Geneeskunde 3A1 HC week 4 Flashcards

1
Q

Wat zijn cijfers over ovariumca?

A
  • 1/85 vrouwen krijgt gedurende haar leven
  • 1/100 overlijdt aan ovariumcarcinoom
  • 45% van de patiënten is 70 jaar of ouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn klachten van ovariumca?

A
  • Geen
  • Aspecifiek:
  • Vage gastro-intestinale klachten
  • Toename buikopvang
  • Mictie of defaecatie problemen
  • Acute buik door ruptuur van cyste of steeldraai
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie krijgt ovariumca?

A
  • Minder ovulaties: pil (30-50% risico reductie), meerdere zwangerschappen
  • Meer kans: genmutaties: BRCA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de stadia van ovariumca?

A

1- Ergens begonnen, daar blijft het
2- Iets meer uitbereiding naar omgeving
3- Regionaal
4- Metastasen op afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van laag staium ovarium ca?

A
  • Meestal bij toeval gevonden, zelden klachten
  • 75-90% genezing
  • Chirurgie en volledige stagering cruciaal
  • Tumorgraad is belangrijk prognostische factor
  • Adjuvante chemotherapie verbetert de overleving van patiënten met een onvolledige stagering
  • Het is niet bekend of adjuvante chemotherapie de overleving verbetert van patiënten met een hooggradige tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doe je bij stageringsoperatie?

A

Doel: vaststellen of er uitzaaiingen zijn. Snee of kijkoperatie
- Cytologie spoelvloeistof of ascites
- Inspectie en palpatie hele buikholte
- Uterus en adnex extirpatie
- Omentectomie
- Stageringsbiopten
- Lymfeklierdissectie/sampling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn prognostische factoren bij ovarium ca?

A
  • Conditie
  • FIGO stadium
  • Tumorgraad
  • Grootte van restlaesies na chirurgie
  • Chemotherapie
  • BRCA status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn risicofactoren op ovarium ca?

A
  • Hormoon gebruik
  • Obesitas
  • Infertiliteit in voorgeschiedenis
  • Nullipartiteit
  • Late overgang
  • Leeftijd
  • Diabetes
  • Hypertensie
  • Radiotherapie vh bekken
  • Erfelijk (lynch syndroom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de tumorstadiëring van ovarium ca?

A

T1: beperkt tot corpus
T2: uitbereiding cervix
T3: naar buikholte en/of schede
T4: lokale uitbreiding naar blaas/rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat aan diagnostisch onderzoek doe je bij ovarium ca?

A
  • Routine bloedonderzoek
  • CA125 (vaak verhoogd bij extra-uteriene ziekte)
  • Transvaginale echografie
  • MRI/CT scan op indicatie
  • Na diagnose: routine onderzoek naar moleculaire markers: MMR, p53 bij iedereen
  • POLE: hooggradig altijd, laaggradig met p53 of MMRd niet berustend op MLHI promotor methylering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke behandeling bij ovarium ca?

A
  • Bijna altijd chirurgie -> laparoscopie, hysterectomie
  • Uterus met adnexa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat het biopsychosocial model of sexual response?

A
  • Biology
  • Psychology
  • Sociocultural
  • Interpersonal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de effecten van kanker op seksualiteit?

A
  • Vermoeidheid
  • Pijn
  • Angst
  • Depressive
  • Zelfbeeld
  • Anatomie
  • Conditie
  • Therapie bijwerkingen
  • Partner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke medicijnen hebben effect op de erectie?

A

= opwindingsfase
- Beta-blokkers
- Antiarithmica
- Antipsychotica
- 5alfareductase remmers
- Spironolacton
- Ranitidine
- Levodopa
- Amlodipine
- Enalapril
- Oxycodon
- Hydrochloorthiazide
- Antiepileptica
- Aromataze remmers
- HIV medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke medicijnen hebben effect op lubricatie klachten?

A

= opwindingsfase
- anticholinergica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke medicijnen beïnvloeden de zin in seks?

A

= verlangensfase
- GnRH agonist of antagonist
- SSRI
- Statines
- 5 alphareductase remmers
- Anticonceptiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke medicijnen beïnvloeden de ejaculatie of orgasme?

A

= orgasme fase
- Alphablokkers
- SSRIs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn seksuele klachten van prostaatverwijdering?

