Filosofie Flashcards
epistemologie
kennisleer
scepticisme
kennis is niet mogelijk
rationalisme
kennis van ratio/verstand
empirisme
kennis van zintuigelijke waarneming
Plato’s allegorie van de grot
mensen in grot en zien schaduwen. Deze schaduwen worden als echt gezien. De wereld die wij kennen is schaduw van ideeënwereld
epistème
kennis van hoe dingen zijn
doxa
mening van hoe dingen zijn
intuïtieve inductie
met je verstand inzien dat iets noodzakelijk waar is voor alle gevallen (bijv. alle mensen zijn sterfelijk)
idols of the tribe
vooroordelen die we als mens hebben, typisch menselijke fouten (bijv. vergissen bij illusie)
idols of the cave
vooroordelen van bepaalde culturele groepen (bijv. voorkeur hebben voor vernieuwing)
idols of the marketplace
vooroordelen omdat we erover kunnen praten (bijv. woorden die nergens naar verwijzen zoals geluk)
idols of the theatre
vooroordelen omdat autoriteiten zeggen dat ze kloppen (bijv. Aristoteles zegt het)
cogito ergo sum
ik denk dus ik ben
enkelvoudig idee
kan je niet meer splitsen, bijv. rood of zoet
complex idee
samengesteld uit enkelvoudige ideeën, bijv. een stad
primaire eigenschappen
eigenschappen van dingen zelf, onafhankelijk van waarnemer
secundaire eigenschappen
eigenschappen bestaan door een waarnemer (bijv. water dat koud is in de zomer)
constante conjunctie
als 2 dingen elkaar altijd opvolgen, dan denken we dat dit een oorzakelijk verband is
a priori oordeel
met je verstand de waarheid vaststellen, zonder naar werkelijkheid te kijken (bijv. een zus is een vrouw)
a posteriori oordeel
waarheid vaststellen door wel naar werkelijkheid te kijken (bijv. er zitten 20 bonen in de chili)
analytisch oordeel
vermeerdert kennis niet, analyseren wat je al weet (bijv. elk lichaam is uitgebreid) ALLEEN A PRIORI
synthetisch oordeel
vermeerdert je kennis, nieuwe kennis opdoen (bijv. sommige objecten zijn zwaar)
noumenale wereld (Kant)
geen kennis over mogelijk