Geneeskunde 3A1 HC week 5 Flashcards
Wat zijn klinische symptomen van Duchenne?
- Jongens tussen 18 maanden en 4 jaar
- Laat lopen
- Moeilijkheden bij opstaan van de grond
- Vaak vallen
- Moeilijkheden bij beklimmen van trappen door spierzwakte
- Pseudo-hypertrofie van de kuitspieren (opzwellen spierweefsel)
Wat zijn ernstige complicaties Duchenne?
- Orthopedische vervormingen door verkorting van pezen en spieren
- Verlamming ademhalingsspieren
- Hartstilstand (cardiomyopathie)
- Mentale retardatie (30-50%)
- Reden overlijden: niet te behandelen of niet tijdig onderkende hartproblemen of longinfecties
Wat doet het XIC (X inactivatie centrum)?
In XIC ligt het XIST gen Xq13 -> produceert een 15 kb RNA
- Dit RNA vormt een inactiverende coating
- Dit RNA is noodzakelijk voor de initiatie van de inactivatie, niet voor het in stand houden
Hoe werkt X-inactivatie bij meervoudige X aneuploïdie?
- Alle overtollige Xen worden geïnactiveerd, meerdere Barr bodies
- Xpter is altijd actief: monosoom in Turner females, verklaart fenotype
Hoe werkt inactivatie van X-chromosomen?
- Random in de blastocyst
- Dochtercellen hetzelfde activiteitenpatroon
- Gecondenseerd X-chromosoom: geen transcriptie, late replicatie
- Xpter is altijd actief
- In de meiose zijn beide X-chromosomen actief
Hoe diagnosticeer je hypohydrotische ectodermale dysplasie?
Mensen zweten niet
- Zweettest: zetmeel, aankleuren met jodium
- Gunstig: bruiner, want je zweet meer -> plakt meer zetmeel aan je
Wat zijn de cijfers van hemofilie A en B?
- 85% hemofilie A -> stollingsfactor VIII
- 15% hemofilie B -> stollingsfactor IX
- X-linked recessieve overerving
- <1% ernstige hemofilie -> spontane bloedingen
- 1-5% matig ernstige hemofilie -> bloedingen na gering trauma
- 5-40% milde hemofilie -> bloedingen na grotere traumata/ingrepen
- De ernst binnen een familie is vrijwel constant voor de mannen
-> ligt aan soort mutatie -> deletie/puntmutatie (nonsense/missense)
Wat is het beleid bij zwangere draagsters van hemofilie A en B?
Afhankelijk van zwangerschap jongen/meisje en percentage van stollingsfactoren VIII of IX. Boven > 50% kan moeder bij meisje in 1e lijn bevallen, bij jongen in hemofilie behandelcentrum als de jongen positief test op hemofilie in prenataal onderzoek, in 1e lijn als de jongen negatief is. Als de moeder minder dan 50% stollingsfactoren VIII en IX heeft moet ze sowieso naar een hemofilie behandelcentrum.
Wat is incontinentia pigmentia?
- Afwijkingen aan huid, tanden en nagels
- X-linked dominant/lethaal voor meeste mannen
- Huidafwijkingen doorlopen karakterestieke stadia: blaarvorming -> wratachtige uitslag -> krulvormige maculaire hyperpigmentatie -> lineaire hypopigmentatie, alopecia, hypodontie, afwijkende tandvorm
- Fout in NEMO gen: nodig voor activatie van transcriptiefactor NF-kappaB
- Apoptose in NEMO deficiënte cellen
- Alle cellen met actieve mutatie gaan in apoptose: risico voor kind van IP patiënte:
De foute X is inactief, maar wel aanwezig dus kan gewoon worden doorgegeven.
Man met foute X is er niet, want die gaat dood
Toch mannelijke IP patiënten: Klinefelter syndroom (XXY) of milde mutatie of somatisch mozaïcisme
Na hoeveel weken noem je het een foetus?
8 weken
Wat gebeurt er in week 1 na de bevruchting?