A
  • Minder zin in seks door erectieklachten en orgasme klachten
  • Neurogene erectieklachten door letsel NVB (slappe penis bij seksuele opwinding)
  • Aspermie door wegnemen vesicula seminalis (droog orgasme)
  • Climacturie door wegnemen prostaat en sphincter insufficiëntie (urineverlies bij orgasme)
  • Anorgasmie (niet klaar kunnen komen)
  • Veranderd orgasmegevoel door aspermia en BB veranderingen
  • Kleinere penis door wegnemen prostaat en afnemen NPT
  • Teleurstelling door minder seksueel functioneren
  • Pijn door bekkenbodem hypertonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn seksuele klachten na colorectale chirurgie?

A
  • Ernstiger klachten na distale resectie
  • Minder ernstig na niet-oncologische protocolectomie
  • Ernstiger als gecombineerd met neoadjuvante chemoradiotherapie
  • Risicofactoren: stoma, peri en postoperatieve complicaties
  • Negatief zelfbeeld
  • Angst voor afwzijzing partner
  • Verlies seksueel verlangen
  • Erectiele dysfunctie
  • Ejaculatie klachten
  • Anorgasmie
  • Veranderde subjectieve orgasme beleving
  • Fertiliteitsklachten
20
Q

Wat zijn seksuele klachten na RPLND (retroperitoneale lymklierresectie)?

A
  • Beschadiging autonome zenuwen in para-aortale regio
  • Anejaculatie of retrograde ejaculatie tot 100%
  • Zenuwsparende procedure: 20% ejaculatie klachten
  • Aspermie
  • Fertiliteitsklachten
  • Veranderde subjectieve orgasme beleving
21
Q

Welke bijwerkingen geeft chemotherapie bij een vrouw?

A

Irregulaire menses, vroege menopauze, hot flashes, slapeloosheid, prikkelbaarheid, depressie, vaginale droogheid, dypareunie, infertiliteit, verminderd libido

22
Q

Welke bijwerkingen geeft bestraling bij een vrouw?

A

Bekken fibrose, vaginale atrofie, verlittekening, verminderde lubricatie, mictieklachten, erytheem, oedeem, ulceratie, verminderde elasticiteit, verkorting, toegenome irritatie van vagina

23
Q

Welke bijwerkingen geeft een operatie bij een vrouw met kanker?

A

Lichaamsbeeld, darmklachten, menopauze, pijn, verandering in vaginale grootte en gevoeligheid, tepel verlies

24
Q

Wat zijn seksuele klachten na gynaecologische radiotherapie?

