G2K 5-1 Flashcards
1
Q
klas hoger komen
A
ឡើងថ្នាក់
2
Q
koeien weiden
A
ឃ្វាលគោ
3
Q
wreed
A
ឃោរឃៅ
4
Q
op schouders dragen
A
រែក
5
Q
vreselijke ervaring (nachtmerrie)
A
សុបិន្តខ្មៅងងឹត
6
Q
Rode Khmer
A
ខ្មែរក្រហម
7
Q
Pol Pot tijd
A
សម័យប៉ុលពត
8
Q
wijzer klok
A
ទ្រនិច
9
Q
plicht, rol, functie, verantwoordelijkheid
A
តួនាទី
10
Q
wijzen (met vinger)
A
ចង្អុល
11
Q
rond, ergens omheen
A
ជុំវិញ
12
Q
rook
A
ផ្សែង
13
Q
moet absoluut
A
ដាច់ខាត(ត្រូវតែ)
14
Q
moet
A
ត្រូវតែ
15
Q
zou moeten
A
គួរតែ
16
Q
kan
A
អាច
17
Q
gewoonte
A
ទម្លាប់
18
Q
jezelf warmen bij vuur
A
អាំងភ្លើង
19
Q
zich onthouden van iets te doen (vooral van voedsel)
A
តម
20
Q
snel groeien, mollig zijn (voor jonge kinderen)
A
ថ្លោស
21
Q
verloskundige
A
ឆ្មប
22
Q
injectie geven
A
ចាក់ថ្នាំ
23
Q
het
A
អា
24
Q
tussen
A
ចន្លោះ
25
lijn of markering
គំនូស
26
(fysiek) sterk
មាំមួន
27
tot rust komen
បន្ធូរអារម្មណ៍ (បន្ធូរ = losmaken, leeg laten lopen, ontspannen)
28
leefstyle
របៀបរស់នៅ
29
regelmatig
ទៀងទាត
30
iemand iets vragen te doen
សុំ + ឲ្យ +
31
willen dat iemand iets doet...
ចង់ + ឲ្យ +
32
ergeren, storen
រំខាន
33
haastig (met de handen)
យ៉ាងញាប់ដៃ
34
(boeddhistische) gebeden / gezangen reciteren
សូត្រធម៌
35
wenkbrauwen fronzen
ជ្រួញចិញ្ចើម
36
toestemming vragen van niemand
សុំ
37
a.u.b.
សូម
38
vertalen
បកប្រែ
39
meedoen
ចូលរួម