- Innesteling in endometrium -> veel voedingsstoffen voor embryo
- Blastocyst bestaat uit embryoblast waaruit het embryo zal ontstaan, en de trofoblast die nodig is voor de innesteling
Wat gebeurt er in week 2 na de bevruchting?
Innesteling, aanleg 2 lagige kiemschijf en extra-embryonale vliezen:
- Dooierzak = extra-embryonale darm
- Amnionvlies/holte = extraembryonale huid
- Chorionholte = extra-embryonaal coeloom
- Hypoblast = primitief endoderm
- Epiblast = primitief ectoderm
Wat gebeurt er met extra-embryonale vliezen en holtes?
- Dooierzak verdwijnt
- Amnionholte vormt ruimte rond foetus gevuld met vruchtwater
- Chorionholte verdwijnt
Wat zit er in de navelstreng?
extra-embryonaal mesoderm + dooierzaksteel en arteriën/venen naar placenta
Wat gebeurt er in week 3 van de zwangerschap?
embryo is 2 lagige schijf met caudaal de primitiefstreek.
In primitiefstreek vindt gastrulatie plaats -> cellen gaan heel erg delen en kruipen naar binnen -> aan caudale zijde vd embryo
Wat is gastrulatie?
Verschillende soorten mesoderm afhankelijk van plaats van de primitiefstreek waar de cellen naar binnen groeien:
- Paraxiaal (worden somieten)
- Intermediair
- Lateraal
In welke gebieden gaat geen mesoderm tussen ectoderm en endoderm zitten?
- Mond/keel-> buccopharyngeale membraan (wordt overgang mond naar keel)
- Anus -> cloacale membraan
Wat is neurulatie?
- Vervormt een deel van de epiblast tot een buisvormige structuur. Het epitheliale verband blijft behouden.
- 3 lagige kiemschijft wordt langer -> vorming van neurale buis
Vindt craniaal plaats!
Wat is de NIPT?
De NIPT kwantificeert niet-celgebonden DNA-fragmenten in moederlijk bloed. Zo’n 7% van de DNA-fragmenten zijn afkomstig uit de placenta, de rest is van maternale oorsprong.
Wat is het verschil tussen screening en diagnostiek?
Screening is onderzoeken van een in principe gezonde populatie om asymptomatische gevallen van een ziekte of aandoening op het spoor te komen, in de veronderstelling dat deze aandoening in een vroeg stadium beter te behandelen. Bij diagnostiek ga je ervan uit dat je een bepaalde afwijking gaat vinden, omdat je hier al een bepaalde voorafkans voor hebt.
Wat is het doel van prenatale screening?
NIet: zoveel mogelijk afwijkingen detecteren.
Wel: betrokkenen in staat stellen tot het maken van een voor hen zinvolle, weloverwogen keuze
Wat is prenatale diagnostiek?
Diagnostiek naar aandoeningen van ongeboren kind -> fenotypering (en/of genotypering) van foetus
Welke anamnesevragen stel je rondom prenatale screening/diagnostiek?
- Structurele afwijking in eerste graad van foetus
- Genetische aandoeningen in de familie
- Er komt iets erfelijks in familie voor
- Niet pluis gevoel
Welke prenatale screenings zijn er en op welke tijdstippen?
Vanaf week 10: NIPT = BVO
Rond week 13: 13 weken echo: onderzoek lichamelijke afwijkingen bij kind
Rond week 20: 20 weken echo= BVO
Wat is de NIPT?
Test die kans op foetale chromosoomafwijkingen aangeeft.
Keuze tussen:
- NIPT voor trisomie 21, 13 of 18
- NIPT voor triosomie 21, 13 of 18 en de nevenbevindingen = alle andere chromosomen behalve geslachtshormonen
Wat is de kans dat een trisomie 21, 13 of 18 wordt ontdekt als deze aanwezig is?
Trisomie 21: 65%
Trisomie 13: 15%
Trisomie 18: 12%
Welk materiaal wordt getest met de NIPT?
NIPT onderzoekt maternaal en placentair DNA.
