gastero-enterale ziektes Flashcards

1
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende klinische presentatie?
acute buikpijn, buikzwelling, koorts

A

appendicitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom is een appendicitis gevaarlijk?

A

De aandoening is een acuut noodgeval door de mogelijke complicaties (zoals
peritonitis) die kunnen optreden als de appendix ruptureert of een perforatie veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het eerste symptoom van een appendicitis?

A

Vaak is het eerste symptoom van appendicitis een zeurende pijn in de buurt van de navel, die steeds scherper wordt naarmate het in de buurt van de rechter onderbuik komt. De pijn is continu
aanwezig en progressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn, naast pijn bij de navel, andere symptomen van appendicitis?

A

verlies van eetlust, misselijkheid en braken vlak na het ontstaan van de buikpijn, abdominale zwelling, hoge koorts en een onmogelijke flatulentie. Niet zeldzaam zijn ook de symptomen mictiepijn, buikkrampen en ontlastingsveranderingen (constipatie, diarree)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe behandel je een acute appendicitis?

A

totale appendectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waardoor wordt een appendicitis voornamelijk veroorzaakt?

A

obstructie of blokkade vanuit de darm (bijvoorbeeld door faeces, een
ruimte-innemend proces of een tumor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de kernpunten voor de diagnose ‘appendicitis’?

A
  • Kenmerkend voor appendicitis is buikpijn die vanaf de navel erger wordt in de richting van de rechter onderbuik;
  • Appendicitisklachten zijn progressief;
  • Appendicitisklachten hebben een vrij plots begin;
  • Obstipatieklachten komen vaak voor bij appendicitis, maar soms wordt diarree gezien;
  • Verminderde eetlust en koorts zijn belangrijke verschijnselen bij appendicitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende presentatie?:
buikpijn, koliekpijn, icterus

A

cholelithiasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is cholelithiasis? Waar bestaat het uit?

A

Dit zijn galstenen. Deze bestaan voornamelijk uit cholesterol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke pijn is typisch voor cholelithiasis? Welke voorwaarde heeft deze pijn?

A

biliarie koliek. De criteria voor billiaire koliek:
- continue pijn
- vaak gelokaliseerd midden of rechtsboven in de buik
- aanvallen houden tenminste 30 minuten aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer kan je de diagnose cholelithiasis stellen?

A

op basis van het klinisch
klachtenpatroon gecombineerd met aangetoonde stenen in de galblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 3 symptomen verwijzen naar cholelithiasis?

A

billiare koliekpijn, uitstralende pijn rechtsom naar de rug & bij ERNSTIGE cholelithiasis ook icterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe onstaat het grootste gedeelte van galstenen in de westerse wereld?

A

Deze stenen ontstaan door een oversecretie van cholesterol of een verminderde secretie van galzouten en
fosfolipiden. Deze laatste vormen met het cholesterol micellen, waardoor het cholesterol in oplossing blijft. Het onoplosbare cholesterol kristalliseert en groeit uit tot cholesterolgalstenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de pathofysiologie van cholelithiasis?

A

Galstenen ontstaan in de galblaas en galducten als gevolg van kristallisatie en aggregatie van galcomponenten. Je hebt cholesterolstenen en pigmentstenen.
Galstenen groeien ongeveer 1 tot 2 mm per
jaar gedurende 5 tot 20 jaar voordat zich symptomen voordoen. Deze stenen kunnen complicaties veroorzaken door obstructie van de cystische duct (resulterend in cholecystitis) of door obstructie van de gemeenschappelijke duct (leidend tot galobstructie (cholestasis), soms gepaard met bacteriële infectie van het ductulaire systeem (cholangitis))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waaruit bestaat een cholesterol galsteen?

A

Cholesterolstenen bestaan uit cholesterolkristallen (>50%), eiwit (vooral
mucines) en calciumzouten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waaruit bestaat een pigmenet galstenen?

A

Pigmentstenen bestaan uit onoplosbare calciumzouten die alleen onder pathologische condities in de gal accumuleren.
Bij zwarte pigmentstenen zijn dit lineaire polymeren van bilirubine, calciumfosfaat en carbonaat; bij bruine pigmentstenen zijn dit calciumbilirubinaat en calciumzouten van vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn kernpunten voor de diagnose cholelithiasis?

