Gewichtsbehering Flashcards

1
Q

Hoe wordt obesitas vastgesteld?

A
  1. Door je BMI (relatief lichaamsgewicht)
  2. Percentage lichaamsvet (zegt meer dan BMI)
  3. Lichaamsvet verdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bereken je je BMI?

A

lichaamsgewicht (kg) / lengte^2 (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het nadeel van BMI?

A
  1. Het houdt geen rekening met de lichaamssamenstelling (vet of spier)
  2. Het houdt geen rekening met de verdeling van lichaamsvet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen visceraal en subcutaneous vet?

A

Visceraal vet zit tussen de organen en subcutaneous vet niet

Subcutaneous vet is het grootste deel van het totale vetpercentage

Mensen met veel visceraal vet hebben een grotere buikomtrek dan mensen met veel subcutaneous vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met welke methoden wordt je hoeveelheid lichaamsvet bepaald?

A
  1. Huidplooi meting
    - Wordt op verschillende plekken gemeten met een skinfold caliper
    - Subcutaneous vet
    - Niet heel nauwkeurig
  2. Hydrodensitometry
    - Mensen worden onder water gedompeld –> vet blijft drijven –> je kan het vetpercentage meten
    - Vrij nauwkeurig
  3. Bioelectrical impendance analyse (BIA)
    - Elektrische stroom wordt door het lichaam gestuurd en je meet de terugkeer van deze impulsen, waarbij vet slecht geleidt
    - In een slanker iemand is er dus minder weerstand
    - Niet nauwkeurig (maar om veranderingen te volgen is het prima)\
    - Voordeel: goedkoop en makkelijk te gebruiken
  4. Dual energy X-ray absoptiometry (DEXA)
    - Wordt gebruikt om de lichaamssamenstelling te bepalen (de botdichtheid kan bepaald worden)
    - Vetmassa in alle delen van het lichaam kan bepaald worden
    - Heel nauwkeurig
    - Nadeel: mensen met obesitas passen er vaak niet op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de eigenschappen van visceraal vet en wat zijn de eigenschappen van subcutaneous vet?

A

Visceraal vet:
1. Surrounds organs
2. First to go in weight loss
3. Releases high amounts of pro-inflammatory cytokines
4. Accumulates with stress
5. Predictor of metabolic syndrome
6. More insuline-resistant

Subcutaneous:
1. ‘Stubborn fat’
2. Less metabolically active
3. May play a protective role
4. Estrogen increases this type
5. Normal buffer system for excess energy intake

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de gevaren van obesitas?

A
  1. Hart- en vaatziekten
  2. Diabetes type 2
  3. NAFLD (veel vetdruppels in je lever, waardoor je lever minder goed werkt)
  4. Slaap apneu (er rust zoveel gewicht op de longen, waardoor mensen stoppen met ademen –> slapen slecht –> overdag moe)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het metabool syndroom?

A

Een verzameling van klachten rondom de stofwisseling. Het gaat om een combinatie van een verhoogd cholesterolgehalte, hoge bloeddruk (hypertensie), overgewicht (vooral toename bij de buik) en een hoge bloedsuikerspiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe veroorzaakt obesitas insuline resistentie?

A

Je krijgt grotere vetcellen en meer vet om de organen –> de cellen worden resistent, doordat ze minder receptoren hebben per oppervlakte eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een ander idee over de veroorzaking van insuline resistentie door obesitas heeft te maken met het inflammation model. Wat houdt dat in?

A

Er zitten macrofagen tussen de vetcellen om cellen te vervangen. Bij obesitas zijn er veel meer macrofagen die om de vetcellen heen zitten die signaalstoffen (cytokinen) afgeven dat er een ontstekingsreactie plaatsvindt. Hierdoor zijn de vetcellen minder gevoelig voor insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van obesitas?

A
  1. Psychologische factoren
    - Interne triggers: bv stress/ ongesteldheid
    - Externe triggers: als je iets lekkers ziet of ruikt
  2. Sociale factoren
    - Socio-economische status
    - Sociale normen en netwerk
  3. Omgevingsfactoren
    - Sedentaire levensstijl
    - Beschikbaarheid voeding
    - Marketing
    - Samenstelling voeding (veel voedsel is zeer bewerkt en bevat daardoor meer energie)
    - Obesigenic environment
  4. Genetische factoren
    - Bepalen hoe gevoelig je bent voor obesitas

Al deze kenmerken vormen een bepaald voedingsgedrag en levensstijl wat leidt tot overeten

De enorme toename van het aantal mensen met obesitas die zich de afgelopen decennia heeft voorgedaan, kan grotendeels worden verklaard door veranderingen in de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er onderzocht bij de genome wide association studies?

A

Ze gaan kijken in de groep patiënten of zij genen/ delen van genen hebben die niet-patiënten niet hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de FTO variant?

A

De FTO variant is een gen dat betrokken is bij de aanleg voor obesitas bij kinderen en volwassenen. Personen met twee kopieën van dit genvariant zijn gemiddeld 7 pond zwaarder en hebben 67 procent meer kans om obesitas te krijgen

CC heeft een lager BMI dan mensen met TT –> CT zit ertussenin –> Sommige mensen kunnen moeilijker een goed gewicht behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarvoor hebben mensen met het FTO-gen variant meer voorkeur?

A

Voor energierijke producten

Het effect van FTO-gen variant op het risico van obesitas is minder aanwezig in populaties met veel fysieke activiteit (Amish)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke factoren verklaren de verschillen tussen individuen (inter-individual differences) qua obesitas?

A

Genetische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er zijn heel veel leugens in de afslankindustrie. Hoezo zijn zwaarlijvige mensen hier een gemakkelijke prooi voor?

A

Omdat veel zwaarlijvige mensen wanhopig op zoek zijn naar een normale lichaamsgrootte

17
Q

Hoezo zijn afslankpillen (als ze werken) erg ongezond?

A

Omdat ze het metabolisme verstoren (verhogen)

Er is een pil die wel beter werkt, waarbij je eten niet wordt verteerd –> diarree

18
Q

Hoezo is lichaamsbeweging is een sleutelelement bij de behandeling van obesitas?

A

Omdat het tal van andere gezondheidsvoordelen biedt, onafhankelijk van gewichtsverlies, waardoor de schadelijke effecten van obesitas mogelijk worden verminderd.

19
Q

Wat doen geneesmiddelen waarvan je afvalt?

A
  1. Ze versnellen/ stimuleren je metabolisme
  2. Ze verminderen de opname van nutriënten
  3. Ze verminderen de honger
20
Q

Wat is een voorbeeld van een afslankmiddel?

A

Ozempic

21
Q

Wat is de werkzame stof in ozempic en welk hormoon zit erin?

A

Ze werkzame stof is liraglutide en het hormoon is GLP1

22
Q

Als je zeer ernstige obesitas hebt kan je in aanmerking komen voor bariatric surgery. Waarom wordt dit liever niet gedaan?

A

Omdat zo’n operatie veel heftige gevolgen heeft

23
Q

Why will a major restriction in the choice of foods automatically lead to a pronounced reduction in energy intake?

A

Because of sensory-specific satiety