Gods Onder Invloed Flashcards

1
Q

Wie of wat kan jou beïnvloeden?

A
  • omgeving
  • omstandigheden
  • ervaring
  • vrienden
  • reclame
  • opvoedingen
  • levensbeschouwelijke gemeenschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

weerstand bieden door:

A
  • eigenliefde
  • omgeving
  • kritisch zijn
  • onderwijs
  • zelfrespect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

negatieve beïnvloedstechnieken:

A
  • afspering
  • controle technieken
  • geweld
  • hersenspoeling
  • valse beloftes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeelden positieve invloed:

A

bekende Vlamingen inzetten vr een goed doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeelden negatieve invloed:

A

vergelijken met touwtrekken: mensen met een slechte invloed trekken hard aan één kant van het touw om je aan hun kant te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan iemand een negatieve invloed van een groep weerstaan?

A

doordat ze kritisch zijn en voldoende eigenliefde en zelfrespect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorbeelden dat de reclamewereld gebruiken:

A
  • gebruik maken van beroemdheden
  • gebruik maken van humor
  • gebruik maken van korting
  • seks (AXE)
  • vertredering
    -bekende slogan
  • overdrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 kenmerken van de eerste christengemeenschap:

A
  • trouwblijven aan het onderricht van de apostelen
  • met elkaar gemeenschap vormen
  • braken het brood
  • wijdden zich aan het gebed (Hnd, 2,42)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Onze Vader:

A

Onze Vader die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd, uw rijke kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijk brood en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren, en breng ons niet in beproefing maar verlos ons van het kwade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gebed:

A

keppeltje, gebedsmantel, Onze Vader, tasbih, tempel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rustdag:

A

sabbatkaarsen, challe, zondag, moskee, ganges

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eten en Drinken:

A

Koosjer, lichaam als een tempel, halal, koe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

School:

A

Hebreeuwse Alfabet, 2 lesuren katholieke godsdienst, Koranschool, hindoescholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly