Geriatrie 1 Flashcards
Noem 3 manieren waarop de veroudering plaatsvindt.
Biologische, een psychologische en sociale kant.
Wat is de betekenis van afgenomen reserve?
Door afname van reserves kan vooral onder stress omstandigheden een kleinigheid al voor grote problemen zorgen.
Wat is de betekenis van draagkracht?
alles wat iemand lichamelijk en psychisch sterk maakt
Wat is draaglast?
de optelsom van alles wat op iemand afkomt, waarmee iemand in de huidige maatschappij gezond moet trachten te overleven.
Wat is de betekenis van multiple pathologie?
Dat er meer ziekten tegelijk aanwezig zijn, waarvan er meestal een chronisch is
Noem de betekenis van polyfarmacie.
Het gebruik van meer dan 3 geneesmiddelen,
Wat wordt bedoeld met beperking compenseren?
De beperking opvangen en de evenwichten in stand houden.
Waardoor genezen wonden langzamer bij ouderen?
De celdeling is trager, de doorbloeding minder en de weerstand lager.
Leg uit wat er in de celstofwisseling gebeurt, waardoor hoogbejaarden eerder ondertemperatuur hebben.
Het niveau van celstofwisseling neemt af.
Waarom heeft de oudere op weefselniveau vaak een droge huid en eerder hematomen?
Droog: Door afname talgklieren.
Hematomen:De golving op de overgang van opperhuid en lederhuid wordt minder diep, zodat druk eerder in de diepte doordringt.
Leg uit door welke verandering op weefselniveau de huid van de hoogbejaarde minder goed helpt het interne milieu constant te houden bij heet en koud weer,
Door de vermindering van het aantal zweetklieren heeft de ouder het sneller heet. Door verminderd
functioneren van de temperatuurgevoelszintuigen, verminderde reactie met bloedvatverwijding en vernauwingen en door verminderde hoeveelheid vet is de temperatuurregulatie verminderd.
Door welke verandering op weefselniveau zijn de ogen van de hoogbejaarde anders komen te liggen?
De ogen komen dieper in de kas te liggen door afname van vetweefsel. Gevaar dat van opzij
komt wordt later waargenomen.
Hoe veranderd de pupilreflex bij ouderen?
Pupilreflex: Een vernauwing van de pupil bij lichtinval. De pupilreflex wordt trager, fel licht zal
een oudere eerder en langer verblinden.
welke veranderingen vinden plaats in de tractus locomotorius bij het ouder worden?
- Het skelet verliest kalk en veerkracht.
- Wervels platten af.
- Het kraakbeen wordt dunner en zwakker
- de banden worden zwakker
- de gewrichten minder stabiel en er ontstaat eerder letsel
Wat is het risico van een gebitsprotese onder? Hoe voorkom je dit?
Het kaakbot kan atrofiëren/ slinken waardoor de prothese slechter past. Met implantaten wordt het bot meer gestimuleerd en wordt atrofiëring tegengegaan.
Wat is het verhoogd risico die ouderen hebben op:
A. Botweefsel
B. Tanden
C. Tandvlees
A. Osteoporose
B. Caries
C. Ontstekingen + terugtrekkend tandvlees.