A
  • Er is vaak een continue biliaire koliekpijn, wat dus ook bewegingsdrang suggereert;
  • De pijn komt in aanvallen van ten minste dertig minuten voor;
  • De pijn bevindt zich rechts in de bovenbuik en kan uitstralen naar de rug;
  • De urine kan donker gekleurd raken;
  • De ontlasting kan ontkleurd raken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende klinische presentatie?:
rectaal bloedverlies, buikpijn, diarree

A

colitis ulcerosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn klachten & symptomen van colitis ulcerosa?

A

rectaal bloedverlies, diarree (soms 10 tot 20x op een dag), ontlastingsdrang (hierdoor eventueel ook slecht slapen), pijn in rectum, verminderde eetlust, koorts, gewichtsverlies en anemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat voor type buikpijn is veelvoorkomend bij colitis ulcerosa?

A

De pijn wordt meestal omschreven als krampen en de buik kan gevoelig zijn voor druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waar liggen de piekincidenties bij colitis ulcerosa en morbus crohn?

A
  1. tussen 15 en 25 jaar
  2. tussen 55 en 65 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een inflammatoire darmziekten is afhankelijk van welke 3 factoren?

A

genetische factoren, omgevingsfactoren en het mucosale immuunsysteem. De genetische predispositie is bijna altijd aanwezig.

23
Q

Waardoor wordt een aanval van colitis ulcerosa of morbus crohn uitgelokt?

A

De ziekte wordt daarnaast uitgelokt door
een disbalans tussen de pro-inflammatoire en anti-inflammatoire cytokines in het darmepitheel

24
Q

wat zijn risicofactoren voor colitis ulcerosa?

A

positieve familiegeschiedenis, stress, NSAID-gebruik, een vetrijk dieet en infectieziekten

25
Q

welke kernpunten horen bij de diagnose colitis ulcerosa?

A
  • Rectaal bloedverlies komt in grote mate voor;
  • Het ontlastingpatroon is veranderd, diarree komt het meeste voor;
  • Er is een krampachtige, soms koliekachtige buikpijn met drukgevoeligheid;
  • Een vetrijk dieet kan uitlokkend werken;
  • NSAID-gebruik heeft een negatieve invloed op colitis ulcerosa;
  • De ontlastingsdrang is frequent en soms ook in de nacht aanwezig.
26
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende presentatie?:
buikpijn, koorts

A

Diverticulose / Diverticulitis

27
Q

wat is diverticulose? Wat is diverticulitis?

A

Diverticulose is het aanwezig zijn van divertikels. Diverticulose kan optreden in alle holle organen (darm, blaas, slokdarm, galblaas). Ontsteking van divertikels wordt diverticulitis genoemd. Hierbij gaat het meestal om diverticulitis van de dikke darm.

28
Q

Wat zijn de symptomen van diverticulose / diverticulitis?

A

Het meest voorkomende symptoom is linkszijdige buikpijn, die soms erger wordt bij beweging. Daarnaast is de buik ter plaatse gevoelig. Verder komen ook koorts, flatulentie, diarree of obstipatie en misselijkheid voor. De patiënt heeft doorgaans een opgeblazen gevoel en er is
soms sprake van braken. De eetlust is in verminderde mate aanwezig.

29
Q

wat is de pathofysiologie van diverticulose en diverticulitis?

A

Men neemt aan dat divertikels, voor zover niet aangeboren, ontstaan door grote druk in het betreffende darmsegment. Deze druk komt door eigen peristaltiek van de darm. Door hoge drukken in de darm
bij de peristaltiek kunnen op bepaalde plaatsen in de darmwand van de dikke darm “zwakke” plaatsen ontstaan. Op deze plaatsen kunnen divertikels ontstaan door de druk in de darm, die het slijmvlies door gaten in de verzwakte spierlaag perst. De uitstulping die zo ontstaat, zal niet meer
verdwijnen

30
Q

wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van diverticulose en daardoor diverticulitis?

