Geneeskunde 3A1 HC week 2 Flashcards

1
Q

Wat is vruchtbaarheid/fertiliteit?

A

Het vermogen van een organisme om zich geslachtelijk voort te planten. Bij de mens is dat binnen een jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de paren is subfertiel?

A

1 op 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voorwaarden voor conceptie?

A

Eicel, zaadcel, samenkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn anamnesevragen voor subfertiele vrouw?

A
  • primair of secundair subfertiel
  • duur
  • leeftijd
  • cyclus
  • SOA’s, systemische ziekten
  • (buik) operaties
  • coïtus, expositie, kennis fertiele periode
  • intoxicaties/omgevingsfactoren
  • anticonceptiegebruik
  • familieanamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn anamnesevragen voor subfertiele man?

A
  • primair of secundair
  • leeftijd
  • coïtus/ejaculatie
  • SOA/infecties
  • trauma/operaties
  • intoxicaties
  • beroep -> giftige stoffen effect op zaadcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk lichamelijk onderzoek bij subfertiele vrouw?

A
  • gewicht, lengte, BMI
  • habitus
  • beharingspatroon
  • genitalia externa
  • speculum en vaginaal toucher
  • echoscopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk aanvullend onderzoek bij subfertiel paar?

A
  • semenanalyse
  • mid-luteaal progesteron
  • chlamydia antistof titer in serum (CAT)
  • post-coïtum test: nauwelijks toegevoegde waarde. Ook niet temperatuurcurve
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan je de menstruele cyclus monitoren?

A
  • LH detectie
  • echo monitoring follikelgroei/ovulatie
  • progesteron in luteale fase
  • endometrium beoordeling
  • ovulatietest: hoge sensitiviteit en lage specificiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer doe je tubadiagnostiek?

A
  • Bij positieve CAT, PID in anamneses, verdenking endometriose
  • actieve infectie uitsluiten
  • folliculaire fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het risico op subfertiliteit na chlamydia infectie?

A

1-15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn vruchtbaarheidsbevorderende behandelingen?

A
  • behandeling gericht op probleem
  • veelal nog goede natuurlijke conceptie en zwangerschapskans
  • behandeling moet toegevoegde waarde hebben, boven natuurlijke conceptiekans
  • afwegen toegevoegde waarde van i terventie vs expectatief
  • geldt vooral voor de categorie onverklaarde subfertiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de belangrijkste prognostische factoren voor conceptiekans?

A

Leeftijd vrouw en duur fertiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de beschrijving van non-directiviteit?

A
  • weloverwogen
  • goed geïnformeerd
  • eigen keuze
  • op het juiste moment in het leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn redenen voor erfelijkheidsadvies?

A
  • ouders met gehandicapt kind vragen naar herhalingsrisico
  • in familie van adviesvragers komt een mogelijk erfelijke aandoening voor
  • een van de adviesvragers zelf een aandoening met mogelijk risico voor nageslacht
  • bloedverwantschap tussen adviesvragers
  • risico’s in verband met schadelijke externe factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie worden bij voorkeur getest door klinische geneticus?

A

Bij voorkeur testen van:
- aangedane persoon
- persoon zo hoog mogelijk in stamboom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de opties bij erfelijkheid en kinderwens?

A
  • afzien van kinderen
  • risico accepteren
  • prenataal onderzoek, mogelijk selectieve abortus
  • KID (evt na screenen van donor op dragerschap)
  • adoptie
  • pre-implantatie genetische test (PGT) = diagnostiek + screening
17
Q

Welk prenataal diagnostiek bestaat er?

A
  • cytogenetisch: chromosoomafwijkingen, microdeleties
  • moleculair genetisch
  • biochemisch
  • echografisch
  • maternale serum bepalingen -> NIPT