A

ultrafijnstof (<100 nm) kan worden opgenomen in het bloed en fijnstof (<10 microm) niet

PM 10 -> grof
PM2,5 -> fijn
nano -> ultrafijn

17
Q

tuberculose

A

infectieziekte die wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie en kan overal in het lichaam voorkomen (maar meestal longen

18
Q

granuloom

A

macrofagen in een groepje –> is te zien bij tuberculose

19
Q

waarom moet je bij een biopt geen eindstadium fibrose biopten?

A

dat zorgt voor een a-specifieke diagnose

20
Q

welke 2 patronen zijn te zien bij een verhoogde densiteit?

A

matglas is verhoogde dens maar je ziet vaten erdoorheen
consolidatie is dat je alleen een witte vlek ziet

21
Q

wat wordt bedoeld met een mosaic patroon?

A

verschillende densiteiten, waarbij er gezond en ziek weefsel te zien zijn

22
Q

wat is de secundaire lobulus?
welke structuren komen in het septum en welke structuren in secundaire lobulus?

A
  • de kleinste longeenheid omgeven door bindweefsel
  • veneuze vaten, perilymfatisch stelsel zitten in de septum
  • de pulmonale arterie in secundaire lobulus
23
Q
A