groep 7 thema 4 Flashcards
Wie verdeelde zijn rijk in stukken?
Karel de Grote
Aan wie vroeg Karel de Grote hulp?
Aan graven en hertogen. Dat waren zijn vrienden en belangrijke mensen.
Wat was de rol van de graven en hertogen?
Een stukje rijk besturen.
Waar kregen de opvolgers van Karel de Grote ruzie?
Over wie opvolger van Karel de Grote zou zijn.
Wie vielen het rijk binnen?
De vikingen vielen het rijk binnen
Wie verjoegen de Vikingen?
De graven en hertogen
Wat gebeurde er toen de Vikingen verslagen waren?
De graven en hertogen werder machtiger en trokken zich minder van hun koning aan.
Waarom trokken de mensen naar de stad?
Omdat er grotere oogsten kwamen en niet iedereen meer boer hoefde te zijn.
Wat moesten ambachtslieden verplicht doen?
Zij moesten verplicht in een gilde.
Waar was een gilde voor bedoeld?
Om voor elkaar te zorgen en aan elkaar te leren
Wat is een ander woord voor een ambacht
Beroep
Burgers betaalden veel belasting, waar of niet waar?
Waar
Burgers mochten veel zelf beslissen, waar of niet waar
Niet waar
Wat wilden burgers graag?
Stadsrechten
Wie bepaalden of een dorp stadsrechten kreeg?
De graaf of hertog
Wie bestuurde een stad?
De burgermeester
Wie deelde de straffen uit in een stad?
De schout en de schepenen
Waarom werden veel vrouwen gestraft?
Omdat ze heksen zouden zijn
Wat was de belangrijkste godsdienst in die tijd?
Het christendom
Wie waren de baas binnen het christendom
De paus en zijn bisschoppen
Wat vormden het hart van de stad?
De kerk en kathedralen
Hoe liet je als stad welvaart zien?
Met een hoge kerk
Door welke uitvinding konden kerken veel hoger en lichter worden?
Door de uitvinding van gewelven
Waarmee werden kerken versierd?
Met beelden en schilderingen die het verhaal van God vertelden