GDR HC 5 Flashcards
Is vordering vatbaar voor verpanding?
Ja, op grond van art. 3:83 jo. 3:98
Verpandbaarheid kan worden uitgesloten o.g.v. art. 3:83 lid 2
Analoge toepassing van HR Coface Finanz/Intergamma:
- het beding moet naar objectieve maatstaven worden uitgelegd; o.g.v. bewoordingen van het geding moet op objectieve wijze kunnen worden vastgesteld of bedoeld is goederenrechtelijke werking te geven aan een onverpandbaarheidsclausule
Pandrecht als beperkt recht
Als vordering waarop pandrecht rust teniet gaat, gaat pandrecht ook teniet (art. 3:81 lid 2 sub a)
Bij kwijtschelding/afstand doen van vordering gaan vordering en pandrecht dat rust op die vordering teniet (art. 6:160 jo. 3:81 lid 2 sub a)
Wie is bevoegd tot kwijtschelding: pandhouder of pandgever?
HR Immun’age Europe/Neo-River
De pandgever blijft bevoegd.
De vordering gaat teniet, en daarmee ook het pandrecht.
Benadeelde pandhouder kan actie ondernemen d.m.v.:
- actio pauliana (art. 3:45)
- onrechtmatige daad (art. 6:162)
Medegedeeld pandrecht (vordering)
Vestiging:
art. 3:84 lid 1 jo. 3:98 jo. 3:236 lid 2 jo. 3:94 lid 1
Dus: art. 3:84 lid 1 jo. 3:98
1) geldige titel
2) BB
3) levering: art. 3:236 lid 2 jo. 3:94 lid 1
- akte + mededeling
Pandhouder is na mededeling exclusief inningsbevoegd
In faillissement is pandhouder separatist (art. 57 Fw)
Parate executie = inning en verhaal op geïnde
Stil pandrecht (vordering)
Vestiging:
art. 3:84 lid 1 jo. 3:98 jo. 3:239
Dus art. 3:84 lid 1 jo. 3:98
1) geldige titel
2) BB
3) levering : art. 3:239
- authentieke of geregistreerde akte
Pandgever blijft inningsbevoegd
Na inning gaat vordering teniet, en dus ook het pandrecht (art. 3:81 lid 2 sub a)
Pandhouder mag tot mededeling overgaan bij verzuim pandgever (art. 3:239 lid 3)
- na mededeling is pandhouder inningsbevoegd
Stil pand en inning: situatie 1
Er is een stil pandrecht gevestigd door pandgever op vordering op een derde t.b.v. pandhouder.
Pandhouder doet geen mededeling aan derde.
Derde betaalt aan pandgever
Pandgever gaat failliet
Gevolgen voor pandhouder:
HR Rabo/Knol qq
- door betaling gaat de vordering teniet, en daarmee ook het stil pandrecht (art. 3:81 lid 2 sub a)
- de pandhouder heeft GEEN voorrang op het geïnde, ook niet als het bedrag is bijgeschreven op een rekening die pandgever houdt bij pandhouder
Stil pand en inning: situatie 2
Er is een stil pandrecht gevestigd door pandgever op vordering op een derde t.b.v. pandhouder.
Pandhouder doet mededeling aan derde.
Derde betaalt aan pandhouder
Pandgever gaat failliet
Gevolgen voor pandhouder:
Pandhouder mag zich met voorrang verhalen op het geïnde bedrag
Stil pand en inning: situatie 3
Er is een stil pandrecht gevestigd door pandgever op vordering op een derde t.b.v. pandhouder.
Pandhouder doet geen mededeling aan derde.