A

ouder dan 40 jaar en vezel arm dieet.

31
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende klinische presentatie?
rectaal bloedverlies, anale pijn

A

fissura ani

32
Q

wat is fissura ani?

A

Het is een kloofje in de huid rond de anus. Een anaal kloofje bevindt zich in de huidplooien in en rond de anus, meestal aan de voor- of achterkant ervan.

33
Q

wat zijn symptomen/klachten bij fissura ani?

A

Patiënten zullen last hebben van pijn bij het ontlasten, bloed bij de ontlasting (rood, op de oppervlakte, dus niet vermengd) en stinkende ontlasting. Daarnaast zullen de patiënten een zichtbare afwijking van de anus of het perianale gebied hebben. Het water in het toilet kan door het bloed zelfs rood verkleuren.

34
Q

wat is de pathofysiologie van fissura ani?

A

Hoe een anale kloof ontstaat is niet geheel duidelijk. Constipatie, verhoogde spanning van de sluitspier, verstoorde bloedvoorziening, achtergebleven vocht in de huidplooitjes, het te veel oprekken van de huid rond de anus, zwangerschap/bevalling en niet op tijd verwisselen van een vuile luier bij baby’s kunnen een rol spelen.
Omdat wondjes makkelijk open gaan, duurt genezing vaak lang.

35
Q

welke kernpunten zijn belangrijk voor de diagnose fissura ani?

A

Er is sprake van rectaal bloedverlies;
- Het bloed is niet vermengd met de ontlasting, maar bevindt zich op de oppervlakte ervan;
- Het bloed doet het toiletwater rood aankleuren;
- De patiënt voelt een lokale pijn rond de anus;
- De pijn neemt toe tijdens het ontlasten;
- Opstipatie kan ontstaan als gevolg van het vermijden van de ontlasting;
- De anus of het perianale gebied is zichtbaar afwijkend.

36
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende klinische presentatie?:
buikpijn, misselijkheid, diarree, braken

A

gastro-entritis

37
Q

wat is gastro-entritis?

A

Gastro-enteritis is de verzamelnaam voor klachten die vaak veroorzaakt worden door maagdarmontstekingen. De ziekten worden gekenmerkt door een infectie aan de slijmvliezen van de maag en de darmen.

38
Q

wat zijn symptomen bij gastro-entritis?

A

Symptomen van buikgriep zijn diarree, weinig eetlust, een onrustige maag, borrelende darmen, buikpijn of buikkrampen, misselijkheid en braken, duizeligheid en vermoeidheid. De diarree en het braken kan ervoor zorgen dat de patiënt verschijnselen van uitdroging vertoont.

39
Q

wat is de pathofysiologie van gastro-entritis?

A

Buikgriep kan worden veroorzaakt door een besmettelijk virus zoals rotavirus of norovirus, een bacterie zoals Salmonella en Shigella (voornamelijk in de derde wereld) of een parasiet.

40
Q

wat zijn kernpunten voor de diagnose gastro-entritis?

A
  • De patiënt heeft last van diarree, braken en buikpijn door ontsteking;
  • Koorts kan voorkomen bij gastro-enteritis;
  • Er is een verband met het buitenland en kwalitatief slecht voedsel;
  • De patiënt kan uitgedroogd raken.
41
Q

welk ziektebeeld past bij de volgende klinische presentatie?:
braken, pijn op de borst, heesheid, moeheid

A

gastro-oesofagale reflux

42
Q

wat zijn klachten bij chronische reflux tot aan de keel/mond?

A

brandende keel, een vieze smaak en
een stinkende adem geven, of de tanden aantasten. Ook kan het zuur gaan inwerken op de stembanden, wat zorgt voor heesheid, of op de luchtpijp met benauwdheid of hoesten als gevolg

43
Q

kan gastro-oesofagale reflux leiden tot bloed in de ontlasting?

A

Ja; het kan leiden tot bloedverlies, waarbij het bloed via de maag en darmen
uiteindelijk in de ontlasting terechtkomt. Dit komt door een ontsteking in de oesofagus.

