Emoties Flashcards
affectieve predisposities
persoonlijkheidskenmerken (bijv. heeft een kort lontje)
esthetische emoties
niet te verklaren, bijv. luisteren naar muziek)
gebruiksgerichte emoties
wel te verklaren
natuurlijke selectie
reproductie van kenmerken die betere overlevingskans hebben
epigenetica
aan/uit gaan van genen, afhankelijk van omgeving
survival of the fittest
succes van reproductie, alleen best aangepaste blijven overleven
seksuele selectie
selecteren van een partner
mannen jaloezie
bang voor vrouw die seks heeft, anders resources in kinderen van een ander steken
vrouwen jaloezie
bang voor man die verliefd wordt, anders geen stabiele partner voor opvoeden kinderen
antropologie
kijken naar menselijke beschavingen die lijken op ons (bijv. mensen in eerdere ontwikkeling zoals stammen uit amazone)
theory of mind
kunnen inbeelden wat een ander denkt of voelt
epicureanisme
idee dat mensen recht hebben om geluk na te leven
negatieve emoties (functie)
om dingen te vermijden
positieve emoties (functie)
vooral om kansen te kunnen grijpen
stoicisme
idee dat emoties komen door verlangens
emotieregulatie
proces waarbij je beïnvloed welke emotie je hebt en hoe je dit ervaart en uit
hedonische doelen (emotieregulatie)
korte termijn wensen om je beter te voelen (bijv. lekkere chocola eten)
instrumentele doelen (emotieregulatie)
sociale of prestatie motieven kunnen behaald worden door emoties te reguleren (bijv. geen chocola eten omdat je wil afvallen)
emotie polyregulatie
in situatie meerdere regulatiestrategieën gebruiken
white bear effect
gevoel proberen te onderdrukken is juist meer aan gevoel denken (bijv. niet aan witte beer denken, is juist aan witte beer denken)
interpersoonlijke emotieregulatie
beinlvoeden van emoties van anderen
appraisal
signaal dat er iets komt waar we aandacht aan moeten besteden
primaire appraisal
automatische onbewuste beoordeling of stimulus goed of slecht is, komt eerst
secundaire appraisal
bewuste en complexe beoordeling om te bepalen wat je moet doen/wat er gebeurd
alexithymia
weinig woorden hebben voor emoties
orchidee kinderen
reactief, vatbaar voor negatieve ervaringen en uitdagingen
paardenbloem kinderen
minder reactief, kunnen overal opbloeien
mindfulness
op een bepaalde manier aandacht geven (expres, in het moment en zonder oordeel)
interoceptieve fenomenen
ademhaling, lichaam, emoties
habituatie paradigma (emotieherkenning)
kinderen kijken langer naar nieuwe patronen dan bekende patronen, hierdoor onderscheidt kunnen maken
exteroceptieve fenomenen
komen via zintuigen binnen
emotion face processing (emotieherkenning)
is meer dominant in ene helft hersengebied
sociale verwijzing (emotieherkenning)
anderen emotionele uitdrukkingen gebruiken om eigen gedrag te leiden
effortfull control
vermogen om aandacht en gedrag vrijwillig te reguleren
vermijdende hechting
kind reageert niet gelukkig, kan niet door de ouder worden getroost, ouders negeren emoties
afwerende/resistente hechting
veel angst en stress na scheiding, verdrietige/boze emoties, inconsistente gevoeligheid ouders
Gedesorganiseerde hechting
geen consistente manier om ermee om te gaan, verward of tegenstrijdig gedrag
ouderlijke metallisatie
vermogen van ouders om de interne toestanden van hun kinderen weer te geven
cognitieve gevoeligheid
mate waarin een iemand rekening houdt met de kennis en capaciteiten van zijn/haar partner tijdens interactie
parental meta emotion filosofie
ouders ontwikkelen overtuigingen over eigen emoties en de emoties van hun kinderen
distale factoren
staan ver weg van kind, bijv. buren of school
proximale factoren
staan dichtbij kind, bijv. familie en vrienden
nervus vagus
zenuwbanen die zorgen voor doorgeven van parasympatische prikkels
sympathisch stelsel
voor actie, fight or flight
parasympatisch stelsel
voor rust, rest or digest
polyvagal theory
stelde dat er meerdere nervus vagus waren
vagale toon
invloed van het parasympatische systeem op het lijf in rust
somatic marker hypothesis
info uit lichaam nodig om ons gedrag te begeleiden
affect infusion model
emoties dringen door in een cognitieve taak om oordelen te beinvloeden
affect as information benadering
emoties kunnen op zichzelf informatief zijn
dispositie theorie van Zillmann
geneigd om van fictieve personen te houden die zich goed gedragen en hekel aan mensen te hebben die zich slecht gedragen
mentalization based treatment
weten wat er in jezelf en anderen omgaat, motieven interpreteren –> vaak voor borderline
wedekerige reactie
gevolg van emotionele besmetting (bijv. boos triggert boos)
complementaire reactie
andere emotie uitlokken (bijv. woede triggert angst)
cognitieve empathie
verbonden met perspectief nemen, in andermans schoenen staan
affectieve empathie
hetzelfde voelen als de ander
deep learning
software leert steeds meer bij naarmate het meer gezichtsuitdrukkingen ziet
colic huilen
onbekend waarom baby’s huilen
social rank theory
macht zit in onze ervaring van bepaalde emoties
malicious envy/jaloezie
kwaadaardig, op een oneerlijke manier is van waarde hebben gekregen
benign envy/jaloezie
goedaardig, rang halen door hard werken
infrahumanisering
neiging van ingroup leden om dierlijke eigenschappen toe te kennen aan outgroup leden