Geneeskunde 1B1 Week 1 Flashcards
1B1 week 1 HC 2 circulatiesysteem:
Hoe loopt de bloedcirculatie vanaf v. cava superior/inferior –> de aorta?
(Neem hierbij de kleppen mee waar die langs gaat)
Zuurstof arm
Via de v. cava superior/inferior komt het bloed in het atrium dextrum. Waarna het bloed via de valva tricuspidalis in de ventrikel Dexter komt. Vervolgens gaat het bloed langs de valva trunci pulmonalis verder via de truncus pulmonalis naar de longen.
Zuurstof rijk
Als het bloed is voorzien van zuurstof, gaat deze verder via de vv pulmonales naar het atrium sinistrum. Via de valva mitralis komt het bloed in de ventrikel sinister, waarna deze zijn weg vervolgd en via de valva aortae in de aorta komt.
1B1 HC 2 circulatiesysteem:
Uit welke 3 lagen is het hart opgebouwd?
De 3 lagen van binnen naar buiten zijn:
1. Endocard
2. Myocard = spierweefsel, zorgt voor contractie
3. Epicard
1B1 HC 2 circulatiesysteem:
Wat is het verschil tussen de bloedverdeling bij rust of inspanning?
Rust:
Bloed gaat vooral naar de verteringsorganen en nieren.
Inspanning:
Bloed gaat vooral naar de skeletspieren.
1B1 HC 2 vaattypen:
Langs welke typen vaten gaat een volledige bloedcirculatie?
We beginnen de circulatie bij het hart
Hart > elastische arteriën > musculeuze arteriën > kleinere arteriën > arteriolen > capillairen > postcapillaire venulen > musculeuze venulen > middelgrote en grote venen > venen > hart.
1B1 HC 2 vaattypen:
Wat is de functie van elastine in arteriën?
- Regulatie van de bloeddruk:
De elasticiteit van de arteriën zorgt voor een opslag van energie tijdens de systole, waardoor het bloeddruk verval tussen systole en diastole wordt verkleind.
Hoe kleiner het bloedvat, hoe minder elastine die bevat.
1B1 HC 2 opbouw vaatwand:
Uit welke 3 lagen is de vaatwand opgebouwd?
De 3 lagen van binnen naar buiten zijn:
1. Tunica intima
2. Tunica media
3. Tunica adventitia
1B1 HC 2 opbouw vaatwand:
Waaruit is de tunica intima opgebouwd?
- Endotheelcellen
- Subendotheliale laag:
Soms met gladde spiercellen en vezels. - Lamina elastica interne:
Deze laag is niet goed te zien bij venen.
1B1 HC 2 opbouw vaatwand:
Waaruit is de tunica media opgebouwd?
- Gladde spiercellen:
Circulair gerangschikt. - Elastische/lamellair vezels:
Wisselende hoeveelheden om druk op te vangen.
Geen fibroblasten, extracellulaire vezels zijn afkomstig van de gladde spiercellen. - Lamina elastica externa
1B1 HC 2 opbouw vaatwand:
Waaruit is de tunica adventitia opgebouwd?
- Losmazig bindweefsel:
Vooral collageen vezels/longitudinaal. - Vasa vasorum:
Voorzien de grotere vaten van bloed t/m het buitenste deel. - Nervi vascularis:
Betrokken bij vasoconstrictie en vasodilatatie.
1B1 HC 2 volumeverdeling naar vaattype:
Hoe is het verloop van doorsnede oppervlak, snelheid en bloeddruk in bloedvaten van arterie naar vene?
Plaatje Binas 84E, 1
1B1 HC 2 arteriën:
Welke 3 typen arteriën zijn te onderscheiden?
De 3 type arteriën van groot naar klein zijn:
1. Elastische arteriën
2. Musculeuze arteriën
3. Arteriolen
1B1 HC 2 arteriën:
Wat zijn de 3 kenmerken van elastische arteriën?
- Grote arteriën, bijvoorbeeld de aorta
- Bevatten grotere tunica media
- Op histologische afbeeldingen zien we meer zwarte draadjes (elastine)
1B1 HC 2 arteriën:
Wat zijn de 2 kenmerken van musculeuze arteriën?
- Middelgrote arteriën
- Lamina elastica interna en externa is beter zichtbaar omdat er de arterie minder elastine bevat
1B1 HC 2 arteriën:
Wat zijn de 3 kenmerken van arteriolen?
- Kleine arteriën
- Tunica media is 1 - 2 spierlagen dik
- Zorgen voor de bloeddrukregulatie
1B1 HC 2 capillairen:
Wat zijn de 4 kenmerken van capillairen?
- Stuk kleiner dan arteriolen
- Korte bloedvaten
- Neemt 90% van vasculatuur in het lichaam
- Arteriolen voeren het bloed aan, venulen verzamelen het bloed
1B1 HC 2 capillairen:
Wat zijn de functies van een pericyt?
- Bloedvat stabilisatie
- Regulatie van de bloedstroom door de capillairen
1B1 HC 2 typen capillairen:
Welke 3 typen capillairen zijn te onderscheiden?
De 3 type capillairen zijn:
1. Continue capillairen
2. Gefenestreerde capillairen
3. Sinusoïde capillairen
1B1 HC 2 typen capillairen:
Wat zijn de 2 kenmerken van continue capillairen?
- Endotheelcel laag zonder gaten
- Komt voor in weefsels waar geen grote moleculen in mogen komen i.v.m. schade
- Bijvoorbeeld in spierweefsel, bindweefsel en neuronaal weefsel
1B1 HC 2 typen capillairen:
Wat zijn de 3 kenmerken van gefenestreerde capillairen?
- Endotheelcel laag met kleine gaatjes
- Komt voor in endocriene klieren waar eiwitten door de gaten heen moeten,
- Bijvoorbeeld in de darmen, de nieren en de galblaas
1B1 HC 2 typen capillairen:
Wat zijn de 3 kenmerken van sinusoïde capillairen?
- Endotheelcel laag met grote gaatjes (fenestrae)
- Komt voor in structuren waar structuren als cellen moeten kunnen in- en uittreden
- Bijvoorbeeld in de lever, de milt en het beenmerg
1B1 HC 2 lymfevaten:
Wat zijn de 4 kenmerken van lymfevaten?
- Dunwandig
- Voeren overtollig vocht uit weefsel af
- Histologisch niet te onderscheiden van vene (alleen te zien aan aan-/afwezigheid rode bloedcellen)
- Eindigen in de ductus thoracic en rechter ductus lymphatic voordat ze in het bloed uitmonden
1B1 HC 2 pathologie:
Wat is arteriosclerose?
Verharding van de vaatwand
- Kan excentrisch (lager/groter worden) en concentrisch (korter/kleiner worden) zijn
1B1 HC 2 pathologie:
Wat is arterosclerose?
(1.) Proces waarbij vet aan de endotheellaag van het bloedvat ophoopt
- Anti-trombogene werking van endotheelcellen gaat verloren
- Ontstaan bloedpropjes aan de plaque
(2.) Om de vetophoping (athenoom) ontwikkelt een laag spiercellen (fibrous cap)
- Als deze scheurt, ontstaat er een trombus en wordt het vat afgesloten
Gebeurt vaker in coronairvaten omdat deze dun en fragiel zijn.
1B1 HC 2 pathologie:
Wat zijn de 4 mogelijke gevolgen van atherosclerose?
De 4 mogelijke gevolgen zijn:
1. Dissectie (splijting)
2. Ruptuur (scheuring)
3. Aneurysma (verdikking/verwijding)
4. Hartinfarct