44
Q

welke andere verschijnselen (buiten degene die ook optreden bij reflux tot aan de mond) kan je zien bij reflux?

A

Pijn op de borst (drukkend/brandend), vers bloed opbraken, droge hoest (vooral ‘s nachts) verlittekening van de oesofagus waardoor vernauwing optreedt. Door de vernauwing kunnen slikklachten ontstaat & voedsel dat blijft hangen

45
Q

Wanneer zijn de klachten het ergst bij gastro-oesofagale reflux?

A

Tijdens het platliggen. Dus ook in de nacht, dit zorgt voor slechte nachtrust met alle gevolgen van dien.
Ook activiteiten waarbij voorover wordt gedrukt (tuinieren etc) zijn belastend.

46
Q

wat is de pathofysiologie van gastro-oesofagale reflux?

A

De overgang van de slokdarm naar de maag, waar de slokdarm door het middenrif heen gaat (hiatus oesophageus) maakt een scherpe hoek, de hoek van His. Als de maag gevuld wordt, trekt het middenrif zich samen en drukt de maaginhoud de bovenkant van de maag omhoog, waardoor de hoek van His scherper wordt en als een soort klep gaat functioneren, en voorkomt dat maaginhoud terug de slokdarm in kan stromen. Dit mechanisme wordt ondersteund door de zwaartekracht (in verticale houding) en de spierlaag in het onderste eind van de slokdarm. Als de
afsluitende functie van deze klep is verstoord, bijvoorbeeld bij een middenrifsbreuk (hernia diaphragmatica), dan kan het maagzuur bij drukverhoging in de buik, bijvoorbeeld bij hoesten of
bukken, gemakkelijker terug de slokdarm in lopen. Dit treedt eerder en sterker op wanneer iemand plat op zijn rug ligt, omdat dan de zwaartekracht niet meer mee helpt om het zuur in de maag te houden

47
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende presentatie?:
buikpijn, koorts, gewichtsverlies

A

morbus crohn

48
Q

welke symptomen/klachten horen bij crohn?

A

buikpijn, (bloederige of slijmerige) diarree, verminderde eetlust, het plaspatroon, obstipatie, rectaal bloedverlies, gewichtsverlies, koorts, anemie, misselijkheid en braken. Daarnaast kunnen ook arthritis, huidafwijkingen, nierziekten, leverstoornissen en oogontsteking optreden. Er zijn vaak fistels aanwezig.

49
Q

wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van morbus crohn?

A

Een positieve familieanamnese, roken, stress, NSAID-gebruik en het wonen in een dichtbevolkt gebied zijn verschillende risicofactoren van het ontwikkelen van deze ziekte.

50
Q

welke (microscopische) afwijkingen worden gevonden bij morbus crohn?

A

focale laesies, granulomen (discontinu
ontstoken plaatsen in de darm), fistels, stricturen, stenoses en perineale afwijkingen.

51
Q

welk ziektebeeld hoort bij de volgende klinsiche presentatie?
zuurbranden, bloedbraken, buikpijn

A

ulcus ventriculi / ulcus duodeni

52
Q

wat is een ulcus ventriculi / ulcus duodeni?

A

Een maag zweer. Het slijmvlies
is beschadigd en door de inwerking van maagzuur, verterende enzymen en soms ook van de bacterie Helicobacter pylori, geneest deze wond slecht.

53
Q

wat zijn veel voorkomende klachten bij ulcus ventriculi / ulcus duodeni?

A

Behalve buikpijn komen zuurbranden, veel oprispingen, speekselvloed een trage stoelgang en bloedbraken als klachten voor. Lijders aan een zweer kunnen bepaalde stoffen, zoals alcohol,
koffie en scherpe kruiden vaak slecht verdragen.

54
Q

welke kernpunten zijn belangrijk voor de diagnose ulcus ventriculi?

A

-Buikpijn in combinatie met zuurbranden en bloedbraken komen voor bij maagzweren;
- Het gebruik van NSAID’s is sterk gecorreleerd met maagzweren;
- Alcohol en koffie worden bij maagzweren minder goed verdragen;
- Gebruik van bloedverdunners of prednison verergert de klachten.