A
  • Minder zin in seks door pijn door bekken fibrose
  • Minder zin in seks door ovarium dysfunctie
  • Minder zin in seks door negatief zelfbeeld
  • Lubricatie klachten door vaatstelsel (laat effect radiotherapie)
  • Vaginale stenose/verkorting door atrofie
  • Anorgasmie door pijn en atrofie vulva en vagina
  • Dissatisfactie door pijn of bloeding vagina en vulva epitheel
25
Welke vrouwen komen in aanmerking voor behandeling met hormoontherapie?
Overgangsklachten bij vrouw van: - <46 jaar: ja, tenzij - 46-50: geen verhoogd risico: geen bezwaar hormoontherapie - 50-56 jaar: nee, tenzij sociaal invaliderende klachten en na zorgvuldig informeren - > 56 jaar: liever niet meer doen
26
Wat is de invloed van roken op de overgang?
Vervroegt 1-2 jaar -> door invloed op hart en vaatsysteem
27
Wat gebeurt er met FSH in menopauze?
FSH neemt toe, want er wordt geen oestrogeen meer aangemaakt door de ovaria. Dit zorgt er dus voor dat er geen negatieve feedback is op de FSH.
28
Wat zijn de bekendste overgangsverschijnselen?
- Menstruatie: * Onregelmatige cyclus * Meer bloedverlies (stolsels) * Langer bloedverlies - Opvliegers - Nachtelijk transpireren - Hartkloppingen - Moodswings
29
Hoe lang hebben de meeste vrouwen last van opvliegers?
82%: > 1 jaar klachten van opvliegers 50%: > 2 jaar 26%: > 5 jaar 10%: > 10 jaar Hinder: 60% Help: 30%
30
Wat is de fysiologie van een opvlieger?
- Thermoregulatie dysfunctie op het niveau van hypothalamus - Thermoneutrale zone is smaller bij vrouwen met opvliegers
31
Wat is het effect van oestrogenen tijdens een opvlieger?
- Dalen van oestrogeen spiegel geeft toename van het cerebrale noradrenaline -> thermoregulatoire zone versmalt - Geïnduceerd door dalen van oestrogeen spiegel: 1. Perifere vasodilatatie: bloed doorstroming van huid stijgt, gevoel van warmt. Stijgen hartfrequentie. 2. Transpiratie: dalen kerntemperatuur. 3. Bibberen: als kerntermperatuur onder normaalwaarde. - Oestrogenen herstellen de thermoneutrale zone waardoor de opvliegers verdwijnen - Thermoneutrale zone kan verbreden door serotonine
32
Wat zijn triggers voor het krijgen van een opvlieger?
- Dieet gewoontes: triggers, alcohol, koffie, hete dranken - Sociale acceptatie - Culturele perceptie - Stress - Slaapproblemen - Werkverzuim - Minder goede kwaliteit van leven - Effecten op seksuele drive, relatie, familieleven
33
Wat zijn effecten van het dalen van oestrogeen?
- Afname bloedcirculatie in genitale gebied - Afname elastine en collagenen
34
Wat zijn urogenitale verschijnselen van de menopauze?
- Droge vagina - Pijn bij het vrijen - Minder libido - Jeuk - Verandering afscheiding - Dysurie - Pollakisurie - Urineweginfecties - Incontinentie
35
Wat zijn andere effecten van de menopauze?
- Gewichtstoename, vooral rond de taille - Huid minder soepel en vochtarm - Evt toename beharing - Dunner worden beharing - Droge, geïrriteerde ogen - Spier en gewrichtspijnen -> vooral in beweging blijven - Duizelig - Hoofdpijn/migraine - Tintelingen handen en voeten - Slijmvliesveranderingen - Concentratie problemen, vergeetachtigheid - Geïrriteerdheid - Depressieve klachten
36
Wat zijn op de lange termijn veranderingen van de menopauze op de gezondheid?
- Toename hart en vaatziekten - Toename osteoporose (botbreuken) - Toename borstkanker
37
Waaruit bestaat hormoontherapie?
Oestrogeen substitutie + progestageen voor bescherming van het endometrium
38
Waarom is het belangrijk dat er progestageen zit in hormoonsubstitutie?
Zonder progestageen zal het endometrium steeds worden gestimuleerd -> proliferatie -> dysplasie -> kanker
39
Wat zijn voordelen van HST?
- Overgangsklachten verdwijnen - Goed voor botten - Goed voor blaas en vagina - Goed voor huid, haar, slijmvliezen
40
Wat zijn nadelen van HST?
- Soms weer ongesteld - Steeds weer hormonen slikken - Soms gespannen borsten - Soms misselijk - Soms vocht vasthouden - Hoger risico op mammaca
41
Wat zijn contra-indicaties voor HST?
- Borstkanker - Baarmoederslijmvlieskanker - Trombose en/of longembolie - Migraine
42
Wat zijn indicaties voor HST?
- Menopauze onder 46 jaar - Ernstige overgangsklachten - Versterkte botontkalking onder 50 jaar
43
Hoe maak je beslissing over welke HST je moet toedienen?
- Geen baarmoeder -> alleen oestrogeen - Wel baarmoeder -> altijd combinatie van oestrogenen en progestagenen -> Cyclisch: Helft van maand progestagenen en andere helft oestragenen -> onttrekkingsbloedingen -> Sequentieel: de hele maand hetzelfde slikken als ver in overgang -> doorbraakbloedingen
44
Wat zijn alternatieven voor HST?
- Clonidine - SSRI - Lifestyle veranderingen
45
Wat zijn de risico's van HST? En juist de voordelen?
- Hartinfarcten +26% - Beroerte +41% - DVT +113% - Borstkanker +26% Voordelen: - Colon ca -37% - Heupfractuur -34%
46
Wat zijn twee oorzaken van stressincontinentie?
- een hypermobiele vagina voorwand: urethrale hypermobiliteit - ISD: intrinsieke sphincter deficiëntie
47
Welke soorten incontinenties zijn er?
- Urge incontinentie -> blaaswand geeft zoveel stimulus dat het niet mogelijk is om op tijd de wc te bereiken - Stress incontinentie -> druk verhogende momenten: hoesten, niezen, lachen, persen * Fertiele levensfase * Oorzaken: hypermobiliteit van de urethra, intrinsieke sfincter deficiëntie - Gemengde incontinentie - Overloop incontinentie: * Continu lekkage