Gedrag - Hfst 7: Aansturen van jezelf Flashcards
DEF: Emotionele intelligentie
De mate waarin iemand zelfkennis bezit en deze kennis in relaties sociaal vaardig weet in te zetten.
DEF: Zelfmotivatie
Het vermogen om zichzelf tot handelen te bewegen en gestelde doelen na te streven.
DEF: spanning
Een toestand van grote aandacht, meestal bij onzekerheid over de afloop van een gebeurtenis
DEF: stress
Een langdurige of plotselinge heftige verstoring van het evenwicht tussen belasting en belastbaarheid
DEF: stressmanagement
Het geheel van technieken en therapeutische behandeling gericht op het verminderen van fysieke, emotionele en rationele spanning
Waar dient het Johari diagram toe?
- Geeft inzicht in hoe je situaties in de open ruimte kunt brengen om te komen tot effectieve aanpakken of oplossingen voor vraagstukken.
- reikt mogelijkheden aan om situaties bespreekbaar te maken zodat men verantwoordelijkheid voor effectiever gedrag kan nemen.
Waar zijn zelfreflectie en zelfanalyse op gericht? (Johari diagram)
- effect van eigen gedrag
- vaardigheden
- overtuigingen
- persoonlijkheid in concrete omgevingen.
4 mogelijkheden om situaties bespreekbaar te maken en in de vrije ruimte te brengen:
- Bespreekbaar maken vrije activiteit/gedrag.
- Feedback geven/ontvangen op blinde vlekken (positief/negatief).
- Zelfonthulling van de façade (van jezelf).
- Bewust(wording) van onbekende/ verborgen activiteit die positief of negatieve uitwerking heeft.
Uit welke 4 elementen bestaat een kernkwadrant?
- Kernkwaliteit
- Valkuil
(=teveel van het goede 1) - Uitdaging
(positief tegenovergesteld van je valkuil) - Allergie
(negatief tegenovergesteld van 1 of teveel van het goede in 3)
De 7 eigenschappen van effectief leiderschap (Covey):
Afhankelijk:
1. Werk proactief
2. Begin met het einde voor ogen
3. Begin bij het begin
Overwinning op de omgeving:
4. Win/win of geen akkoord
5. Eerst begrijpen dan begrepen worden
6. Werk synergetisch (samen)
Wederzijds afhankelijk
7. Houd de zaag scherp
Welke Assen en kwadranten heeft het Eisenhower kwadrant?
(prioriteren)
Assen:
1. Urgent - niet urgent
2. belangrijk - niet belangrijk
Kwadranten:
1. Moet nu gedaan (belangrijk + urgent)
2. Werken vanuit aandacht (belangrijk + niet urgent)
3. ‘Ik’, doe het wel weer (niet belangrijk + urgent)
4. Verleidingen ( niet belangrijk + niet urgent)
Hiermee prioriteer je persoonlijke taken
Veroorzakers van stress
- Eentonig werk
- Autoritair leiderschap
- continu zware belasting
- te weinig stimulans
- pesterijen
- gebrekkige communicatie
- onduidelijke taken/verantwoordelijkheden
- persoonsgebonden factoren
- disbalans werk/privé
5 persoonlijkheidsdimensies (Big Five)
- Extravert
- Openheid voor ervaring
- Inschikkelijkheid/ meegaandheid
- Zorgvuldigheid
- Emotionele stabiliteit
Utilitarisme of gevolgenethiek
Een denkwijze binnen de ethiek die juistheid van het ethisch handelen afweegt aan de concrete gevolgen van dat handelen.
Deugdenethiek
Denkwijze: juist ethisch handelen ontstaat vanuit ontwikkeling van deugdzame kwaliteiten en gezindheid gebaseerd op: ‘hoe moet ik leven’?
DEF: Deontologie of beginselethiek
Denkwijze die juistheid van ethisch handelen afweegt tegen nakomen van beginselen ten grondslag aan dat handelen.
Zorgethiek
Denkwijze: oog voor het belang en zorg voor naaste.
Beroepsethiek
Bewust maken en naleven morele keuzen o.b.v. waarden & normen voor beroepsuitvoering.
4 aspecten van betrouwbaarheid
Competentie: consistent, transparant, consequent en voorspelbaar te handelen.
