Gedrag Flashcards

1
Q

Motivatie

A

De bereidheid om een bepaald gedragssysteem uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Periodieke invloeden

A

Regelmatig terugkerende schommelingen van prikkelsterkten in het interne of externe milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voortplantingsprikkel

A

Een verandering van de concentratie van geslachtshormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biologische klok

A

Het slaap-waakritme en veranderingen tijdens de levenscyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sleutelprikkel

A

Een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het ontstaan van bepaald gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Supranormale prikkel

A

Een prikkel met een sterkere motivatie en een grotere kans op respons dan een gewone sleutelprikkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inprenting

A

Wanneer dieren iets alleen leren in een bepaalde, korte periode in hun leven (gevoelige periode).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gewenning

A

Wanneer de kans op een reactie op een prikkel afneemt bij herhaaldelijke toediening van een prikkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Conditionering (proefondervindelijk leren/trial and error)

A

Hierbij leert een dier of mens bepaald gedrag door ‘beloning’ of ‘straf’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geconditioneerde reflex

A

Een kunstmatige prikkel veroorzaakt een bepaald gedrag dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Imitatie

A

Wanneer dieren leren door het gedrag van soortgenoten na te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Inzicht

A

Waneer een dier of mens in een nieuwe situatie de oplossing van een probleem vindt door ervaringen uit het verleden op een andere wijze te combineren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly