grammatica - zich Flashcards
1
Q
jij\je (zich)
A
je
1
Q
ik ___ (zich)
A
me
2
Q
hij\zij\ze\het (zich)
A
zich
3
Q
wij\we (zich)
A
ons
4
Q
u (zich)
A
zich
jij\je (zich)
je
ik ___ (zich)
me
hij\zij\ze\het (zich)
zich
wij\we (zich)
ons
u (zich)
zich