GDR HC 3 Flashcards

1
Q

Fixatiebeginsel - art. 20 Fw

A

Het faillissement omvat het vermogen op moment van faillietverklaring; niets mag de boedel meer verlaten (goederen mogen er bijkomen, schulden niet)

Goederen die de boedel hebben verlaten voor de faillietverklaring kunnen eventueel nog door de curator teruggehaald worden door een faillissementspauliana (art. 42 Fw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Betalingen door gefailleerde

A

Is een goed of vermogensrecht al wel verkocht voor faillietverklaring, maar nog niet geleverd, dan kan het de failliete boedel niet meer verlaten om dat de verkoper in de tussentijd zijn BB heeft verloren en er geleverd moet worden door een BB. - art. 23 Fw

Wel nog derdenbescherming: art. 35 lid 3 Fw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Betalingen aan gefailleerde

A

Betalingen op de r-c- van failliet na datum f. moeten aan de curator worden afgestaan;

Verrekening kan o.b.v. art. 53 Fw, indien beide vorderingen voor faillietverklaring zijn ontstaan of voortvloeien uit handelingen, voor faillietverklaring met de gefailleerde verricht = ‘rechtstreeks’- vereiste

Bank mag niet de betaling die derde doet op r-c verrekenen met debet stand;
HR Postgirodienst: bijschrijving is niet ‘rechtstreeks’ ontstaan uit r-c verhouding, jo. art. 53 Fw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vorderingsrechten

op naam

A

Een vorderingsrecht is het recht van een crediteur uit een verbintenis om een prestatie te vorderen van zijn debiteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontstaan en tenietgaan vorderingsrecht

A

Een vorderingsrecht ontstaat uit een verbintenis (originaire verkrijging)

Het gaat teniet door:

1) betaling (incl. verrekening art. 6:127) mits betaling aan de juiste, bekwame én inningsbevoegde
- betaling aan onbekwame? > art. 6:31
- betaling aan verkeerde? > art. 6:32
- betaling aan onbevoegde? > art. 6:33,34
2) afstand (art. 6:160)
3) vermenging (art. 6:161)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een vordering gaat over op een nieuwe schuldeiser:

A
> door o.o.a.t.
> door overgang; bv als nevenrecht/kwalitatief recht
> door subrogatie; art. 6:150, 7:962
> door openbare cessie; art. 3:94 lid 1 
> door stille cessie; art. 3:94 lid 3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Overdracht van vorderingsrechten - art. 3:94 BW

A
  • cessie: de overdracht of leveringshandeling van vorderingsrechten
  • cedent: de verkoper van het vorderingsrecht
  • cessionaris: rechtsopvolger, nieuwe rechthebbende
  • debitor cessus: de debiteur van het overgedragen vorderingsrecht

Vereisten voor openbare cessie; art. 3:94 lid 1
- onderhandse akte; + mededeling

Vereisten voor stille cessie; art. 3:94 lid 3
- onderhandse akte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolgen van overgang van vordering

A

art. 6:145 BW - verweermiddelen
Verbintenisrechtelijke afspraken tussen de oorspronkelijke crediteur en debiteur van een vorderingsrecht niet aangetast kunnen worden door cessie (nemo plus regel)

art. 6:130 BW - overgang vordering o.b.t.
Debitor cessus mag ondanks cessie nog verrekenen met de cedent, als het gaat om een anterieure vordering of om een posterieure vordering, mits die uit dezelfde rechtsverhouding is ontstaan.
Het bedrag waarmee verrekend is zal de cessionaris moeten verhalen op de cedent.

art. 6:34 lid 2 BW:
Beschermt de debitor cessus die heeft betaald aan de cessionaris die achteraf toch niet crediteur is geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Overdraagbaarheid van vorderingsrechten

A

art. 3:83 lid 2: de overdraagbaarheid van vorderingsrechten kan door een beding tussen schuldeiser en schuldenaar worden uitgesloten.

‘vorderingsrechten KUNNEN niet overgedragen worden’
= goederenrechtelijke werking

‘vorderingsrechten ZULLEN niet overgedragen worden’
= verbintenisrechtelijke werking
- HR Coface/Intergamma

Het uitgangspunt bij onoverdraagbaarheidclausules is dat ze alleen verbintenisrechtelijke werking hebben, tenzij objectief uit de formulering blijkt dat goederenrechtelijke werking is beoogd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het leerstuk van (on)eigenlijke vermenging

A

Er is sprake van oneigenlijke vermenging wanneer zaken zodanig met elkaar verwerven raken, dat zij nog wel zelfstandig verder blijven bestaan, maar niet meer individualiseerbaar zijn.
- Voor revindicatie van eigendom moeten goederen indivudaliseerbaar zijn, wat bij oneigenlijke vermenging feitelijk onmogelijk geworden

Er is sprake van eigenlijke vermenging wanneer er één zaak wordt gevormd. Oorspronkelijke zaken gaan op in een nieuwe zaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kettingbeding, kwalitatieve verplichting en erfdienstbaarheid

A

Een ketting beding is zuiver verbintenisrechtelijk van aard; doorbreekt een partij in de keten het beding, dan heeft de gedupeerde slechts een aanspraak op schadevergoeding.

De kwalitatieve verplicht ex art. 6:252 BW; voordeel is meer zekerheid voor rechthebbende; nadeel is waarde kan verminderen door klevende kwalitatieve verplichting

Recht van erfdienstbaarheid ex art. 5:70 is een absoluut recht en heeft goederenrechtelijke werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly