GDR HC 4 Flashcards
Bevoegdheden eigenaar
1) Genot en gebruik
2) Beschikking
Genot en gebruik
Vruchttrekking; gebruik; verbruik; verandering; vernietiging
Beschikking
a) Vervreemden (art. 3:83 jo. 3:84)
- opvolging onder bijzondere titel (art. 3:80 lid 3 jo. 3:84)
b) Bezwaren (art. 3:81 jo. 3:83)
- door vestiging beperkt recht
(genotsrechten of zekerheidsrechten)
Genotsrechten
Vruchtgebruik
Erfpacht
Opstal
Erfdienstbaarheid
Zekerheidsrechten
1) Pand (art. 3:227 jo. 3:236)
- op roerende zaken, niet registergoederen
a) stil pandrecht (art. 3:237)
b) openbaar pandrecht (art. 3:236)
- op vorderingsrechten (art. 3:231)
a) stil pandrecht
b) openbaar pandrecht - op andere vermogensrechten
2) Hypotheek (art. 3:227 jo. 3:260)
- op registergoederen
2 vormen zekerheidsrecht op roerende zaken
1) Openbaar pandrecht (art. 3:236 lid 1)
- zaak wordt uit de macht pandgever gehaald
2) Stil pandrecht (art. 3:237)
- zaak blijft bij pandgever
- stil pandhouder wordt niet beschermd tegen bob
- art. 3:238 beschermt pandhouder alleen tegen bob pandgever indien (te goeder trouw + zaak in zijn macht)
Fiduciaire eigendomsoverdracht is verboden (art. 3:84 lid 3)
Nevenrecht, afhankelijk recht, beperkt recht
Hoofdregel: bij cessie van een vorderingsrecht waarvoor hypotheek/pand is gevestigd, gaat het hypotheek/pandrecht over op cessionaris.
Volgt uit twee naast elkaar staande leerstukken:
1) nevenrecht (art. 6:142)
- bij overgang van een vordering op een nieuwe schuldeiser verkrijgt deze de daarbij behorende nevenrechten, zoals rechten van pand en hypotheek
2) afhankelijk recht (art. 3:7 jo. 3:82)
- een afhankelijk recht is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan
- afhankelijke rechten volgen het recht waaraan zij verbonden zijn
Zekerheid op goed derde
Je kunt pand/hypotheek vestigen op een aan jou toebehorend goed tot zekerheid van de schuld van een derde (art. 3:231)
- gebeurt vaak in concernverhoudingen
Voordeel: indien derde nalatig is, kan je executie voorkomen door zelf te betalen
- verhaalsmogelijkheid door subrogatie (art. 6:150); vordering gaat bij wijze van subrogatie over op derde indien hij de vordering voldoet omdat een aan hem toebehorend goed voor de vordering verbonden is (art. 6:150 sub b)
- hypotheek/pandrecht is beëindigt, maar je hebt wel een vorderingsrecht
Enkele zekerheidsrechtelijke uitgangspunten
Zekerheidsrecht is een beperkt recht, afgeleid uit een moederrecht (art. 3:81 lid 2)
Vestiging: titel, levering, BB (art. 3:84 jo. 3:98)
Prior tempe, potior jure: eerste recht dat wordt gevestigd heeft voorrang op later gevestigd recht
Recht van parate executie (art. 3:248, 268)
- hypotheek/pandhouder kunnen executeren zonder executoriale titel
Droit de séparer in faillissement (art. 57 Fw)
- hypotheek/pandhouder kunnen recht uitoefenen, alsof er geen faillissement was
Toe-eigeningsverbod (art. 3:235)
- hypotheek/pandhouder kan niet bedingen dat hij goed in eigendom verkrijgt indien schulden niet worden afbetaalt
Verpanding van roerende zaken
[openbaar pandrecht/ vuistpand]
Vestiging: art. 3:98 jo. 3:84 jo. 3:236
Bescherming tegen bob pandgever (art. 3:238 lid 1)
- indien pandhouder te goeder trouw is op het moment dat de zaak in zijn macht komt
Maakt onvrijwillige rangwisseling mogelijk (art, 3:238 lid 2)
Indien pandrecht gevestigd is op roerende zaak waarvan de eigenaar het bezit door diefstal heeft verloren, dan kan bestolen eigenaar revindiceren en pandrecht negeren (art. 3:238 lid 3 jo. 3:84 lid 3)
Verpanding van roerende zaken
[stil pandrecht/ vuistloos pandrecht]
Vestiging: art. 3:98 jo. 3:84 jo. 3:237
Geen wijziging naar buiten toe en daarom geen bescherming tegen bob
Bij verzuim debiteur mag pandhouder converteren in vuistpand (art. 3:237 lid 3)
Specificiteit (individualisatie) vs bulk
Specifieke zekerheidsrechten vs. generieke zekerheidsrechten
- specifiek: hypotheekrecht en vuistpand
- generiek: stil pandrecht op huidige en toekomstige voorraden
Bulk verpanding is toegestaan, mits algemene omschrijving van verpande goederen
Functie stil pandrecht
Bij zaken met omloop (voorraad) heeft stil pandrecht functie van floating charge (paraplu)
- het is bedoeling dat bedrijf voorraad verkoopt, om met omzet schulden af te betalen
- pandgever is bevoegd tot overdracht onbezwaarde eigendom o.g.v. stilzwijgende toestemming pandhouder
Men bereikt parapludekking met zo min mogelijk vestigingshandelingen door vestigingshandelingen bij voorbaat te verrichten (art. 3:97 lid 1 jo. 3:98)
- pandakte + registratie bij elke nieuwe voorraad is omslachtig
- generieke omschrijving van toekomstige goederen is voldoende
- uiteindelijk rechtsgevolg, treedt pas in op moment dat goed in vermogen pandgever komt, EN pandgever op dat moment BB is