Examen Aard Flashcards

1
Q

Wat is verstedelijking?

A

het proces waarbij een steeds groter deel van de bevolking van een gebied die in een stad woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is verstedelijkingsgraad?

A

het aandeel in % van de bevolking van het gebied die in een stad woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in welke 2 werelddelen zal de verstedelijking tijdens de jaren toennemen?

A

Afrika x Azië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe evolueert de verstedelijking in de wereld?

A

Er wonen meer mensen in steden dan in het platteland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is bevolkingsspreiding?

A

de manier waarop de bevolking over een land verspreid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ligging van de meeste steden =
erg nat klimaat =
dicht tropisch regenwoud =

A
  • Z-O x langs de kust
  • N-W x binnenland
  • N-W x binnenland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1) verstedelijkingsgraad in Austr x Braz =
2) Bevolkingsdichtheid w. in Austr x Braz =

A
  • toegenomen
  • mee bepaald door het klimaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

er wonen in de wereld … mensen in steden dan i.h. platteland

A

meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de stedelijke bevolking in de wereld zal in de toekomst =

A

blijven toenemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het aantal mensen dat op h. platteland woont =

A

zal min of meer gelijk blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een megastad?

A

een stad met meer als 10 miljoen inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een agglomeratie

A

een stad + het verstedelijkte gebied errond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wrm leven mensen in N-Afr. langs de kust?

A

Voor het gematigd klimaat, in h. binnenland is het droog en te warm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In Egypte woont een groot deel v.d. inwoners toch landinwaarts ondanks het droge klimaat. Wrm?

A

Dit komt dr. de aanwezigheid v.d. rivier Nijl. Dit is een belangrijke bron van zoet water vr. h. droge klimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Redenen waarom sommige gebieden in de wereld dichtbevolkt zijn:

A
  • historische oorzaken
  • aanwezigheid v. zoetwater
  • voldoende neerslag/vruchtbare grond om aan landbouw te doen
  • ligging langs de kust
  • gematigd klimaat
  • vlak gebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is Brussel een wereldstad?

A

Het bezit belangrijke EU instellingen e.h. hoofdkartier v.d. NAVO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Door wat onstaat een plattelandsvlucht?

A

push- en pullfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn pushfactoren?

A

oorzaken die mensen wegduwen- v.h. platteland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

voorbeelden van pushfactoren:

A
  • lage lonen
  • slechte gezondheidszorg
  • weinig opvoeding
  • weinig toekomst
  • veel werkloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn pullfactoren?

A

mensen die wegvluchten v.h. platteland naar de stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

voorbeelden van pullfactoren:

A
  • hoop op beter werk
  • onderwijs
  • huisvesting
  • gezondheidszorg
  • leefomstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een favela?

A

een Braziliaanse vertaling vr. sloppenwijk.
(veel armoede, kleine kans op opleiding, veel criminaliteit, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn analfabeten?

A

mensen die niet kunnen lezen of schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar leven de meeste mensen in China?

A

Z-O x langs de kust

25
Q

Geef een mogelijke verklaring vr. de bevolkingsspreiding in China:

A

Er valt voldoende neerslag om aan landbouw te doen. In het W-N is het droog waardoor het moeilijker is om te leven

26
Q

Wat betekent plattelandsvlucht?

A

mensen die vluchten van het platteland naar de stad in hoop op een beter leven.

27
Q

voorgrond =
achtergrond =
midden =
verklaring =

A
  • kale grond, akkers, stroken bos
  • kale plekken in bos
  • een stuk in brand
  • bos w. afgebrand om akkers aan te leggen
28
Q

Waarvoor w. soja gebruikt?

A

veevoeder, voedingswaren, biodiesel, …

29
Q

In welke vormen w. soja gebruikt?

A

sojabonen, sojaschroot, sojaolie, sojameel,…

30
Q

Landen waar soja w. geteeld =
Landen die soja importeren =

A
  • Canada, VS, Brazilië
  • China, landen in EU
31
Q

Uit welk werelddeel importeert E.U. het meeste soja?

A

Z-A

32
Q

producten met soja:

A

-Tofu
- vegetarische hamburger

33
Q

Voor wat importeert België sojaschroten?

A

veevoeder x biodiesel

34
Q

Wat w. er gedaan om soja te telen?

A

ontbost

35
Q

wat is de natuurlijke plantengroei in EU?

A

zomergroen, loof- , gemengdwoud, grassteppe

36
Q

Waarom w. er ontbost in EU?

A
  • woningbouw x brandstof
  • nieuwe landbouwgronden
37
Q

In welke mate draagt dergelijke grootschalige akkerbouw bij ontbossing v.h. amazonewoud?

A

7%

38
Q

Waar komt soja vandaan

A

soja w. in N-A x Z-A geteeld
E.U. importeert soja uit Z-A

39
Q

Tussen welke breedtegraden w. in EU h. meeste tarwe geteeld en wrm?

A

overal waar het land gunstig is w. er aan landbouw gedaan

40
Q

In EU is de ontbossing =
In Braz. is de ontbossing =

A
  • lang geleden begonnen
  • recent begonnen
41
Q

Wat zijn 2 voormalige redenen vr. ontbossing i.h. amazonegebied?

A
  • extensieve/grootschalige veeteelt
  • kleinschalige akkerbouw
42
Q

In welke periode gebeurde de ontbossing?

A

de laatste 50 jaar

43
Q

Wat is veeteelt?

A

kweken van dieren

44
Q

In welke delen van Braz. is de productie van sojabonen het grootst?

A

centraal Braz. x i.h. Zuiden. vooral in de staat Mato Grosso.

45
Q

Hoe ligt Mato Grosso t.o.v. het amazone?

A

ongeveer het midden x het zuiden

46
Q

extensieve veeteelt:

A
  • kleine kudde dieren
  • uitgestrekte graslanden
  • grote opp. land
  • geen stallen
47
Q

intensieve veeteelt:

A
  • veel dieren bij elkaar
  • veevoeder moet aangevoerd w.
  • speciale infrastructuur
48
Q

intensieve akkerbouw:

A
  • heel grote opp.
  • 1 gewas-monocultuur, grote percelen
  • grote machines x bedrijven
49
Q

1) Het grootste deel v.d. sojateelt gebeurt:
2) De meeste soja w. geproduceerd in:
3) de soja w. geteeld via:
4) de veeteelt in M.G. is:

A
  • ten Zuiden v.h. regenwoud
  • de deelstaat M.G
  • intensieve akkerbouw
  • extensief x intensief
50
Q

Wat is bodemdegratie?

A

het afnemen v.d. kwaliteit v.d. bodem dr. dat er minder koolstof w. opgenomen

51
Q

De uitbreiding van de landbouw e.d. ontbossing hebben een invloed op de koolstofkringloop:

A
  • minder CO2 opname
  • extra CO2 in de atmosfeer.
52
Q

Wat is het effect van ontbossing op de kringloop?

A

uitbreiding v.d. landbouw leidt tot ontbossing, zowel in EU als Braz.
Daardoor w. er minder CO2 in de atmosfeer opgenomen.

53
Q

Wat w. er bedoeld met: ‘Het amazonegebied is een koolstofreservoir’

A

De bomen nemen veel koolstof op en slaan die op in het hout x bladeren.
Koolstof is de bouwsteen v. planten

54
Q

Wat is het verband tussen de toenemende wereldbevolking, de landbouw en de ontbossing v.h. tropisch regenwoud in Z-A?

A

Door de stijgende wereldbrvolking is er meer voedsel nodig
Er moet meer aan landbouw gedaan w.
daardoor verdwijnt een stuk tropisch bos

55
Q

Op welke manier zijn wij ook verantwoordelijk vr. de ontbossing?

A

Door het importeren van producten die afkomstig zijn uit Z-A

56
Q

Hoe is het landbouwschap veranderd?

A
  • grotere landbouw (percelen)
  • meer bebouwing
57
Q

Welke gevolgen heeft schaalvergroting in de landbouw?

A
  • open landschappen ontstaan
  • bodemerosie
  • vermindering biodiversiteit
58
Q

Wat zijn de oplossingen vr. negatieve schaalvergroting?

A
  • bloemstroken aanleggen
  • hagen aanplanten
  • bossen met elkaar verbinden
59
Q

Wat is de belangrijkste reden van ontbossing?

A

steden, woonwijken, gebouwen