Noem 5 soorten ethiek
- Deugdenethiek (geluk ervaring door manier van handelen)
- Beginselethiek/ deontologie (norm of gedragsregels als beginsel)
- Zorgethiek (de ander voor ogen nemen)
- Utilitarisme of gevolgenethiek (welzijn van mensen)
- Beroepsethiek (beroepscode)
Noem 6 professionele standaarden en normen IPMA ethische code:
- Professionele ethiek
- Commitment naar projecteigenaren en belanghebbenden
- Verbintenissen met collega’s en werknemers
- Verantwoordelijkheid naar de samenleving
- Duurzaamheid en natuurlijke omgeving
- De opvoedkundige missie
3 kernkwaliteiten voor netwerken
- Kennisdeler
- Verbinder
- Verkoper
DEF: communicatie
De uitwisseling van informatie tussen partijen
DEF: Vergadering
Formeel geplande bijeenkomst van meerdere mensen, ten einde meningen te vormen, besluiten te nemen over geagendeerde onderwerpen.
DEF: workshop en PSU
Een activiteit van een of meerdere dagdelen waarbij deelnemers op interactieve wijze specifieke kennis ontvangen en ontwikkelen over een onderwerp.
- actieve participatie
- interactieve werkvormen
- concrete resultaten
- gemeenschappelijke betekenis
- procesgerichte facilitering
- collectieve besluitvorming
Project start- up workshop: Duidelijkheid en draagvlak te creëren met alle belangrijke stakeholders van een project.
- opdrachtgever
- vertegenw. Eindgebruiker
- vertegenw. Leverancier.
DEF: Presentatie
Een mondelinge overdracht van een boodschap aan een groep waarbij gebruik wordt gemaakt van middelen die de boodschap ondersteunen en versterken.
5 criteria om kwaliteit van communicatie te toetsen:
- Effectiviteit & doeltreffendheid
- Begrijpelijkheid
- Efficiency / doelmatigheid
- Aanvaardbaarheid
- Tijdigheid
DEF: selectieve perceptie
Miscommunicatie of ruis waarbij de ontvanger slechts hoort wat appelleert aan zijn of haar gevoels- of overtuigingswereld.
DEF: cognitieve dissonantie
Miscommunicatie of ruis waarbij de ontvanger emoties ervaart doordat hij o.b.v eigen overtuigingen/waarden het niet eens is met de zender.
Verschil tussen interne en externe ruis?
Intern: verstoring door innerlijke toestand van communicatiepartner.
Extern: vervormd boodschap door verstoring, slecht verbinding/ onduidelijke schema’s.
4 aspecten van communicatie (Friedermann Schulz von Thun)
- Inhoudelijk (letterlijke bericht)
- Appellerend (de bedoeling van de communicatie)
- Expressief (info/ houding van zender zelf)
- Relationeel (verhouding zender-ontvanger, intonatie en mimiek).
DEF: actief luisteren
Gaat verder dan LSD techniek; parafraseren, hummen, papegaaien, spiegelen.
DEF: rapport maken (actief luisteren)
Spiegeltechniek waarbij luisteraar op dezelfde golflengte gaat zitten door taalgebruik of houding.
4 soorten vragen
- Open vragen: vrije beantwoording
- Gesloten vragen: ja/nee
- Suggestieve vragen: antwoord zit in de vraag.
- Retorische vragen: bekende weg/ vrager verwacht geen antwoord.
5G’s bij feedback
- Gedrag
- Gevoel
- Gevolg
- Gewenst
- (Gelegenheid)
Aandachtspunten effectief vergaderen
- tijdig informeren (agenda, stukken)
- noodzakelijke personen
- voldoende tijd
- niet onnodig afwijken agenda
- ruimte voor inbreng door iedereen
- voorkom afdwalen
- luisteren naar elkaar
- meningsverschillen niet escaleren
- besluiten kernachtig formuleren en vastleggen
- geen uitloop / niet te lang
3 typen verslaglegging
- besluiten / actielijst: voortgangsvergadering
- beknopt verslag: vastleggen standpunten
- uitgebreid verslag: bij info verstrekking.
5 aspecten besluitvormende vergaderpunten
- Presentatie onderwerp
- Beeldvorming
- Oordeelsvorming
- Besluitvorming
- Actieplan
Rollen bij workshops
- workshop- /probleemeigenaar
- moderator/facilitator
- secretaris/ondersteuner
- deelnemers
4 elementen schriftelijk communiceren
- Begrijpelijk
- Nauwkeurig
- Bondig
- Aantrekkelijk
Def: Kick-off
Gemeenschappelijke vergadering met het projectteam direct na een beslissing of fase-overgang, bedoeld om een vliegende start te creëren voor de volgende fase.
4 kwadranten van Johari diagram
- De blinde vlek
- De arena of gebied van vrije activiteit
- De façade of verborgen gebied
- Gebied van onbekende activiteit