Pandgever gaat failliet
Derde betaalt aan pandgever
Gevolgen voor Pandhouder
HR Mulder qq/CLBN
- Afwijking van HR Rabo/Knol qq
door faillissement treedt fixatie in; ondanks betaling gaat door deze fixatie het pandrecht niet teniet; de pandhouder behoudt zijn voorrang; de curator moet het geïnde aan de pandhouder met behoud van zijn voorrangspositie afstaan - Afwijking HR Postgirodienst
als de betaling is gedaan op bankrekening die pandgever bij pandhouder houdt, is de pandhouder bevoegd tot verrekening; is de betaling gedaan op een aan de pandhouder verpande vordering, dan mag de pandhouder deze betaling verrekenen met schulden aan de pandgever; hier wordt dus gebroken met de hoofdregel van art. 53 Fw
Toekomstige vorderingen
Toekomstige vorderingen kunnen bij voorbaat worden geleverd/verpand (art. 3:97 jo. 3:98)
MAAR: let op faillissement!:
- zijn vorderingen die bij levering/vestiging bij voorbaat toekomstig waren, ontstaan VOOR faillissement, dan is cedent/pandgever BB geworden, en wordt de vordering rechtsgeldig gecedeerd/verpand
- zijn vorderingen die bij levering/vestiging bij voorbaat toekomstig waren, ontstaan NA faillissement, dan is de cedent/pandgever niet BB geworden, en wordt de vordering niet rechtsgeldig gecedeerd/verpand
(art. 3:84 jo. 23 Fw jo. 35 lid 2 Fw)
Bestaand of toekomstig?
HR WUH/Onex
- de huurvorderingen over een tijdvak dat op de dag van faillietverklaring nog niet was geëindigd, bestaan niet al op het moment dat de huurovereenkomst wordt gesloten.
- het ontstaan is namelijk afhankelijk van toekomstige, vooralsnog onzekere omstandigheden, waaronder in het bijzonder de daadwerkelijke verschaffing van het huurgenot waarvoor de betreffende termijn de tegenprestatie vormt.
DUS: criterium toekomstige vorderingen:
Het ontstaan is afhankelijk van toekomstige, vooralsnog onzekere omstandigheden
Welke vorderingen vallen bij faillissement onder de boedel?
NIET:
- vorderingen die ten tijde van de levering/verpanding al bestonden
- vorderingen die ten tijde van de levering/verpanding nog niet bestonden, maar zijn ontstaan voor faillietverklaring
WEL:
- vorderingen die zijn ontstaan na datum faillissement
Soorten vorderingen
1] Bestaande vorderingen
2] Bestaand, maar nog niet opeisbaar
- bv. maandelijkse aflossingen over 2017 van een krediet dat loopt tussen 2015 en 2020
3] Toekomstig
- bv. maandelijkse huurpenningen die huurder in 2021 verschuldigd zal zijn
- criterium: ontstaan is afhankelijk van toekomstige, vooralsnog onzekere omstandigheden
Soorten toekomstige vorderingen
a] Toekomstige vorderingen waarvan we de debiteur niet kennen
- zowel stille/medegedeelde cessie/verpanding bij voorbaat niet mogelijk, want te onbepaald (art. 3:84 lid 2)
b] Toekomstige vorderingen waarvan we nu de debiteur al kennen, en die in grote lijnen bepaalbaar is
- bv. klant waar geregeld zaken mee gedaan wordt
- alleen medegedeelde cessie/verpanding bij voorbaat mogelijk
c] Toekomstige vorderingen die (als ze ooit zullen bestaan) hun rechtstreekse grondslag vinden in een nu al bestaande rechtsverhouding
- bv. klant die zich verplicht heeft komende 5 jaar tenminste voor X euro per maand af te nemen
- zowel stille/medegedeelde cessie/verpanding bij voorbaat mogelijk
Medegedeelde cessie bij voorbaat van toekomstige vorderigen
art. 3:84 jo. 3:97 jo. 3:94 lid 1:
1) geldige titel
2) levering (art. 3:94 lid 1)
- akte + mededeling
3) BB
- op moment dat vordering ontstaat
Stille cessie bij voorbaat op toekomstige vorderingen
art. 3:84 jo. 3:97 jo. 3:94 lid 3:
1) geldige titel
2) levering (art. 3:94 lid 3)
- authentieke of geregistreerde akte
3) BB
- op moment dat vordering ontstaat