H1: psychologie is een manier van denken Flashcards

1
Q

Wat doet een onderzoeksconsument?

A
  • onderzoek raadplegen
  • evidence-based te werk gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doet een onderzoeksproducent?

A

Ze zitten in de academische wereld en verrichten onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behoort een psycholoog tot een onderzoeksconsument of -producent?

A

Onderzoeksconsument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop is de empirische methode gebaseerd?

A

Gegevens verkregen via zintuigen en instrumenten die onze zintuigen ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van een goede theorie?

A
  • ondersteund door data
  • falsifieerbaar
  • karig: eenvoudigste theorie heeft voorrang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet de theorie-datacyclus eruit?

A

Theorie > research questions > research design > hypotheses > data > theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is de theorie-datacyclus een top-down of bottom-up benadering?

A

Top-down benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent parsimonie?

A

Als 2 theorieën hetzelfde fenomeen even goed verklaren, kies je de eenvoudigste theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een theorie?

A

= een reeks verklaringen de algemene principes beschrijft over hoe variabelen zich tot elkaar verhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een hypothese?

A

= een manier waarop te beginnen met een specifiek resultaat dat de onderzoeker verwacht waar te nemen als de theorie juist is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn Merton’s wetenschappelijke normen?

A

1) Belangeloosheid => er mag geen eigendomsbelang aan onderzoek worden verbonden
2) Universalisme => alleen de wetenschap telt, mag door niets beïnvloedt worden
3) Gemeenschappelijkheid => toegankelijk en transparant
4) Georganiseerde scepsis => alles mag in vraag gesteld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is fundamenteel onderzoek?

A

Onderzoek om kennis van een bepaald fenomeen te doen groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is translationeel onderzoek?

A

Dat is onderzoek waarin ze onderzoeksvragen vertalen naar een bepaalde groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is toegepast onderzoek?

A

Onderzoeksvragen vertalen naar een concrete situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het proces van publicatie?

A

1) studie opschrijven in een manuscript
2) manuscripten insturen naar wet tijdschriften
3) editor leest manuscript (eerste beoordeling)
4) peer-review
5) reject - herzien en opnieuw indienen - accepteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het Mozart effect?

A

= het idee dat luisteren naar de muziek van Mozart tijdelijk de cognitieve vaardigheden verhogen zoals intelligentie