Grieks🇬🇷 les 12 Flashcards
1
Q
απο, απ´ , αφ + gen
A
1 van (...vandaan), vanaf 2 sinds
2
Q
δια, δι ´ + acc
A
1 wegens
2 door toedoen van
3
Q
επει / επεοδη
A
1 toen, nadat
2 omdat, aangezien
4
Q
επι, επ´, εφ´ + gen
A
1 op
2 tijdens