GK les 1; Veelvoorkomende problematiek bij ouderen Flashcards
Geriatrische syndromen
veel voorkomende problematiek bij ouderen
hoge leeftijd
multifactorieel bepaald
multimorbiditeit
tegelijkertijd voorkomen van ten minste 3 chronische aandoeningen over een periode van tenminste een jaar
treat first what kills first
eerst de primaire (levensbedreigende) en vervolgens de secundaire c.q. tertiaire (niet-direct dan wel niet-levensbedreigende) letsels en stoornissen
farmacotherapie
een behandeling van psychische klachten met behulp van medicijnen.
farmacokinetiek
welke route bewandelt het medicijn door je lichaam, wat doet het lichaam met het medicijn
farmacodynamiek
reactie van het lichaam op geneesmiddelen, wat doet het medicijn als werking (celniveau)
lipofiel
op vetbasis (galblaas)
hydrofiel
op waterbasis (nieren)
plasmaconcentratie
de concentratie van het geneesmiddel in het bloed
halfwaardetijd
de tijd die nodig is om de hoeveelheid van het geneesmiddel in het bloed te halveren
symptoomverandering
symptomen presenteren zich bij een oudere vaak anders dan een jongere. Dit komt doordat het baroreceptorreflex minder fijngevoelig word waardoor het lichaam minder effectief reageert met bloeddrukregulatie
symptoomverarming
symptomen die niet bij het ziektebeeld passen
symptoomverschuiving
het geval dat een heel langzaam progressief vrijwel asymptomatisch verloop plotseling versnelt tot een levensbedreigende situatie. Bijvoorbeeld dat een infectie kan zorgen tot hypo-, of hyperglykemie.
symptoomomkering
tegenovergestelde symptomen van de ziekte treden op
symptoomvermeerdering
optelsom symptomen die voortkomen uit meerdere chronische ziekten en elkaar versterken
verandering van symptomen bij ouderen
symptomen die hetzelfde lijken maar passen bij verschillende aandoeningen
cascade breakdown
situatie waarin ene aandoening leid tot de andere waarbij gelaagde ontregeling kan ontstaan
voorbeeld -> incontinentie - schaamte- verlies van contacten - vereenzaming - depressie - verwaarlozing - bedlegerigheid - decubitus - delier - algemeen verval - bijkomende infectie - dood
problemen bij herkenning en uiting van klachten
symptomen acute ziekten worden minder goed herkend
infectieziekten blijven langere tijd onopgemerkt/onbehandeld -> complicaties
uitingsproblemen door bijv. afasie, dysartrie, stemmingsproblemen, dementie, delier zorgen ervoor dat zorgvrager klachten niet kan uiten
onvoldoende sociale netwerk, angst voor arts of gevolgen melden klachten
interindividuele verschillen
80 jarige kan marathons lopen
65 jarige kan chronisch ziek zijn
manier van leven heeft invloed
verandering lichaamssamenstelling bij ouderen
toename vetmassa -> minder spiermassa -> ruststofwisseling daalt -> afname lengte -> lichaamsvocht neemt af -> beïnvloeding gevoeligheid voor medicijnen
mobiliteit
actief en doelgericht te handelen om aan de eisen en geneugten van het leven te kunnen voldoen
afgenomen bewegingscapaciteit
afgenomen spierkracht en spiertonus; verminderde elasticiteit van kapsels, ligamenten en gewrichten waardoor inspanningstolerantie afneemt
verlaagde besturingsvaardigheid
reactie op prikkels van buiten- of binnenuit, zenuwstelsel verwerkt prikkels trager waardoor het moeilijker is om snel en doelmatig te reageren op invloed van buiten-of binnenuit
verminderd bewegingsintiatief
verminderd enthousiasme om zich te bewegen
orthostatische hypotensie
daling van bloeddruk na houdingsverandering (bij bij opstaan) -> duizeligheid -> wankelen, balans verliezen -> valrisico
vaak bij ouderen met geheugen- en concentratieverlies
is een bijwerking van parkinsonmedicatie, psychofarmaca
diagnostiek orthostatische hypertensie
bloeddruk liggend meten en na opstaan 1-3 minuten
orthostatische hypertensie bij
-systolische daling van 20 of meer
- diastolische daling van 10 of meer
- duizeligheidsklachten
- polsversnelling
behandeling orthostatische hypertensie
controle vullingstoestand; medicatie en zoutgebruik
leefregels
verpleegkundige zorg en preventie bij orthostatische hypertensie
uitleg oorzaak aandoening
langzamer opstaan
smiddags niet op bed rusten
benen kuisen
billen aanspannen
armen tegen lichaam aandrukken
voldoende drinken -> 1.5 - 2 liter
fit blijven qua conditie
problemen in omgeving oplossen
postoel naast bed
zittend urineren
steunpunten in badruimte
stevig meubilair
goede verlichting
geen obstakels
scherpe hoeken voorkomen
steunkousen voordat bewoner uit bed stapt aandoen
bril
glucosegehalte regelmatig in de gaten houden
geriatrische syndromen
vallen
duizeligheid
depressie
delier
incontinentie
ondervoeding
syncope; flauwvallen
osteoporose
sarcopenie; verlies van spieren