95% maternaal, 7% placentair
Geen test op foetaal DNA, maar placentair. Kan ook maternale afwijkingen oppikken (maligniteiten, deleties, duplicaties)
Wat test de NIPT niet?
- Te kleine del/dup
- DNA mutaties
- Geslachtschromosomen
Waardoor kunnen de chromosomen in cellen van placenta anders zijn dan die in cellen van de foetus?
- Gegeneraliseerd mozaïek
- Confined placental mosaïcism
- Confined fetal mosaïcism
Wat zijn invasieve ingrepen bij prenatale diagnostiek?
- Transcervicale vlokkentest -> via vagina 10-13 wkn, kans miskraam 0,2%
- Transabdominale vlokkentest 12-14 wkn
- Amniocentese -> vruchtwaterpunctie > 15 wk, kans miskraam 0,1%
- Cordocentese -> prikken uit navelstreng
Wat zijn structurele afwijkingen 1e trimester, 13 weken:
- Anencephalie
- Holopresencephalie
- Polydactylie
- Megablaas
- Omphalocele: is in de zwangerschap de wand van de buik rond de navelstreng niet helemaal dicht gegroeid. Er zit een gat bij de navel
Wat zijn afwijkende beelden, tweede trimester?
- Ventriculomegalie
- Arnold-chirari malformatie
- Microcephalie
- Cheiloschisis
- Spina bifida
- Hernia diafragmatica
- Omphalocele
- Hydronefrose
- AVSD
- Truncus arteriosus
- Club hand
- Klompvoet
Welke vormen van obstretisch beleid zijn er na afwijkend GUO2 (geavanceerd ultrageluid onderzoek)?
- Geruststelling
- Geen wijziging
- Wijziging beleid tav aard, plaats, tijd partus
- Abstinerend beleid
- Intrauteriene therapie
Welke typen vragen over IVF en PGT (preïmplantatie genetische-test)?
Zorgvuldigheidsvraagstukken:
- Op maatschappelijk niveau is sprake van een redelijke consensus over de aanvaarbaarheid van een specifiek ethisch vraagstuk
- Vaak vervat in wetten en richtlijnen
- Concrete ethische vragen gaan over het zorgvuldig gebruik van een bepaalde technologie
- Onder welke voorwaarden is een technologie moreel aanvaardbaar?
Wenselijkheidsvraagstukken:
- Op maatschappelijk niveau is geen sprake van een redelijke consensus over de aanvaardbaarheid van een specifiek ethisch vraagstuk
- Wetten en richtlijnen ontbreken
- Concrete ethische vragen gaan over de wenselijkheid van een bepaalde technologie
- Willen we deze technologie wel? Onder welke voorwaarden?
Wat zijn de voor en nadelen van preconceptionele dragerschapsscreening?
Voordelen:
- Meer dragerparen kunnen over hun verhoogde risico worden geïnformeerd
- Omdat de screening al voor de zwangerschap plaatsvindt, zijn er meer reproductieve handelingsopties voor wensouders
- Met preconceptionele dragerschapsscreening kan een verhoogd risico worden aangetoond op ernstige erfelijke aandoeningen die met het huidige prenatale screeningsaanbod niet kunnen worden gevonden
Nadelen:
- Het risico op de terugkoppeling van dragerschap van aandoeningen die niet ernstig zijn of waarvan het klinisch beloop onzeker is
- Dat wensouderparen voor moeilijke beslissingen kunnen komen te staan
- Zorgen over druk op wensouders om deel te nemen
- Minder acceptatie van mensen met ernstige erfelijke aandoening
- Medicalisering van kinderwens
Wat zijn de criteria voor perconceptionele dragerschapsscreening?
- Moet gaan om belangrijk gezondheidsprobleem
- De screening moet zinvolle uitkomsten hebben in verband met het probleem waarop het onderzoek gericht is
- Er moet een betrouwbare en valide screeningsmethode voorhanden zijn met gewaarborgde kwaliteit
- Deelname aan screening moet gebaseerd zijn op geïnformeerde, vrijwillige keuze
- Screening moet rechtvaardig zijn
-> Respect voor reproductieve autonomie