GDR HC1 Flashcards
Het objectieve vermogensrecht
Verbintenissenrecht
Goederenrecht
= gesloten systeem; in beginsel dwingend recht
- vermogensrechtelijke houding van persoon tot goed
Goederen (art. 3:1 BW)
Zaken - roerende zaken, wel registergoed - onroerende zaken, registergoed - roerende zaken, niet registergoed [eigendom = het meest omvattende recht dat men op een 'zaak' kan hebben/moederecht]
Vermogensrechten
- vorderingsrechten
- andere vermogensrechten (IE-rechten_
[ ‘rechthebbende zijn van’]
Art. 3:84 BW
Vereisten voor overdracht
[cumulatief]
(1) Een geldige titel (= causa, rechtsgrond uit verbintenis) die tot overdracht verplicht
(2) levering van het goed (art. 3:90 BW)
(3) door een beschikkingsbevoegde
Art. 3:84
(1) een geldige titel
a) titel moet tot overdracht strekken
b) titel moet levering ‘dekken’, dwz overeenstemmen met de leveringshandeling (dezelfde hoeveelheid, juiste goed)
c) titel moet geldig zijn (geen geldige titel in geval van nietigheid of na vernietiging (art. 3:53))
Art. 3:84
(2) levering van het goed; art. 3:90 BW
Indien in bezit bij vervreemder: bezitsverschaffing - art. 3:90
(i) feitelijke machtsverschaffing - art. 3:114 (hoofdregel)
- feitelijke handeling
(ii) traditio constituto possessorio - art. 3:115 sub a (levering c.p.)
- bezitter wordt houder voor nieuwe bezitter
- tweezijdige vormvrije verklaring volstaat
(iii) traditio brevi manu - art. 3:115 sub b (levering brevi manu)
- houder wordt bezitter
- tweezijdige vormvrije verklaring volstaat
(iv) traditio longa manu - art. 3:115 sub c (levering longa manu)
- houder voor de een wordt houder voor de ander
- tweezijdige vormverklaring + mededeling/erkenning
Art. 3:84
(3) Door een beschikkingsbevoegde
a) bevoegdheid om te vervreemden (= overdragen) en te bezwaren
b) BB hoort bij eigenaar/rechthebbende
c) in beginsel volledig BB tenzij goed bezwaard is met beperkt recht
d) BB kan door gevolmachtigde worden uitgeoefend in naam van BB
e) BB wordt beïnvloed door beslag en ontnomen door faillissement van eigenaar/rechthebbende
f) regels over BB zijn van dwingend recht en kunnen in beginsel niet bij contract uitgesloten worden
g) complicatie: beschikken door/aan tussenpersoon
art. 3:84 + 3:98 BW =
voor vervreemding (overdracht) en bezwaring (vestiging beperkt recht) van een goed wordt vereist een leverings- of vestigingshandeling krachtens geldige titel, verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken
art. 3:80 BW
Men kan goederen onder algemene en onder bijzondere titel verkrijgen
Verkrijging onder algemene titel
Een verkrijger o.a.t. volgt op in een geheel vermogen of een evenredig deel daarvan
Een verkrijgen o.a.t. krijgt in beginsel alle verbintenisrechtelijke rechten en plichten van zijn rechtsvoorganger m.b.t. het (deel van he t) vermogen dat verkregen is
Zie bv. art. 6:249 en art. 4:182 BW
Verkrijging onder bijzondere titel
Een verkrijger o.b.t. verkrijgt een specifiek goed
Een verkrijger o.b.t. is in beginsel niet gebonden aan de verbintenissen die zien op het verkregen goed
Zie HR 1905 Blaauboer/Berlips
Verbintenissen hebben relatieve werking, alleen tussen debiteur en crediteur
Verkrijging o.a.t. en o.b.t.
Er is wel gebondenheid..
ook van de o.o.b.t., als er sprake is van een goederenrechtelijk recht dat rust op het goed, zoals een beperkt recht
Moederrecht
Hoofdrecht – eigenaar/hoofdgerechtigde
eigendom: het meest omvattende recht dat je op een zaak kan hebben (art. 5:1)
Beperkt recht
Een absoluut recht dat op het meeromvattende recht ‘rust’: art. 3:8
Beginsel van numerus clausus:
- alle beperkte rechten volgen uit de wet
Droit de suite/zaaksgevolg/ goederenrechtelijk effect
- het beperkte recht volgt het object
Soorten beperkte rechten
Genotsrechten
- erfdienstbaarheid (art. 5:70)
- opstalrecht (art. 5:101)
- recht van erfpacht (art. 5:85)
- vruchtgebruik (art. 3:201)
Zekerheidsrechten
- hypotheekrecht (art. 3:227, 360)
- pandrecht (art. 3:227, 236)
Nemo plus
Niemand kan meer overdragen dan hij zelf heeft
Preciezer: je kunt niet meer krijgen dan je rechtsvoorganger had
Dat ligt in art. 3:84 besloten; en dus:
- als de rechtsvoorganger niet rechthebbende was, wordt jij het ook niet
- als deze een goed had dat bezwaard was met een beperkt recht, krijg jij precies dat
Tenzij de wet een uitzondering maakt op de ‘nemo plus’ regel